Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte 1] ,
De tenlastelegging.
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
De formele voorvragen.
Bewijsmotivering.
- [verdachte 1] reed op 17 maart 2018 in de Volkswagen Polo, met het [kenteken 1] . Deze personenauto staat op naam van [moeder verdachte] , wonende op het adres [straatnaam 5] te [pleegplaats] , alwaar de familie [verdachte 1] woonachtig is. [moeder verdachte] is de moeder van [verdachte 1] ;
- Op de camerabeelden van de parkeerplaats van de [benadeelde partij 1] is te zien dat een Volkswagen Polo op 17 maart 2018 om 18.24.04 uur de parkeerplaats opgereden komt. Verbalisant herkent op de beelden om 18.24.26 uur het kenteken van de auto, zijnde [kenteken 1] ;
- Op een filmpje op de telefoon van [verdachte 1] , gemaakt op 17 maart 2018 om 19.35 uur (twintig minuten voor de overval), is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 5] als bestuurder in een personenauto zit, met [verdachte 1] als filmer op de bijrijdersstoel en met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op de achterbank. [medeverdachte 1] draagt op dat moment iets lichts over zijn hoofd met hierover donkerkleurige capuchon, een donkerkleurige jas en donkerkleurige handschoenen. [medeverdachte 2] draagt op dat moment een zwarte jas met het logo van het merk [naam merk] en dunne blauwe handschoenen, wat overeenkomt met de beelden van [medeverdachte 2] op de beveiligingscamera gemaakt ten tijde van de overval op de [benadeelde partij 1] ;
- Op 17 maart 2018 omstreeks 20.35 uur wordt de Volkswagen Polo, met het [kenteken 1] op de [straatnaam 6] in [pleegplaats] gecontroleerd door de politie. De bestuurder van deze auto betrof [verdachte 1] , de bijrijder betrof medeverdachte [medeverdachte 5] en op de achterbank zaten de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ;
- In voornoemde auto zijn vervolgens onder andere de volgende voorwerpen aangetroffen:
- De zus van [medeverdachte 5] heeft verklaard dat een vriend van [medeverdachte 5] , die [alias 1] werd genoemd, haar broer op 17 maart 2018 in de middag kwam ophalen met een kleine grijze auto. Er zouden ook een paar vrienden vanuit Rotterdam naar zijn verjaardag komen. ’s Avonds kwam haar broer thuis met twee voor haar onbekende jongens. Om 20.45 uur belde haar broer dat hij was aangehouden door de politie;
- Uit het onderzoek is gebleken dat [verdachte 1] ook wel ‘ [alias 1] ’ of ‘ [alias 2] ’ wordt genoemd;
- Getuige [getuige 1] , de vriendin van [medeverdachte 5] , heeft verklaard dat zij [medeverdachte 5] op 17 maart 2018 in de avond, ergens tussen 19.39 uur en 20.29 uur nog heeft gezien op het pleintje ( [straatnaam 7] ), dat [medeverdachte 5] met een vriend [alias 2] was, dat [alias 2] met een personenauto, merk Volkswagen, was, dat zij weet dat [medeverdachte 5] een wapen heeft en dat hij dit weleens bij zich heeft. Het [straatnaam 7] is een plein dat nabij de woning van [medeverdachte 5] is gelegen;
- Uit chatgesprekken tussen de telefoons van [getuige 1] en [medeverdachte 5] blijkt dat zij elkaar op 17 maart 2018 rond 20.00 uur op het pleintje gaan treffen, dat [medeverdachte 5] naar [getuige 1] schrijft ‘die boys snel drive’ en ‘ [alias 1] wacht daar op my’ en ‘2 min Ff geld spliyte’, dat [getuige 1] om 20.07 uur op het pleintje is;
