Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering tul: 01/047602-17 Datum uitspraak: 23 mei 2019
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs (t.a.v. het primair ten laste gelegde).
de rechtbank begrijpt: [straatnaam 4] )in Gemert. De ouders van getuige waren op vakantie en kwamen een dag na de brand weer thuis. Getuige was op zaterdag 20 mei 2017 vanaf ongeveer 17:25 uur thuis. Hij hoorde, vrij snel nadat hij de pannen op het fornuis had gezet, een flinke ontploffing. Hij voelde de grond trillen en zag het keukenraam trillen en hoorde een flinke knal. Hij hoorde iemand schreeuwen en dacht dat dit van buiten kwam. Hij hoorde dat iemand om hulp riep, is via de voordeur naar buiten gegaan en zag bij de buren in de tuin iemand op de grond liggen. De man stond in brand en rolde over de grond. De man brandde aan zijn zij. Ook stond de man in brand bij zijn beide onderbenen. De deur van de schuur van de buren stond in brand. De buurman reed zijn auto, die voor de schuur stond, achteruit en zette de auto op straat. Het linker voorwiel van deze auto stond in brand. Hij probeerde met zijn blote handen het vuur uit te slaan bij de man die brandend op de grond lag. Nadat het vuur uit was, zei hij tegen de man dat zijn broek uit moest. Hij zag dat de man overeind kwam zitten. De man vroeg hoe hij eruit zag. Getuige zei tegen de man dat hij een beetje verbrand was. Daarop begon de man meteen weer te schreeuwen. Getuige zag dat de onderbenen van de man geel gekleurd waren. Hij heeft toen de knoop van de broek van de man losgemaakt. De man was over zijn buik naar de straat aan het kruipen. Op dat moment pakte hij de broek van de man bij de enkels vast en heeft op die manier de broek uitgetrokken. Hij heeft de man nooit eerder gezien.
Bewijsmotivering (t.a.v. het primair ten laste gelegde).
Het sprenkelen van benzine is naar uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op het veroorzaken van brand of een ontploffing, dat het niet anders kan dan dat verdachte minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er brand en/of een ontploffing in de garage zou ontstaan. Dit betekent dat de rechtbank bewezen acht dat verdachte opzet had op het veroorzaken van een ontploffing in de garage.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
- gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- terbeschikkingstelling met voorwaarden.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01/047602-17.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
primairopzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar / gevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van primair:gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27Wetboek van Strafrecht
Ten aanzien van primair:terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van 2 jaar.
maatregel van schadevergoedingvan
€ 2.039,98subsidiair 30 dagen hechtenis.
€ 2.039,98(zegge: tweeduizend negenendertig euro en achtennegentig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.