ECLI:NL:RBOBR:2019:3633

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
26 juni 2019
Zaaknummer
SHE 19/1672
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing evenementenvergunning kermis Best in strijd met bestemmingsplannen

Op 25 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over de evenementenvergunning voor de kermis in Best, die gepland stond van 5 tot en met 9 juli 2019. De burgemeester van Best had deze vergunning verleend, ondanks dat de kermis in strijd was met de bestemmingsplannen. Een inwoner van Best, die dicht bij de kermislocatie woont, verzocht de voorzieningenrechter om de vergunning te schorsen. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen, onder verwijzing naar de lange geschiedenis van de kermis op deze locatie en de aanstaande wijziging van de bestemmingsplannen die de kermis zou toelaten.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet verplicht was om de vergunning te weigeren, ook al was deze in strijd met de bestemmingsplannen. De burgemeester had voldoende gemotiveerd waarom hij ervoor had gekozen de vergunning te verlenen, onder andere omdat de kermis al 17 jaar nabij de woning van de verzoeker wordt gehouden en er een wijziging van de bestemmingsplannen aan komt. De voorzieningenrechter benadrukte dat de zaak enkel betrekking had op de evenementenvergunning en dat de uitkomst van de aanvraag voor een omgevingsvergunning, die op 24 juni 2019 was ingediend, niet van invloed was op deze beslissing.

De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor schorsing van het bestreden besluit, ondanks de geuite bezwaren van de verzoeker over de onduidelijkheid van het besluit en de timing van de vergunningverlening. De voorzieningenrechter wees erop dat de burgemeester in de beslissing op bezwaar het motiveringsgebrek kan herstellen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 19/1672

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

25 juni 2019 in de zaak tussen

[naam] , te [woonplaats] , verzoeker
(gemachtigde: mr. T.M.A. Vervoort),
en
de burgemeester van de gemeente Best, de burgemeester
(gemachtigden: L.J.A.M. van der Vleuten en mr. M.J. Kusters).

Procesverloop

Bij besluit van 3 juni 2019 (het bestreden besluit) heeft de burgemeester aan de gemeente Best een evenementenvergunning verleend voor een kermis te Best, van 5 tot en met 9 juli 2019.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 juni 2019. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Overwegingen

1. De relevante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening Best 2018 (Apv) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn opgenomen in een bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
2. Verzoeker moet worden toegegeven dat het bestreden besluit niet echt helder is geformuleerd. In de tekst van het bestreden besluit staat als plaats van het evenement genoemd ‘Dorpsplein te Best’.
In de voorschriften bij het bestreden besluit wordt verwezen naar een kaart bij het bestreden besluit waarbij naast het Dorpsplein meerdere andere straten en pleinen worden aangewezen, waaronder de straat waar verzoeker woont. De voorzieningenrechter gaat er echter van uit dat voor iedereen, ook verzoeker, duidelijk is dat het evenement niet alleen op het (kleine) Dorpsplein wordt gehouden maar in een groter gebied. Anders kan de voorzieningenrechter ook niet verklaren waarom verzoeker bezwaar heeft gemaakt. In deze onvolkomenheid in het bestreden besluit ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor schorsing van het bestreden besluit.
3. Verzoeker klaagt ook dat de vergunning is verleend kort voor het evenement. Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat het bestreden besluit daarom onrechtmatig is. Het is mogelijk om bezwaar te maken voordat de kermis plaatsvindt en zelfs om een voorlopige voorziening in te dienen. Dat heeft verzoeker immers gedaan. Ook hierin ziet de voorzieningenrechter dus geen aanleiding voor schorsing van het bestreden besluit. Overigens is de kermis een jaarlijks terugkerend evenement. In zoverre hebben verzoeker en eventuele andere bezwaarmakers ook na de kermis een belang bij een beoordeling van de bezwaren en zal de burgemeester in een te nemen beslissing op bezwaar het bestreden besluit volledig (inhoudelijk) moeten heroverwegen, zelfs als de bezwaren zijn ingediend na de kermis, maar binnen de bezwaartermijn.
4. Vast staat dat een deel van de kermis ligt buiten het gebied met de bestemming ‘verkeer’ en de aanduiding ‘evenement 2’ in het bestemmingsplan “Centrum, Stationsgebied e.o.” alsmede deels op de bestemming ‘groen’ in het bestemmingsplan “Hoge Akker, Speelheide,
De Leeuwerik 2018”. Bovendien duurt de kermis inclusief op- en afbouw 11 dagen. De aanduiding ‘evenement 2’ in het bestemmingsplan “Centrum, Stationsgebied e.o.” voorziet slechts in evenementen van maximaal 7 dagen per evenement. Verzoeker merkt dus terecht op dat de kermis in strijd is met het bestemmingsplan. De burgemeester erkent dit ook.
5. Artikel 2:25 vierde lid van de Apv geeft de burgemeester de bevoegdheid om, in aanvulling op artikel 1.8 van de Apv, de evenementenvergunning te weigeren als deze in strijd is met de in een bestemmingsplan opgenomen regels over aantallen, spreiding en geluid. De duur van de kermis is langer dan de 7 dagen die worden genoemd in de planregels van het bestemmingsplan “Centrum, Stationsgebied e.o.”. De burgemeester kan de evenementenvergunning dus weigeren. De burgemeester heeft in het bestreden besluit niet gemotiveerd waarom hij geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid. De burgemeester heeft wel een motivering gegeven op de zitting. Hij heeft aangegeven dat de kermis al 17 jaar lang nabij de woning van verzoeker wordt gehouden. Er vindt bovendien sinds 2015 een draagvlakonderzoek plaats en burgerparticipatie en inspraak over de plek en de duur van de kermis. Verder komt er een wijziging van de bestemmingsplannen aan die de kermis rechtstreeks toelaten, aldus de burgemeester. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester met deze argumenten voldoende heeft gemotiveerd waarom hij nu geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de evenementenvergunning te weigeren. De voorzieningenrechter neemt hierbij in aanmerking dat verzoeker niet heeft onderbouwd waarom de voorschriften in de evenementenvergunning tekortschieten om de overlast van de kermis tot een aanvaardbaar niveau te beperken. De door verzoeker tijdens de zitting getoonde foto’s zijn hiervoor onvoldoende. Verzoeker heeft opgemerkt dat die voorschriften op de kermis niet worden nageleefd, maar dat is een kwestie van goed handhaven.
6. De burgemeester kan het motiveringsgebrek herstellen in de beslissing op bezwaar die hij nog moet nemen. Dit neemt niet weg dat de kermis in strijd is met het bestemmingsplan en daarmee in strijd met het verbod in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo.
De gemeente Best heeft echter op 24 juni 2019 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het afwijkend gebruik in strijd met het bestemmingsplan.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om vooruit te lopen op de uitkomst van dit vergunningentraject of een daaropvolgende bezwaarprocedure. Dat is buiten de omvang van deze zaak die alleen gaat over de evenementenvergunning. Dit is dus evenmin reden om een voorlopige voorziening te treffen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
8. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.H.M Verhoeven, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Leegsma, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op
25 juni 2019.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

BIJLAGE

Algemene plaatselijke verordening Best 2018 (Apv)
Artikel 1:8, eerste lid
1. Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
Artikel 2:25, eerste lid
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
Artikel 2:25, vierde lid
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de burgemeester een vergunning weigeren als deze in strijd is met de in een bestemmingsplan opgenomen regels omtrent aantallen, spreiding en geluid.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.1, eerste lid onder c
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden (…) in strijd met een bestemmingsplan (…).