- Getuige [getuige 2] , een vriendin van [getuige 1] heeft verklaard dat zij weleens een wapen heeft gezien bij [medeverdachte 5] , dat [alias 2] ( [verdachte 1] ) op 17 maart 2018 rond 20.05 uur met getuige en [getuige 1] op het pleintje was. Dat [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) met een Volkswagen Polo aangereden kwam en dat daar die twee negers toen ook in zaten. [medeverdachte 5] zei dat ze bij [alias 2] in auto moest, maar dat ze bijna niet kon zitten omdat de kassalade voor haar lag. Ze zag toen een rolletje van de [benadeelde partij 1] . [alias 2] had een oranje trui aan. Ze reden naar de [straatnaam 8] in [pleegplaats] , waar [alias 2] de kassalade in het water gooide. [alias 2] zei tegen haar “schijn licht”, waarop ze haar telefoon pakte, licht scheen en toen een kassalade zag en een [benadeelde partij 1] sticker. [getuige 1] heeft haar later verteld dat het een overval op de [benadeelde partij 1] aan de [straatnaam 2] was en dat [medeverdachte 5] had gezegd dat hij, [medeverdachte 5] , niet in de winkel is geweest en dat het langer duurde, omdat ze geld gingen verdelen;
- In de [straatnaam 8] is daadwerkelijk een kassalade van de [benadeelde partij 1] aangetroffen en deze kassalade is direct herkend door een medewerker van de [benadeelde partij 1] ;
- Medeverdachte [medeverdachte 5] heeft via zijn telefoon kort voor de overval op internet gezocht naar de openingstijden van “ [benadeelde partij 1] [wijknaam] ”, [wijknaam] is de wijk waarin de overvallen [benadeelde partij 1] ligt. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij ten behoeve van de overval een echt vuurwapen van iemand anders had gekregen, dat hij tijdens de overval een kassalade buit had gemaakt, dat hij het vuurwapen na de overval buiten aan iemand anders heeft gegeven, dat hij de broek en de jas die hij droeg bij de overval ergens in een woning in [pleegplaats] heeft achtergelaten en dat de buit verdeeld zou worden over meerdere personen;
- [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij tijdens de overval geld heeft weggenomen bij de [benadeelde partij 1] , dat hij de kassalade van de medeverdachte heeft aangepakt, dat zij naar buiten zijn gegaan, dat de buit onder hem, [medeverdachte 1] en het mannetje van de vluchtauto zou worden verdeeld en dat de kassalade door iemand is ‘gedropt’.
- Op camerabeelden van [cafetaria] is te zien dat op 1 februari 2018 rond 19.37 uur twee personen in beeld verschijnen. Ze komen uit de richting van het [straatnaam 9] en houden zich op nagenoeg recht tegenover de toegangsdeur van de [benadeelde partij 3] . Zij steken de rijbaan over en komen om 19.46 uur aan bij de toegangsdeur van de [benadeelde partij 3] ;
- De beelden van de beveiligingscamera van [benadeelde partij 3] van de overval sluiten qua tijd direct aan op de camerabeelden van de [cafetaria] voornoemd. Op de beelden is te zien dat twee verdachten de [benadeelde partij 3] binnen komen en na 1.27 minuut, om 19.47.49 uur de [benadeelde partij 3] weer verlaten. Op de beelden is te zien dat de verdachten geld uit de kassa in hun jaszakken stoppen;
- Getuige [getuige 3] ziet op 1 februari 2018, omstreeks 19.45 uur, bij het verlaten van het portaal van zijn flat, waarvan de centrale toegangsdeur is gelegen tussen de [benadeelde partij 3] en de [benadeelde partij 1] , twee jongens lopen. Zij vielen getuige op vanwege hun looptempo en omdat ze beiden een sjaal voor de mond en neus hadden. Toen ze voorbij liepen hoorde getuige het gerinkel van munten. De jongens liepen vanaf de [benadeelde partij 3] het parkeerterrein over richting de [straatnaam 13] , richting de gracht;
