4.3.Tussen partijen staat (mede daarom) vast dat de huurprijs voor het gehuurde € 1.250,- per maand bedraagt en dat dit bedrag vóór de eerste van de maand moet worden voldaan.
[gedaagde sub 1] heeft ter zitting erkend dat hij ook de laatste maanden geen huur meer heeft betaald. Hij stelt de huur te hebben opgeschort in verband met een aantal gebreken aan het gehuurde. Ook stelt hij terecht een aantal bedragen op de huur te hebben ingehouden voor teveel betaalde borg en andere vergoedingen. [gedaagde sub 1] heeft in reconventie herstel van de gebreken en schadevergoeding gevorderd.
[eiseres] heeft de door [gedaagde sub 1] gestelde gebreken en geleden schade betwist. De kantonrechter zal deze hieronder bespreken.
Afwerking bestrating
[gedaagde sub 1] stelt dat het grind op de looppaden in de tuin aan de voor- en achterzijde van het huis moet worden aangevuld. Doordat er nu geen of onvoldoende grind op de paden ligt, moet hij, volgens hem, als het nat is door de modder lopen.
[eiseres] betwist dat dat de grindpaden moeten worden aangevuld met grind. De zoon van [eiseres] heeft het grindpad aan de zijkant al een keer aangevuld en op het pad aan de voorkant ligt nog voldoende grind, zo voert zij aan. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft [eiseres] foto’s van de grindpaden overgelegd. Verder heeft [eiseres] toegelicht dat er een grote lindeboom in de achtertuin staat waar veel blad van af valt. Dat blad stapelt op op het grindpad waardoor dat niet meer zichtbaar is. Hoewel dit eigenlijk de taak van [gedaagde sub 1] is, ruimt de zoon van [eiseres] ieder jaar het blad op, waarna het grindpad weer tevoorschijn komt. Verder heeft [eiseres] zich nog op het standpunt gesteld dat het aanvullen van het grindpad klein huurdersonderhoud betreft, zodat deze werkzaamheden op grond van artikel 7:217 BW voor rekening van [gedaagde sub 1] komen.
[gedaagde sub 1] heeft tegenover deze gemotiveerde betwisting geen nadere stellingen aangevoerd. Uit de foto’s blijkt dat er voldoende grind op de paden ligt. Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook niet komen vast te staan dat sprake is van een gebrek aan de bestrating.
De vijver
[gedaagde sub 1] stelt dat er een lek in de vijver in de tuin zit en dat de vijver in de zomer zodanige stankoverlast veroorzaakt dat je niet buiten kunt zitten. [gedaagde sub 1] heeft de vijver de afgelopen drie jaar twee keer per jaar moeten bijvullen.
[eiseres] betwist dat er een lek in de vijver zit. Afgelopen zomer(s) is het erg droog geweest en volgens [eiseres] is het sowieso gebruikelijk dat je in droge perioden een vijver bijvult omdat het water verdampt of door de waterplanten wordt opgenomen. Bovendien staat het [gedaagde sub 1] vrij de vijver te dempen met het zand dat nog naast de vijver ligt. En ook hier geldt volgens [eiseres] dat tuinonderhoud en reparaties aan delen van de tuin op grond van het Besluit kleine herstellingen voor rekening van [gedaagde sub 1] komen.
Ook met betrekking tot de vijver is gelet op de gemotiveerde betwisting van [eiseres] naar het oordeel van de kantonrechter niet komen vast te staan dat sprake is van een gebrek aan het gehuurde als bedoeld in de wet.
De schuurdeur
[gedaagde sub 1] stelt dat de schuurdeur klemt en het slot daarvan defect is. Hij stelt dat de deur al drie keer is bijgeschaafd, waardoor je nu een vinger tussen het kozijn en de deur kunt houden en deze met een koevoet makkelijk kan worden losgebroken. De deur kan nu wel op slot, maar de timmerman heeft de veiligheidspal aan de onderkant moeten afbreken. Ook klemt de deur nog enigszins.
[eiseres] stelt dat zij nooit iets heeft gehoord van een ontbrekende veiligheidspal. Het betreft de deur van een fietsschuurtje die aan de onderkant enigszins uitzette. [eiseres] heeft dat door een timmerman laten verhelpen en nu klemt de deur niet meer. Voorts betwist [eiseres] dat een klemmende schuurdeur een gebrek oplevert, aangezien het huurgenot hier niet door wordt verminderd.
