Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 juli 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[naam 2] als rechtsbijstandverlener van de rechtzoekende waar rechtsbijstand aan is verleend. Op 14 december 2018 heeft een mutatie plaatsgevonden naar [naam 1] als rechtsbijstandverlener van rechtzoekende. Het primaire besluit is ook aan hem gericht en het bezwaar tegen dat besluit is eveneens door hem ingediend. Het is de rechtbank dan ook niet gebleken dat eiser in deze procedure belanghebbende is. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiser naar voren gebracht dat eiser op dit moment de rechtsbijstandverlener van rechtzoekende is. Uit de stukken blijkt echter niet dat een mutatie toevoeging - opvolgend advocaat is ingediend. Omdat eiser geen belanghebbende is, zal zijn beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
Beslissing
mr. A.G.M. Willems, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op
12 juli 2019.