- Getuige [getuige 4] ziet op 1 februari 2018 rond 19.35 uur een auto staan in de [straatnaam 10] in [pleegplaats] . Hij ziet twee mannen uitstappen. De lichten van de auto bleven aan. Omdat hij dit vreemd vond is hij de twee mannen die uit de auto waren gestapt gevolgd. Ze liepen via de [straatnaam 11] , langs de oude gracht, richting het [straatnaam 9] . Hij is de twee mannen toen uit het oog verloren en besloot dezelfde weg terug te lopen. Weer aangekomen op de [straatnaam 10] zag hij dat de auto er nog steeds stond en hij noteerde het kenteken van de auto, te weten [kenteken 2] . Het was een donkere auto, wellicht een Ford Focus. Getuige zag dat de auto een stukje verderop stond dan eerder en hij zag de bestuurder van de auto op dat moment alleen in de auto zitten. Getuige zag de bestuurder druk om zich heen kijken, vooral achterom in de richting van de [straatnaam 11] . Getuige besloot weer terug te lopen naar de [straatnaam 11] . Nabij de Thomaslaan zag hij dezelfde twee mannen, die hij eerder uit voornoemde auto had zien stappen, aan komen rennen vanuit het [straatnaam 9] . Deze twee mannen renden naar de [straatnaam 10] , stapten in de auto met het kenteken [kenteken 2] en deze auto vertrok richting [straatnaam 12] . De getuige omschrijft de bestuurder als een man met een lichtgetinte huidskleur, met kort haar en geen gezichtsbeharing en met een stevig postuur. Verdachte voldoet aan dit (algemene) signalement;
- Bevraging in het politiesysteem van het kenteken [kenteken 2] leerde dat dit een blauwe personenauto, te weten een Ford Focus, betreft die op naam staat van [verdachte 1] , ingeschreven op de [straatnaam 5] in [pleegplaats] , zijnde ook het woonadres van verdachte [verdachte 1] ;
- Uit politiemutaties blijkt dat voormelde Ford Focus op 11 januari 2018 twee maal en op 21 februari 2018 is gecontroleerd. De ene keer was verdachte bestuurder en medeverdachte [medeverdachte 5] bijrijder, een volgende keer was dat omgekeerd. [verbalisant 1] heeft gepost in de [straatnaam 5] te [pleegplaats] en hij heeft de Ford Focus met het kenteken [kenteken 2] op 1 februari 2018 tussen 21.00 uur en 22.00 uur en om 22.20 uur niet waargenomen. Hij zag dat de betreffende auto omstreeks 22.22 uur in de [straatnaam 5] stond, ter hoogte van nummer 100;
- Getuige [getuige 5] heeft gezien dat twee mannen op 1 februari 2018 rond 19.45 uur à 19.50 uur over de [straatnaam 13] renden, beiden met hun handen in hun jaszakken, aan de zijde van de woningen richting de gracht;
- Op 5 februari 2018 komt bij [verbalisant 2] informatie binnen vanuit JJI Den Hey Acker, dat medeverdachte [medeverdachte 4] op 1 februari 2018 met verlof was gegaan en dat hij niet – zoals afgesproken – om 20.00 uur, maar om 21.30 uur was teruggekomen en dat op de afdeling werd verteld dat [medeverdachte 4] de overval op de [benadeelde partij 3] in [pleegplaats] had gepleegd;
- Een groepsleider in Den Hey Acker heeft in een e-mailbericht aan [getuige 6] geschreven dat een van de jongeren op donderdag 1 februari 2018 rond 21.15 uur een tijdje zat te bellen in het belhok en dat deze jongere even later in het geheim aan de groepsleiding had verteld dat [medeverdachte 4] ongeveer een uur geleden een gewapende overval had gepleegd op een [benadeelde partij 3] in [pleegplaats] , waarbij de buit een paar honderd euro zou zijn geweest en zij niet de kluis konden openen vanwege een tijdslot. De betreffende jongere heeft later de inhoud van het e-mailbericht bevestigd tijdens zijn getuigenverhoor bij de rechter-commissaris in de onderhavige strafzaak;
