Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 februari 2019;
- het proces-verbaal van de comparitie van 30 april 2019.
2.De feiten
bewonersparkeren” als “
bezoekersparkeren” (naast de gebouwen A en K) is vermeld. Op tekeningen op (onder meer) pagina 69 en 101 is “33 bppl” vermeld. In het plan is verder op pagina’s 32 en 43, voor zover relevant, het volgende vermeld.
- Dat vermeld is dat ontwikkelaar voornemens is op het afgesloten parkeerterrein van de gebouwen B, C, D, E en F in totaal 7 of 8 extra bezoekersparkeerplaatsen te realiseren.
- Dat de inrichtingskaart openbare ruimtes van de gemeente slechts indicatief is en expliciet geen contractstuk betreft. Ook de daarin opgenomen inrichting van het park, de openbare ruimtes en de aangegeven 34 bezoekersparkeerplaatsen zijn slechts indicatief.
- Dat er geen enkele toezegging is gedaan over het gebruik van andere bezoekersparkeerplaatsen, behoudens de onder punt 2 genoemde.”
Ook aan de oostzijde van de Henri Dunantstraat worden zo’n 33 parkeerplaatsen gerealiseerd. Deze zijn bedoeld voor bezoekers aan Willemspoort. In een later stadium worden de bezoekersparkeerplaatsen aan de zuidzijde van Willemspoort op een andere manier ingedeeld.”
Ook aan de oostzijde van de Henri Dunantstraat worden tijdelijke parkeerplaatsen gerealiseerd. Deze zijn bedoeld voor bezoekers aan Willemspoort. In een later stadium worden de bezoekersparkeerplaatsen aan de zuidzijde van Willemspoort op een andere manier ingedeeld.”
3.De vordering en het verweer
A. voor recht te verklaren dat Heijmans tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichting tegenover de kopers om 33 bezoekersparkeerplaatsen met slagboom te realiseren,
B.
primairHeijmans te gebieden deze parkeerplaatsen alsnog conform splitsingstekening op te leveren aan de oostzijde van de Henri Dunantstraat, op straffe van een dwangsom van
€ 5.000,00 per dag dat Heijmans hiermee in gebreke blijft, en
subsidiairvoor recht te verklaren dat de waarde van de appartementen van de kopers is gedaald als gevolg van het uitblijven van de realisatie van de 33 bezoekersparkeerplaatsen, ter grootte van een door een makelaar/deskundige nog te bepalen bedrag,
C. veroordeling van Heijmans in de kosten van de procedure, vermeerderd met de nakosten en de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Collectieve actie VvE
Bij dagvaarding heeft de VvE gesteld dat de leden van de VvE (eigenaren van de appartementen in gebouw B) en de eigenaren van de appartementen in de gebouwen D en E tezamen worden aangeduid als “kopers”. Heijmans heeft hierop gesteld dat de VvE niet de vereniging van eigenaars is van de gebouwen D en E en dat niet is vast komen te staat dat de VvE bevoegd is de kopers ten aanzien van de gebouwen D en E te vertegenwoordigen of daarbij belang heeft. De (advocaat van) de VvE heeft vervolgens tijdens de comparitie verklaard dat onder de in het petitum genoemde “kopers” alleen de leden van de VvE dienen te worden verstaan. De rechtbank begrijpt hieruit dat de VvE in deze procedure alleen wenst op te treden namens de eigenaren van de appartementen in gebouw B en dat de term “kopers” in de gevorderde verklaringen voor recht alleen op die eigenaren ziet. De rechtbank ziet dan ook geen reden om te concluderen dat de VvE geen belang heeft bij haar vorderingen en/of dat de VvE op de voet van artikel 3:305a lid 2 BW niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Tijdens de comparitie heeft Heijmans foto’s van de parkeerplaats getoond. Op de foto’s is zichtbaar dat er een bestrate parkeerplaats aanwezig is met een ijzeren omheining daaromheen. Uit deze foto’s blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat de parkeerplaats duurzaam is. Ter vergelijking verwijst de rechtbank naar de nieuwsbrief van oktober 2017 waarin melding wordt gemaakt van een tijdelijke parkeerplaats voor bezoekers naast bouwblok B. Op de foto’s van deze tijdelijke parkeerplaats is een zandvlakte met losstaande dranghekken zichtbaar. De huidige parkeerplaats aan de oostzijde van de Henri Dunanstraat lijkt hier geenszins op. Dit betreft geen onafgewerkte zandvlakte, maar een bestrate parkeerplaats met duurzaam ijzeren omheining. De VvE heeft ter comparitie zelf ook verklaard dat de huidige parkeerplaats er duurzaam uitziet. De stelling van de VvE dat de parkeerplaats van tijdelijke aard is, volgt de rechtbank dus niet. De VvE heeft daartoe onvoldoende gesteld. Voor zover de VvE stelt dat sprake is van een tekortkoming omdat de huidige parkeerplaats van tijdelijke aard is, slaagt dit dus niet.