[gedaagde sub 1] heeft tegen deze gemotiveerde betwisting geen nadere stellingen ingebracht. Voorts heeft hij erkend dat de deur wel op slot kan. Het gaat om een schuurdeur. Daar kunnen niet dezelfde eisen aan worden gesteld als aan een deur van een woning. Kennelijk heeft de timmerman de schuurdeur functionerend gemaakt. Er moet dan van worden uitgegaan dat het gebrek aan de deur is verholpen.
De zonneluifel
[gedaagde sub 1] stelt dat de zonneluifel aan de keuken spontaan naar beneden is gekomen en daarbij op zijn op hoofd is gevallen. De zoon van [eiseres] heeft de luifel gewoon weer teruggehangen, aldus [gedaagde sub 1] . De bovenrand van de luifel hangt echter een stuk uit de kast. Hierdoor durft [gedaagde sub 1] de zonneluifel niet meer te gebruiken, terwijl dit wel nodig is.
[eiseres] betwist dat de zonneluifel gebrekkig is of was. Ieder bewijs dat er iets mis is (of was) met de zonneluifel ontbreekt volgens haar. Na de melding van [gedaagde sub 1] dat de luifel op zijn hoofd zou zijn gevallen zijn de zoon en schoonzoon van [eiseres] gaan kijken. Zij hebben de zonneluifel gedemonteerd op de grond aangetroffen met de schroeven erlangs. Er was niets afgebroken en de pluggen zaten nog in de muur. De zoon en schoonzoon van [eiseres] hebben de luifel vervolgens weer aan de muur gemonteerd en een paar keer zonder problemen naar beneden gedraaid. Volgens [eiseres] is dan ook geen sprake (meer) van enig gebrek aan de zonneluifel.
Nu de luifel weer is bevestigd en [gedaagde sub 1] de zonneluifel sindsdien zelf niet meer heeft gebruikt, en bewijs dat de luifel niet goed functioneert ontbreekt, moet ervan worden uitgegaan dat de luifel weer goed werkt. Er is dan geen sprake van een gebrek.
Vergeeld plafond voorportaal
[eiseres] heeft hierover onbetwist gesteld dat zij heeft aangeboden dit te laten witten door een schilder, ondanks dat dit een taak is van de huurder. [gedaagde sub 1] heeft de schilder echter geweigerd. [eiseres] heeft de schilder gevraagd zelf rechtstreeks contact op te nemen met [gedaagde sub 1] omdat haar is gebleken dat het lastig is om een afspraak met [gedaagde sub 1] te maken. [gedaagde sub 1] heeft ter zitting erkend dat hij de schilder heeft geweigerd, omdat het midden in de winter was en de deuren na het schilderen open moeten staan. Momenteel wil hij eerst deze procedure afwachten.
De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] heeft aangeboden het plafond te laten witten, maar dat [gedaagde sub 1] vooralsnog geen gebruik heeft gemaakt van dit aanbod. Dat betekent dat, als al sprake is van een gebrek, het niet herstellen daarvan niet aan [eiseres] kan worden toegerekend.
Omgekapte bomen
[gedaagde sub 1] stelt dat de zoon van [eiseres] zonder zijn toestemming zeven (gezonde) bomen heeft omgekapt, waaronder een mooie grote kastanjeboom.
(De zoon van) [eiseres] stelt dat het ging om vijf bomen en dat deze bomen zijn omgekapt omdat ze al ruim een jaar dood in de tuin stonden en met de storm de toppen afbraken. Omdat dit onveilige situaties opleverde heeft de zoon van [eiseres] de bomen gekapt. In het Besluit kleine herstellingen is uitdrukkelijk als verantwoordelijkheid van de huurder genoemd: het vervangen van beplanting die dood is gegaan. Omdat [gedaagde sub 1] hiermee in gebreke bleef, zijn de bomen in opdracht van [eiseres] verwijderd om schade aan het gehuurde of andere in de omgeving gelegen opstellen en personen te voorkomen, aldus [eiseres] .
Hoewel aannemelijk is dat de bomen dood waren (aangezien niet aannemelijk is dat de zoon van [eiseres] goede bomen zou kappen), is de kantonrechter van oordeel dat, ongeacht de staat waarin deze bomen zich bevonden, het kappen van de bomen niet kan worden aangemerkt als een gebrek aan het gehuurde als bedoeld in de wet.
Stenen bloembak
[gedaagde sub 1] stelt dat de zoon van [eiseres] zijn stenen bloembak heeft afgebroken en de stenen heeft meegenomen.