- Het telefoonnummer in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 4] , te weten [telefoonnnummer] , straalde op 1 februari 2018 om 19:13:41 uur en om 19:17:18 uur zendmasten aan waarvan de locatie van de overval in het zendgebied lag;
- Uit de bevindingen van de historische verkeersgegevens van het nummer [telefoonnummer 1] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 4] , blijkt dat deze op 1 februari 2018 aan het eind van de ochtend masten aanstraalde in de omgeving van Wijchen en Nijmegen, vervolgens vanaf 14.09 uur telefoonmasten in de stad [pleegplaats] aanstraalde en om 19.13 uur en 19.17 uur en 19.40 uur een telefoonmast waarbij de [benadeelde partij 3] aan de [straatnaam 4] en de [straatnaam 10] in [pleegplaats] in het zendgebied van deze mast lagen. Vervolgens straalt het eerstgenoemde telefoonnummer zendmasten aan in [pleegplaats] (19.53 uur en 20.08 uur), Waalre (20.18 uur), Oirschot (20.30 uur), Tilburg (20.40 uur) en Breda (21.06 uur, 21.14 uur en 21.24 uur). De laatste twee tijdstippen heeft het telefoonnummer een telefoonmast aangestraald in de [straatnaam 14] , in de directe omgeving van het Centraal Station in Breda en gelegen op ongeveer 6 kilometer afstand van JJI Den Hey-Acker in Breda;
- Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] , heeft op 1 februari 2018 zes contacten tussen 19.15 uur en 20.10 uur. Om 21.43 uur en om 21.44 uur heeft dit telefoonnummer een datasessie, waarbij gebruik werd gemaakt van een telefoonmast aan de [straatnaam 15] te Gilze. De rijtijd van de [straatnaam 15] te Gilze naar de [straatnaam 5] te [pleegplaats] is volgens google.maps ongeveer 35 minuten. 35 minuten na 21.44 uur is ongeveer 22.19 uur. Hiervoor is reeds opgenomen dat de Ford Focus met het kenteken [kenteken 2] om 22.22 uur op de [straatnaam 5] ter hoogte van nummer 100 wordt waargenomen en daarvoor vanaf 21.00 uur tot 22:20 uur niet;
- Verdachte maakt op 1 februari 2018 gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Er zijn regelmatig contacten tussen dit nummer en het nummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] , ook rond het tijdstip van de overval op de [benadeelde partij 3] . Het nummer in gebruik bij verdachte straalt om 18.52 uur en om 18.58 uur telefoonmasten aan op de [straatnaam 16] te [pleegplaats] . De [straatnaam 5] ligt binnen het zendgebied van deze mast. Om 19.15 uur en om 19.45 uur had het nummer van verdachte contacten waarbij masten werden aangestraald aan de [straatnaam 17] . De [benadeelde partij 3] aan de [straatnaam 4] ligt binnen het zendgebied van deze mast. Het nummer van verdachte heeft om 20.02 uur en om 20.04 uur contact met het nummer in gebruik bij [medeverdachte 5] , waarbij de mast op de [straatnaam 18] weer werd aangestraald. Het eerstvolgende contact van het nummer van verdachte betrof om 21.20 uur, waarbij de mast aan de [straatnaam 14] te Breda werd aangestraald, nabij het Centraal Station in Breda;
- Op 13 februari 2018 omstreeks 23.10 uur vindt een gewapende overval plaats op de [benadeelde partij 2] aan de [straatnaam 3] in [pleegplaats] . De overvaller richt een vuurwapen op de medewerker van de [benadeelde partij 2] , laat deze geld uit de kassa halen voor hem en in een plastic tas doen en graait zelf geld uit de kassa, dat hij ook in de plastic tas doet. Vervolgens trekt de overvaller de gouden ketting van de medewerker van zijn hals, doet de ketting in de plastic tas en vertrekt. Ten tijde van de overval waren twee klanten in de [benadeelde partij 2] ;
