Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
een geluidsdemper.
De formele voorvragen.
Bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Bronnen:
een sprekende gelijkenis’ in artikel 3 van de Regeling wapens en munitie (hierna: RWM) niet voor de hand. Een met die bedoeling strokende uitleg van artikel 3 van de RWM houdt in dat onder een lucht-, gas- of drukwapen dat wat betreft vorm en afmetingen ‘
een sprekende gelijkenis’ vertoont met een vuurwapen moet worden verstaan:
een wapen als voormeld dat wat betreft vorm en afmetingen niet of nauwelijks van een echt vuurwapen te onderscheiden is.
de bewezenverklaring’onder feit 1 en 2 is verwoord wettig en overtuigend bewezen.
Wat wil je nou, ik schiet je kapot.’Ik ben vervolgens door de voordeur naar buiten gelopen en hoorde hem schreeuwen: ‘
Ik maak je kapot’.Ik zag en voelde dat hij mij een klap tegen mijn gezicht gaf.
Luister goed jij, ik maak jou kapot, ik schiet je kapot.’
de bewezenverklaring’onder feit 4 en 5 is verwoord wettig en overtuigend bewezen.
de bewezenverklaring’onder feit 6 is verwoord wettig en overtuigend bewezen.
de bewezenverklaring’onder feit 7 is verwoord wettig en overtuigend bewezen.
De bewezenverklaring.
geluidsdemper.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
- gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- terbeschikkingstelling met de voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsadvies d.d. 28 maart 2019;
- vordering dadelijke uitvoerbaarheid.
Ik schiet je kapot’en ‘
Ik maak je kapot’toe te voegen. Ook heeft verdachte diezelfde [slachtoffer 1] toen tegen zijn gezicht geslagen. Verder heeft verdachte op 21 oktober 2018 de ruiten van de voordeur van een andere buurtgenoot, te weten [slachtoffer 2] , kapot geslagen, alsmede wapens en munitie - welke in strijd waren met de Wet wapens en munitie - in de woning van die [slachtoffer 2] verborgen.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
ten aanzien van feit 1:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie IIIten aanzien van feit 2:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitieten aanzien van feit 4:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
mishandelingten aanzien van feit 6:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielenten aanzien van feit 7:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie IIIen
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegdDe rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf en maatregel.