Op 20 mei 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een periode van drie jaar kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven, in bezit heeft gehad, aangeboden en verspreid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 30 oktober 2014 tot en met 24 mei 2017 te Laarbeek, meermalen afbeeldingen heeft verspreid, aangeboden, verworven en in bezit heeft gehad die seksuele gedragingen vertoonden waarbij personen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De verdachte heeft zijn handelen verdedigd door te stellen dat hij handelde ter bestrijding van kinderporno, maar de rechtbank achtte dit verweer volkomen misplaatst en ongeloofwaardig. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden. De uitspraak is gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 6 mei 2019, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de strafmaat. De inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een smartphone en een harde schijf, zijn onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt bij het plegen van het feit.