Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 juni 2019.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van de verdachte.
De motivering van de beslissing.
- een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis indien de verdachte deze taakstraf niet naar behoren verricht, met aftrek van het voorarrest;
- een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren;
- een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaren.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straf:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
240 uren, te vervangen door
120 dagen hechtenisindien de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht;
bijkomende straf:
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (bromfietsen daaronderbegrepen) voor de duur van 30 maanden;
groot 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten, omdat de verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 2 jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.