Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[stichting]
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Inleiding.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
“De overdracht van deze patiënte door het FACT-team naar de afdeling [afdeling 2] was onzorgvuldig. De overdracht heeft alleen telefonisch plaatsgevonden tussen de verwijzende psychiater en de AIOS waarin het doel van de opname en de diagnose werden besproken. Informatie en afspraken over medicatiebeleid, bejegening en familiebetrokkenheid, die door de verwijzende psychiater gemaakt waren met patiënte en ouders, zijn niet aangekomen bij de AIOS en het verpleegkundig team. Er heeft geen schriftelijke verwijzing plaatsgevonden.”.
“Wat betreft het niet onderkennen van de clozapine-gerelateerde myocarditis met als dramatisch gevolg het overlijden van patiënte neig ik daarom de verantwoordelijkheid daarvoor vooral te leggen bij de gekwalificeerde psychiater-supervisoren (-) en in mindere mate bij de aios (-), temeer omdat de aios pas 3 weken in dienst en opleiding was en dus niet geacht kon worden op de hoogte te zijn van alle risico’s van clozapine, de interne [de instelling] clozapine richtlijn te kennen, en alle interne procedures te kennen. Een meer proactieve opstelling van de psychiater-supervisoren ter “bescherming” van deze onervaren aios zou op zijn plaats zijn geweest”en
“Ik onderschrijf de kritische conclusies van de Inspectie over de wijze waarop door de aios (-) en door de psychiater-supervisoren (-) invulling is gegeven aan de werkbegeleiding/supervisie. Alle betrokkenen zijn tekortgeschoten.”
“De somatische controles werden niet leges artis uitgevoerd en gerapporteerd en er ontbrak lichamelijk onderzoek bij opname als mede een behandel- en verpleegplan. Schriftelijke rapportages waren fragmentarisch aanwezig en de overdrachten waren niet systematisch en toegespitst.”en (p. 179)
“De medicatielijst betreft slechts de risperidone en clozapine. Of er andere medicatie werd gebruik is niet vermeld op de lijst. Dat is wonderlijk als er wel voedingssupplementen, vitamines en onverzadigde vetzuren werden gebruikt. Als er nog meer medicaties werden gebruikt, kan ik interacties op somatisch en psychiatrisch domein niet uitsluiten. De wijze van medicatierapportage vind ik onvoldoende.”
Ten aanzien van de afbouw van het middel Risperdal is door de supervisor van de AIOS besloten dit versneld te doen; deze werkwijze is omstreden, maar wordt niet strijdig met de richtlijnen geacht ( [deskundige] , p. 524).Mogelijk heeft deze versnelde afbouw van Risperdal er wel voor gezorgd dat [slachtoffer] tijdens haar opname (meer) psychotisch is geworden (p. 524).
Duidelijk is dat er bij aanvang van en tijdens de behandeling goed lichamelijk onderzoek moet worden gedaan, en dat regelmatig bloedonderzoek moet plaatsvinden. Ook is gedurende de medicatieopbouw op enig moment een ECG voorgeschreven. Op de afdeling [afdeling 2] was het maken van een ECG niet mogelijk. ECG’s werden door externen gemaakt. Ook de bloedafname en bloedanalyse werden extern gedaan, terwijl de diagnostiek naar aanleiding van de uitslagen door de ziekenhuisapotheker van het [ziekenhuis] werd gedaan.
Zij is tijdens de periode van de opname tweemaal lichamelijk onderzocht. Het eerste onderzoek op 14 mei 2013 (EPD p. 107, [behandelaar] , p. 180, [deskundige] p. 527) is gedaan door een co-assistent (student) en deze is bij dit onderzoek niet begeleid, gecontroleerd of opgevolgd, en diens diagnose “buikgriep” is als vaststaand door alle betrokkenen op de afdeling overgenomen (Intern onderzoek, p. 289). Het tweede onderzoek was op 24 mei 2013 en is verricht door de AIOS. Hierover is eerst post mortem verslag gelegd (EPD, p. 95-96).
Tijdens de opname heeft de verpleging steeds een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfverzorging van [slachtoffer] . Uit het interne onderzoek van [de instelling] komt naar voren dat de verpleging ervan uitging dat [slachtoffer] leed aan een persoonlijkheidsstoornis en daarom moest worden geactiveerd (Intern onderzoek p. 290), terwijl zij juist psychotisch was en niet voor zichzelf kon zorgen.
Zelfs toen dit bij [slachtoffer] ontaardde in lichamelijke vervuiling en verwaarlozing en vervuiling van haar kamer heeft dat aanvankelijk niet geleid tot een daadwerkelijke wijziging van dit beleid. Ook het steeds dringender beroep van de familie op ingrijpen heeft niet geleid tot een andere aanpak. Toen haar kamer zodanig vervuild was dat die ontsmet moest worden, is [slachtoffer] door de verpleging verhuisd naar een kamer in de rode zone, dichter bij het kantoor van de verpleging. Ter zitting heeft [de instelling] aangegeven dat inderdaad in principe wordt uit gegaan van eigen verantwoordelijkheid van de patiënt, maar dat dit binnen de instelling nooit mag leiden tot vervuiling en verwaarlozing. Dit had niet mogen gebeuren.
Het college stelt voorop dat patiënte, gedurende haar opname, niet de behandeling heeft gehad die zij en haar familie hadden mogen verwachten. Zij heeft, aldus het college, bijna bij voortduring onvoldoende aandacht gehad, is onvoldoende deskundig behandeld en begeleid; zij is het slachtoffer geworden van de slechte communicatie tussen de betrokken hulpverleners en, ten slotte, ook van de kwantitatieve en deels ook kwalitatieve onderbezetting van de afdeling. De hoofdbehandelaar is tekort geschoten. De AIOS was in feite niet bekwaam om grotendeels zelfstandig aan deze patiënte adequate hulp te verlenen.
verdachteen het intreden van de dood van het slachtoffer een causaal verband bestaan.
derhalve aan [de instelling]- kan worden toegerekend en in welke mate dat het geval is.