van de bewonersvan Willemspoort. De rechtbank begrijpt dat een slagboom dient te verhinderen dat anderen gebruik kunnen maken van de bezoekersparkeerplaatsen. De slagboom is op dit moment nog niet aanwezig, zodat iedereen kan parkeren op de parkeerplaats.
van de bewonersvan Willemspoort.
van de bewonersvan Willemspoort. Op de tekening is geen slagboom afgebeeld.
De rechtbank acht het daarbij bovendien aannemelijk dat de afbeelding van deze parkeerplaatsen enkel is bedoeld om gebouw B (en de bijbehorende bewonersparkeerplaatsen) in context te plaatsen, zoals Heijmans tijdens de comparitie heeft betoogd.
van de bewonersvan Willemspoort. Bovendien maken het Stedenbouwkundig Plan en het Inrichtingsplan geen onderdeel uit van de koop-/aannemingsovereenkomst tussen de kopers en Heijmans. Vaststaat dat deze plannen niet afkomstig zijn van Heijmans. Het Stedenbouwkundig Plan is in opdracht van de gemeente ’s-Hertogenbosch door OWM B.V. opgesteld. De VvE heeft tijdens de comparitie erkend dat aan het Stedenbouwkundig Plan niet rechtstreeks rechten kunnen worden ontleend.
bezoekersparkeerplaatsen, laat staan om parkeerplaatsen voor
de bezoekers van de bewonersvan Willemspoort. Op de tekening is geen slagboom afgebeeld.
4.5.11. De VvE heeft verder aangevoerd dat uit het gesprek dat de kopers voor de koop met de makelaar hebben gehad, volgt dat de bezoekersparkeerplaatsen zijn bedoeld voor de bezoekers
van de bewonersvan Willemspoort. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft de VvE totaal 29 schriftelijke getuigenverklaringen van kopers overgelegd. Diverse getuigen verklaren dat de makelaar heeft aangegeven dat er bezoekersparkeerplaatsen worden aangelegd met slagbomen. De rechtbank stelt echter vast dat in geen van de verklaringen is gedefinieerd wat onder “bezoekers” moet worden verstaan. Daar komt bij dat de verklaringen onderling grote gelijkenissen vertonen, zodat niet duidelijk is in hoeverre sprake is van uit eigen waarneming bekende feiten. Daar staat tegenover dat de betreffende makelaar, de heer [naam makelaar] , op 7 maart 2017 (onder meer) heeft verklaard dat hij geen enkele toezegging heeft gedaan over het gebruik van andere bezoekersparkeerplaatsen dan de voorgenomen 7 of 8 extra bezoekersparkeerplaatsen op het afgesloten parkeerterrein van de gebouwen B, C, D, E en F. Naar het oordeel van de rechtbank onderbouwen de 29 schriftelijke getuigenverklaringen niet, althans onvoldoende, de stelling dat op Heijmans de verplichting rust om een slagboom te realiseren zodat alleen de bezoekers van de bewoners van Willemspoort gebruik kunnen maken van de parkeerplaats.
de bewoners vanWillemspoort. Ook is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd dat het enkel ontbreken van de slagboom daadwerkelijk tot een waardevermindering van de appartementen leidt. Dit wordt door Heijmans uitdrukkelijk betwist en de VvE heeft geen taxatie of andere stukken overgelegd, om dit nader te onderbouwen. De rechtbank acht het ook niet aannemelijk dat het enkele feit dat er geen slagboom aanwezig is bij de bezoekersparkeerplaatsen, leidt tot een waardevermindering van de appartementen.
De kosten aan de zijde van Heijmans worden begroot op:
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)