De zoon van [eiseres] heeft ter zitting verklaard dat hij niets afweet van een beschadigde stenen bloembak. Indien dat anders zou zijn geweest zou hij niet moeilijk hebben gedaan over herstel van die bloembak, zo heeft hij verklaard.
[gedaagde sub 1] heeft ter zitting geen nadere toelichting op dit punt gegeven. [eiseres] is dan geen vergoeding verschuldigd. Bovendien kan dit niet als een gebrek aan het gehuurde worden aangemerkt.
Vliegenplaag
[gedaagde sub 1] heeft ter zitting het volgende verklaard. De vliegenplaag is al van jaren terug. Hij heeft dit destijds gemeld bij de zoon van [eiseres] en die heeft hem een spuitbus met gif gegeven. [eiseres] zou de vliegenplaag ook door een professional laten bestrijden, maar die is nooit gekomen. [eiseres] is zelf met haar zoon en dochter gekomen om de vliegen op te ruimen en daar zijn ze een behoorlijke tijd mee bezig geweest. [gedaagde sub 1] heeft ter zitting een plastic zakje met insecten laten zien die hij in het gehuurde zou hebben aangetroffen. Hij stelt verder dat hij nog naar het ziekenhuis is geweest omdat hij door een van deze insecten zou zijn gebeten in zijn hand. Deze beten heeft de specialist behandeld, aldus [gedaagde sub 1] .
[eiseres] betwist dat sprake is (geweest) van een vliegenplaag. De dode insecten die [gedaagde sub 1] ter zitting heeft getoond betreffen volgens haar schildwantsen. Die kunnen volgens [eiseres] echter niet recent in het gehuurde zijn aangetroffen, omdat die er in deze tijd van het jaar niet zijn. Vorig jaar is in het nieuws geweest dat er veel schildwantsen waren. Wel is juist dat [eiseres] en haar zoon en dochter een aantal jaren geleden naar aanleiding van een klacht van [gedaagde sub 1] over een vliegenplaag de zolder van het gehuurde hebben schoongemaakt. Zij hebben daar toen slaapvliegen aangetroffen bij de velux-ramen, die zij in twee minuten hebben opgezogen. Omdat de ramen nooit gewassen waren en de zolder nooit was schoongemaakt, hebben zij dat maar meteen gedaan. Het gehuurde is naast een koeienstal gelegen en daar zijn vliegen. Die vliegen worden volgens [eiseres] echter vier keer per jaar door een professioneel bedrijf bestreden. [eiseres] is dit ook verplicht bij wet. Verder dient [gedaagde sub 1] het opruimen van de vliegen volgens [eiseres] zelf bij te houden. Los van het voorgaande geldt nog dat ongediertebestrijding op grond van artikel 7:217 BW en het Besluit kleine herstellingen een taak is van [gedaagde sub 1] , aldus [eiseres] .
Tegen deze gemotiveerde betwisting heeft [gedaagde sub 1] geen nadere stellingen ingebracht. Nergens uit blijkt dat [eiseres] verantwoordelijk is voor de vliegen- of insektenplaag waarvan [gedaagde sub 1] last heeft (gehad). De vordering van [gedaagde sub 1] op dit punt wordt afgewezen.
Keuken
[gedaagde sub 1] stelt dat de fineerlaag van alle 27 keukendeurtjes los laat. [eiseres] zou daarvoor een professioneel bedrijf uit Eindhoven laten komen, maar dat is nooit geweest. [eiseres] heeft één paneel zelf geschilderd, maar de kleur van dit paneel wijkt af van de overige panelen. Bovendien is [eiseres] drie dagen bezig geweest met het herstellen van één paneel en wil zij de overige panelen (ook) in de schuur van het gehuurde opknappen. [gedaagde sub 1] wil dat niet.
[eiseres] erkent dat de folie op de keukendeurtjes los laat, maar betwist dat hierdoor het huurgenot wordt aangetast. De keuken functioneert naar behoren en van een gebrek is volgens [eiseres] geen sprake. [eiseres] wil de keukendeurtjes zelf herstellen. Zij heeft daarvoor volgens haar de oorspronkelijke kleurcode gebruikt. Als zij alle panelen heeft hersteld hebben zij volgens haar alle ook weer dezelfde originele kleur. [gedaagde sub 1] weigert echter zijn medewerking te verlenen aan herstel door haarzelf, aldus [eiseres] .
De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] in de gelegenheid behoort te worden gesteld om de keukenkastjes zelf te herstellen, aangezien nergens uit blijkt dat dat herstel ondeugdelijk zou zijn. Ten onrechte heeft [gedaagde sub 1] het aanbod tot herstel door de deurtjes te schilderen geweigerd.
