Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Canon Nederland N.V.,
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
Uw pensioenrechten opgebouwd t/m 31 december 2016 bij Nationale Nederlanden, blijven daar staan. Er is een indexatiedepot beschikbaar waaruit deze rechten nog enige tijd kunnen worden geïndexeerd. Met de vakbonden zijn wij op dit moment nog in overleg over de besteding van dit indexatiedepot en over een mogelijke compensatie voor verschillen tussen de oude regelingen van Nationale Nederlanden en de nieuwe regeling van PME c.q. Avero Achmea. Het volgende overleg is gepland op 22 december a.s.”
Na ontvangstbevestiging de dato 28 december 2016 is hierop door Canon nimmer terug gekomen.
Het compensatievoorstel van Canon voor haar medewerkers, die (zoals [eiser] ) op
31 december 2016 en aansluitend op 1 januari 2017 in dienst waren van Canon, was blijkens de PowerPointpresentatie, pg 8 onder 5. als volgt:
Onder het kopje “
Kwijting” (pagina 4 van de vaststellingsovereenkomst) zijn partijen onder 11. het volgende overeengekomen:
Partijen verklaren dat alle relevante onderwerpen aan de orde zijn geweest. Na betaling door Canon aan of ten gunste van medewerker van hetgeen in deze overeenkomst is vermeld, wordt medewerker geacht Canon algehele finale kwijting te hebben verleend terzake van de arbeidsovereenkomst en de beëindiging daarvan, met uitdrukkelijke uitzondering voor aanspraken inzake de pensioenovereenkomst. Tevens wordt Canon geacht finale kwijting te hebben verleend terzake de arbeidsovereenkomst, beëindiging van de arbeidsovereenkomst en anderszins. Partijen verklaren dat alle relevante onderwerpen in deze overeenkomst behandeld zijn.”
3.Het geschil
- de wijziging van de pensioenregeling door Canon een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden is en Canon de pensioenregeling niet eenzijdig kon wijzigen zonder instemming van [eiser] , nu er geen zwaarwichtig belang was aan de zijde van Canon;
- door het onrechtmatig eenzijdig wijzigen van de pensioenregeling Canon jegens [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten en/of tekort schiet in de nakoming van die pensioenregeling;
- De indexatie van het opgebouwde pensioen tot 1 november 2017 onvoorwaardelijk is in de zin van art 1 PW, en dat het onvoorwaardelijk recht op indexatie niet afgekocht kan worden op grond van artikel 65 PW;
- De indexatie van het opgebouwde pensioen onvoorwaardelijk is, dan wel onvoorwaardelijk is geworden in de zin van art 1 PW;
- Canon geen of onvoldoende compensatie biedt voor het pensioenverlies en Canon tekort schiet in de nakoming van de pensioenregeling 2007 jegens [eiser] , Canon op grond van die tekortkoming in de nakoming aansprakelijk is voor de schade die [eiser] daardoor lijdt, welke nader op te maken bij staat, en Canon gehouden is die schade te vergoeden aan [eiser] .
- Primair: in de nakoming van de pensioentoezegging door middel van het aangaan van een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met Nationale Nederlanden, dan wel een andere pensioenuitvoerder of verzekeraar waarbij de onvoorwaardelijke indexatie van het opgebouwde pensioen, en toekomstige uitkeringen, conform artikel 9 van de pensioenregeling 2007, wordt voortgezet dan wel een die gelijk is aan of ten minste gelijke rechten en waarborgen biedt als de uitvoeringsovereenkomst 2007 aan zowel deelnemers als aan gewezen deelnemers;
- indien nakoming blijvend onmogelijk is geworden, tot vergoeding van de geleden schade en nog te lijden schade door [eiser] op te maken bij staat, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2017 tot aan de dag van betaling;
- Subsidiair: tot het betalen van een zodanig geldbedrag aan Nationale Nederlanden ten behoeve van het voortzetten van de onvoorwaardelijke- en voorwaardelijke indexatie waardoor [eiser] in dezelfde positie wordt gebracht als waarin hij zou hebben verkeerd als de uitvoeringsovereenkomst 2007 ongewijzigd zou zijn voortgezet;
- in de kosten van deze procedure, het salaris gemachtigde daarbij inbegrepen, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Zulks op straffe van een dwangsom van € 500, - per dag dat Canon daartoe in gebreke blijft.
4.De beoordeling
1 januari 2017. Voor zover van belang voor de beoordeling van het geschil stelt [eiser] zich op het standpunt dat er sprake is van een ongeoorloofde eenzijdige wijziging van de pensioenovereenkomst en dat de afspraken nietig zijn wegens strijd met het afkoopverbod van artikel 65 PW.
19 Pensioenwet (PW) zonder toestemming van de werknemers heeft gewijzigd, treft dan ook geen doel.
“het recht op een nog niet ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening”.
1 april 2017 en voor het laatst 1 april 2031
), houdt deze afspraak ingevolge artikel 65 PW dus géén verboden afkoop van pensioenaanspraken in.