- Op camerabeelden van [restaurant] aan de [straatnaam 19] in [pleegplaats] is te zien dat de overvaller, herkend aan zijn broek en gewatteerde jas met schouderstukken, vanuit de [straatnaam 21] om 22.53 uur voorbij [restaurant] komt en dat hij om 23.07 uur, komende uit de richting van de [straatnaam 20] , over de Korianderstraat - op straat rennend met zijn handen in zijn zakken - de [straatnaam 21] in gaat;
- Uit tapgesprekken tussen de telefoonnummers [telefoonnummer 4] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] , en [telefoonnummer 5] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 4] , blijkt dat zij in de periode van 9 februari 2018 tot en met 12 februari 2018 met elkaar spreken over het plegen van een overval (‘Tori’, ‘hakken’), waarbij ook wordt gevraagd of verdachte een auto (‘waggie’) kan regelen;
- In een tapgesprek tussen telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij verdachte (‘ [alias 1] ’ / ‘ [alias 1] ’), en het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] wordt door verdachte gesproken over dat hij nou misschien wel effe iets leuks had, effe snelle jelle. Op de vraag van medeverdachte [medeverdachte 5] : “Wat dan?’ zegt verdachte: ‘Hier, die van buurtie’ en dat ‘het is nu carnaval en dat daar goeie doekoe’s weggeven wordt’. [medeverdachte 5] zegt: ‘Oh, die ene bij ons, die blauwe?’, waarop verdachte ‘Ja’ zegt. Even later in het gesprek vraagt [medeverdachte 5] : ‘Die bij jou daar zo?’ en verdachte zegt: ‘Ja’.
- Uit onderzoek blijkt dat nagenoeg de gehele gevel van de overvallen [benadeelde partij 2] blauw is en dat deze zich in hun beider buurt bevindt, namelijk om de hoek van de straat van de woning van verdachte en op 900 meter afstand van de woning van medeverdachte [medeverdachte 5] .
- Verder wordt uit onderzoek duidelijk dat verdachte op 13 februari 2018 de beschikking heeft over een auto en dat de overval op de [benadeelde partij 2] door kan gaan. Echter, medeverdachte [medeverdachte 4] wordt op 12 februari 2018 aangehouden wegens het niet terugkeren van verlof in het kader van zijn PIJ-maatregel;
- Uit tapgesprekken tussen telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij verdachte (‘ [alias 1] ’ / ‘ [alias 1] ’), en het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] volgt vervolgens dat iemand anders moet worden geregeld om de overval op de [benadeelde partij 2] uit te voeren, te weten medeverdachte [medeverdachte 3] ;
- In een tapgesprek op 13 februari 2018 tussen medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] wordt besproken dat [medeverdachte 3] echt niet kan, hij moet om half elf terug zijn. [medeverdachte 5] zegt dat het dan lastig wordt. [medeverdachte 3] vraagt of het nu niet kan. [medeverdachte 5] zegt: ‘Nee weet je wat het is, je moet effe wachten daarom, tot in de avond, wolla, dan is die gevuld snap je’. ‘Oh op die manier’ zegt [medeverdachte 3] . Ze spreken af om tien uur.
- In een tapgesprek dat even later tussen verdachte en [medeverdachte 5] wordt gevoerd zegt [medeverdachte 5] dat hij uiterlijk tien uur hier kan zijn. ‘En dan meteen terug?’ vraagt verdachte. ‘Ja’ zegt [medeverdachte 5] . Verdachte zegt dan: ‘Maar je weet wat ik heb gezegd hè. Kan dan misschien ook heel mager zijn hè. Maar daar gaan we niet vanuit’.
