Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
zulks terwijl die [slachtoffer] aan zijn zorg en/of waakzaamheid en/of opleiding was toevertrouwd (immers was verdachte docent ( [vak] ) aan [naam school] en gaf ( [vak] )les aan die [slachtoffer] en/of heeft verdachte zich opgeworpen als "vertrouwenspersoon" van [slachtoffer] ).
De formele voorvragen.
Bewijs.
De bewezenverklaring.
zulks terwijl die [slachtoffer] aan zijn opleiding was toevertrouwd (immers was verdachte docent [vak] aan [naam school] en gaf economieles aan die [slachtoffer] en heeft verdachte zich opgeworpen als "vertrouwenspersoon" van die [slachtoffer] ).
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van de verdachte.
De motivering van de beslissing.
- ten aanzien van de post injecties (€ 72,99) op 4 januari 2019;
- ten aanzien van de post reiskosten (€ 50,-) op 25 april 2019;
- ten aanzien van de post immateriële schade (€ 1.500,-) op 25 juni 2018.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straf:
een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden;
groot 8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op de grond dat de verdachte voor het einde van een
proeftijd van 2 jarenéén of meer van de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd;
maatregel:
maatregel van schadevergoedingvan
€ 1.500,-,te vervangen door
25 dagen hechtenis;
€ 1.622,99, bestaande uit € 122,99 voor materiële schade en € 1.500,-, voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening;