Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
betast en/of
van die [slachtoffer] gebracht en/of
bevond en/of
vanwege het (grote) verschil in postuur en/of (grote) leeftijdsverschil en/of de verstandelijke beperking van die [slachtoffer] en/of de (afhankelijkheids)relatie (vader/dochter), waardoor die [slachtoffer] niet, in elk geval onvoldoende in staat is geweest weerstand te bieden aan hem, verdachte, en/of
betast en/of
van die [slachtoffer] gebracht en/of
betast en/of
mond van die [slachtoffer] gebracht en/of
De formele voorvragen.
Vrijspraak.
Bewijs
[getuige 1] , p. 236-237:
Verklaring van verdachte, p.310-316:
Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 april 2019.
De bewezenverklaring.
1. subsidiair:
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- verdachte is first offender en heeft geen justitiële documentatie op het gebied van zedendelicten;
- verdachte bevindt zich al 4 maanden in voorlopige hechtenis;
- verdachte heeft al een forse tik gehad, hij is eerst vrij in vriheid gesteld, vervolgens toch weer vast gezet, zijn schuldsaneringstraject is hierdoor gestopt;
- verdachte heeft een huurwoning en heeft door de voorlopige hechtenis momenteel geen inkomen;
- verdachte zou via Werkzaam deelnemen aan werkproject-buschauffeur;
- gezondheid van verdachte: artrose (hevige pijn in zijn rug), COPD, slikt bloedverdunners;
- gezondheid broer: de broer van verdachte heeft kanker, de situatie verslechtert ernstig. Verdachte wil zijn broer graag nog zien voor deze komt te overlijden;
- desnoods voorwaardelijke straf als stok achter de deur, doch uitdrukkelijk het verzoek een onvoorwaardelijke deel het voorarrest niet te doen laten overstijgen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
1 primairis ten laste gelegd en spreekt hem daarvan
vrij;
ten aanzien van feit 1 subsidiair:met iemand van wie de dader weet dat hij aan een gebrekkige ontwikkeling ofziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat deze onvolkomen in staatwas zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstandte bieden, handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueelbinnendringen van het lichaam, terwijl het feit is begaan tegen zijn kind;
ten aanzien van feit 2:ontucht plegen met zijn minderjarig kind.
ten aanzien van feit 1 subsidiair en feit 2:gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27Wetboek van Strafrecht, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2jaren;
ten aanzien van feit 1 subsidiair en feit 2:Maatregel van schadevergoeding van € 5.085,96, subsidiair 60 dagen hechtenis.
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] , van een bedrag van
€ 5.085,96(zegge: vijfduizend vijfentachtig euro en zesennegentig eurocent ), te weten € 5.000,00 immateriële schadevergoeding en € 85,96 materiële schadevergoeding (post reiskosten);