Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
de rechtbank begrijpt, gelet op de notitie op pagina 13:] “ [verdachte] ”.
de rechtbank begrijpt in de context van het dossier dat wordt bedoeld: de [woonplaats]] de achterdeur openstaan. Wij liepen naar de hal van de woning waar zich de trapopgang bevond. Wij zagen dat een manspersoon vanaf de eerste verdieping naar beneden gelopen kwam. Ik, [verbalisant 2] , vroeg aan de man of hij [verdachte] was, hierbij toonde ik hem zijn naam die ik had genoteerd in mijn notitieboekje. Hierop bevestigde de man dat hij dit was. Hierop werd deze persoon aangehouden.
de rechtbank begrijpt in de context van het dossier dat wordt bedoeld: de [woonplaats]] naar aanleiding van een steekincident. De woning betrof een vrijstaande villa. Achter de voordeur was een hal met trap naar de verdieping. Links was een tussendeur die toegang gaf naar de daarachter gelegen slaapkamer 1. De plaats delict was beperkt gebleven tot slaapkamer 1. Op de vloer vanaf de dorpel vanaf de betegelde vloer zagen wij een bloedspattenpatroon, komend vanaf het bed, met een boog in de richting van de doucheruimte en verder naar de bijkeuken in de richting van de buitendeur, vervolgens naar buiten. Op de vloer onder het bijzettafeltje naast het bed zagen wij een zwart mes liggen. Dit mes betrof een broodmes met een lemmet van circa 19 centimeter. Het heft van het mes was van kunststof. Op het lemmet van het mes zagen wij enkele bloedspatten.
17,6 centimeter. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich hiermee willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat hij het slachtoffer hierdoor dodelijk zou verwonden, temeer nu zich in het bovenlichaam kwetsbare en vitale organen bevinden. Naar het oordeel van de rechtbank kan de bewezen verklaarde gedraging van verdachte naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer te zijn gericht op de dood van het slachtoffer dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook bewust de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek, dat kort gezegd inhoudt dat wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, de vergoedingsplicht wordt verminderd.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
(t.a.v. primair)poging tot doodslag
ontslaat hem van alle rechtsvervolging;