Artikel 4:2 van de APV Bladel
Aanwijzing collectieve festiviteiten
1. Als collectieve festiviteiten worden aangewezen:
- carnaval (zaterdag tot en met dinsdag per dorpskern);
- kermis (zaterdag tot en met dinsdag per dorpskern); en
- jaarwisseling in de gehele gemeente;
2. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening gelden niet voor deze aangewezen collectieve festiviteiten.
3. De voorwaarden met betrekking tot verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid van het Besluit gelden niet voor deze aangewezen collectieve festiviteiten.
4. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.
5. Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan 70 dB(A), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.
6. De geluidswaarde als bedoeld in het vijfde lid is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.
7. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening - uiterlijk om 1.00 uur te worden beëindigd.
8. Het college kan nadere regels vaststellen met andere normen zoals bedoeld in het vijfde lid.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
1. Het is een inrichting toegestaan maximaal 4 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 4 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.
4. De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.
5. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.
6. Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan 70 dB(A), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.
7. De geluidswaarde als bedoeld in het zesde lid is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.
8. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening - uiterlijk om 1.00 uur beëindigd.
9. De geluidsnorm als bedoeld in het zesde lid geldt zowel voor het bebouwde gedeelte van de inrichting als voor de buitenruimte.
10. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.
11. Het college kan nadere regels vaststellen met andere normen zoals bedoeld in het zesde lid.
Op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit) moet de inrichting van eiseres voldoen aan een aantal standaardgeluidnormen.
Ingevolge artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit geldt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,Lt ter plaatse van gevoelige gebouwen een standaardgeluidnorm van 50, 45 en 40 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Voor het maximale geluidniveau LAmax geldt ter plaatse een standaardgeluidnorm van 70, 65 en 60 dB(A) voor deze respectieve perioden.
In artikel 2.18 van het Activiteitenbesluit is een deel van het geluid uitgezonderd van toetsing. Op grond van artikel 2.18, eerste lid, onderdeel a. wordt bij het bepalen van het geluidsniveau, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20, het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein buiten beschouwing gelaten, tenzij dit terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein
Artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit luidt als volgt:
1. De waarden bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20 zijn voor zover de naleving van deze normen redelijkerwijs niet kan worden gevergd, niet van toepassing op dagen of dagdelen in verband met de viering van:
a. festiviteiten die bij of krachtens een gemeentelijke verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt;
b. andere festiviteiten die plaatsvinden in de inrichting, waarbij het aantal bij of krachtens een gemeentelijke verordening aan te wijzen dagen of dagdelen per gebied of categorie van inrichtingen kan verschillen en niet meer mag bedragen dan twaalf per kalenderjaar.
2. Bij of krachtens gemeentelijke verordening kunnen voorwaarden worden verbonden aan de festiviteiten ter voorkoming of beperking van geluidhinder.
3. Een festiviteit als bedoeld in het eerste lid die maximaal een etmaal duurt, maar die zowel voor als na 00.00 uur plaatsvindt, wordt beschouwd als plaatshebbende op één dag.