Geleden materiële schade en verlies levende have
[gedaagde sub 1] stelt dat hij de huurovereenkomst met [eiseres] is aangegaan omdat hij hobbydieren mocht houden. Hij stelt dat hij door [eiseres] werd verplicht de dieren weg te doen omdat het houden van hobbydieren op een veehouderij niet zou zijn toegestaan. Hij is van mening dat [eiseres] onachtzaamheid, nalatigheid en misleiding is te verwijten. Hij stelt dat hij als gevolg daarvan ruim € 4.000,- schade heeft geleden aan materiaalkosten en verlies van levende have. Ook eist [gedaagde sub 1] genoegdoening in de vorm van een schadevergoeding voor het ongeoorloofd afschieten van zijn nog zes rondvliegende witte sierduiven.
[eiseres] stelt dat de Omgevingsdienst Brabant Noord (hierna: de Omgevingsdienst) in september 2016 een controle heeft uitgevoerd op het bedrijf inclusief het gehuurde. [gedaagde sub 1] bleek toen niet alleen een grote hoeveelheid niet geregistreerde dieren te bezitten, maar ook werd geconstateerd dat sprake was van illegale bewoning van de bij het gehuurde behorende garage die [gedaagde sub 1] had onderverhuurd. Omdat de omgevingsdienst voornemens was een last onder dwangsom op te leggen aan [eiseres] , moest aan de illegale bewoning alsmede aan het bezit van de vele dieren een einde komen. [gedaagde sub 1] beschikte over meerdere schapen, geiten, hangbuikzwijnen, eenden, poelepetaten, kippen en ganzen. Als het op grond van wettelijke regels niet toegestaan is op een betreffende locatie bepaalde activiteiten te verrichten, zoals het houden van dieren, dient een huurder zich daaraan te conformeren. [gedaagde sub 1] heeft er volgens [eiseres] mee ingestemd dat de dieren zouden worden verkocht. Volgens [eiseres] is dit in goed overleg gegaan en is van schade sowieso geen sprake. [eiseres] betwist dat zij of haar zoon de witte sierduiven heeft afgeschoten of laten afschieten.
De kantonrechter is van oordeel dat vast staat dat de Omgevingsdienst het houden van hobbydieren in de mate zoals dat door [gedaagde sub 1] werd gedaan, niet toelaatbaar heeft geoordeeld. Daar staat [eiseres] buiten. Nergens uit blijkt verder dat [gedaagde sub 1] schade heeft geleden als gevolg van enig handelen van (de zoon van) [eiseres] . Ook blijkt nergens uit dat de zoon van [eiseres] de witte duiven heeft afgeschoten of heeft laten afschieten. De vordering van [gedaagde sub 1] op dit punt wordt afgewezen.
Schadevergoeding voor psychisch leed, infectiegevaar, geestelijke mishandeling en smart
[gedaagde sub 1] stelt dat naast de aanslag op zijn woongenot, [eiseres] categorisch de gevaren voor zijn geestelijke en lichamelijk welzijn negeert. [gedaagde sub 1] voelt zich geterroriseerd door de zoon van [eiseres] . Ondanks dat [gedaagde sub 1] meerdere malen heeft aangegeven dat hij hem niet op zijn terrein wenst, maait hij evengoed het gras en spuit hij onkruidbestrijder om de stenen schoon te krijgen, aldus [gedaagde sub 1] .
[eiseres] betwist het opzettelijk toebrengen en veroorzaken van psychisch leed, het onbekommerd negeren van op de loer liggend infectiegevaar, en geestelijke mishandeling van [gedaagde sub 1] . Ter zitting heeft de zoon van [eiseres] toegelicht dat het maaien van het gras jarenlang in goed overleg is gegaan. Hij begrijpt nu dat dit inmiddels niet meer door [gedaagde sub 1] gewenst is en heeft toegezegd het gras daar ook niet meer te zullen maaien.
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de verwijten die [gedaagde sub 1] aan (de zoon van) [eiseres] maakt niet meer dan blijken van een inmiddels verstoorde verhouding tussen partijen. Mede gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van de gestelde gebreken is overwogen en op de toelichtingen van partijen ter zitting, moet worden vastgesteld dat op geen enkele wijze is komen vast te staan dat [eiseres] en/of haar zoon geestelijk of lichamelijk leed aan [gedaagde sub 1] heeft toegebracht of heeft beoogd toe te brengen.
De bloembakstellage
[gedaagde sub 1] heeft ter zitting verklaard dat deze weer op zijn plek is gezet.