In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 mei 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren en dumpen van drugsafval. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk verrichten van handelingen met gevaarlijke afvalstoffen, afkomstig van de productie van amfetamine en MDMA, in de periode van 29 april 2017 tot en met 1 mei 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen ongeveer 11.340 liter gevaarlijke afvalstoffen heeft vervoerd en opgeslagen in een loods in Helmond, en dat hij in Lierop en Aarle-Rixtel afvalstoffen heeft gedumpt. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte een gevangenisstraf van 12 maanden zou krijgen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft daarbij de ernst van de feiten en de risico's voor het milieu en de volksgezondheid in aanmerking genomen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.