- Uit historische verkeersgegevens en bijbehorende tapgesprekken blijkt dat medeverdachte [medeverdachte 3] , op 13 februari 2018 vanuit zijn woning in Rotterdam naar [pleegplaats] reist, waar hij omstreeks 22.04 uur aan de buszijde van het Centraal Station in [pleegplaats] wordt opgewacht door medeverdachte [medeverdachte 5] ;
- Verdachte belt op 13 februari 2018 om 22.53 uur naar [medeverdachte 5] en [medeverdachte 5] zegt tegen hem dat hij er al is en klaar staat. Op dat moment loopt de overvaller voorbij [restaurant] , zie hiervoor;
- Uit de tapgesprekken tussen [medeverdachte 5] en verdachte vanaf 23.10 uur blijkt dat de politie in de buurt is en dat om 23.10 uur en 23.12 uur op de achtergrond een persoon hoorbaar is, van wie de stem grote gelijkenis vertoont met de stem van de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 3] . Tijdens het gesprek om 23.12 uur straalden beide telefoons een mast op eenzelfde locatie aan, met dezelfde zendrichting;
- Het telefoonnummer van medeverdachte [medeverdachte 3] straalt op 13 februari 2018 telefoonmasten aan in [pleegplaats] vanaf 21.44 uur. Om 22.04 uur straalt deze een telefoonmast aan, waarbij de buszijde van het station in het zendbereik ligt. De overval werd rond 23.07 uur gepleegd. Om 23.16 uur vindt met de telefoon van [medeverdachte 3] een datasessie plaats, waarbij een mast aan het [straatnaam 22] in [pleegplaats] werd aangestraald. Om 23.39 uur heeft [medeverdachte 3] een gesprek met [medeverdachte 5] , waarbij een mast in Tilburg wordt aangestraald. Vanaf 14 februari 2018 te 00.38 uur wordt door het nummer van [medeverdachte 3] masten aangestraald in Rotterdam, zijn woonplaats;
- Kort daarna, om 00.50 uur stuurt [medeverdachte 5] een sms aan [medeverdachte 3] : ‘Goed gewerkt broer’;
- Op 14 februari 2018 om 13.26 uur levert medeverdachte [medeverdachte 3] een gouden ketting in voor een bedrag van 110 euro bij [winkel] in Rotterdam met als omschrijving “zonder parels en/of stenen – met schakels – zonder tussenstuk”. Deze winkel is gelegen op 550 meter afstand van het woonadres van medeverdachte [medeverdachte 3] in Rotterdam;
- Onderzoek naar het bij de overvallen gebruikte vuurwapen levert op dat het vuurwapen, gebruikt bij de overval op de [benadeelde partij 2] specifieke kenmerken vertoont, die overeen komen met het vuurwapen waarmee medeverdachte [medeverdachte 5] poseert op foto’s en een filmpje die tijdens het onderzoek zijn aangetroffen. Het vuurwapen op de foto’s en het filmpje van [medeverdachte 5] kwam qua uiterlijk overeen met het wapen van de gebruiksaanwijzing van het vuurwapenkoffertje dat is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 3] . In de woning van [medeverdachte 5] is tijdens de doorzoeking op 17 maart 2018 een loopborgpal aangetroffen die dezelfde vorm had als de loopborgpal van het wapen op de gebruiksaanwijzing in het vuurwapenkoffertje dat is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 3] .
Medeplegen of medeplichtigheid verdachte [verdachte 1] .
De rechtbank houdt bij haar oordeel rekening met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van die rol van de verdachte en diens aanwezigheid op belangrijke momenten.
De rol van verdachte [verdachte 1] bij de ten laste gelegde gewapende overvallen op de [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 3] en de [benadeelde partij 2] is naar het oordeel van de rechtbank die van medepleger.
- het gaat steeds om winkelovervallen,
- in de avonduren, wanneer het buiten donker is,
- waarbij de daders gelaatsbedekkende kleding dragen en een vuurwapen gebruiken,
- de feitelijke overvallers worden per auto van en naar de plaats delict vervoerd,
- verdachte treedt op als chauffeur.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] .
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
T.a.v. feit 1 primair:diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;T.a.v. feit 2 primair:diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personenenafpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;T.a.v. feit 3 primair:diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
T.a.v. feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair:Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen goed, te weten:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 1.600,00subsidiair 26 dagen hechtenis.