Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De beoordeling van het bewijs.
een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 16 december 2017, dossierpagina’s 10-11, voor zover – kort en zakelijk weergegeven – inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
een proces-verbaal van aanhouding, opgemaakt d.d. 2 december 2017, dossierpagina’s 12-13, voor zover – kort en zakelijk weergegeven – inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
een proces-verbaal van Verkeers Ongevallen Analyse met bijlagen, opgemaakt d.d. 28 januari 2018, dossierpagina’s 17-72, voor zover – kort en zakelijk weergegeven – inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] :
een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt d.d. 1 december 2017, dossierpagina’s 85-87, voor zover – kort en zakelijk weergegeven, inhoudende de verklaring van [verdachte] :
een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt d.d. 1 februari 2018, dossierpagina’s 89-98, voor zover – kort en zakelijk weergegeven, inhoudende de verklaring van [verdachte] :
een schriftelijk bescheid, te weten een brief van de Politie Eenheid Oost-Brabant gericht aan het CBR, met een mededeling artikel 130 Wegenverkeerswet beginnende bestuurder, opgemaakt d.d. 2 december 2017, dossierpagina’s 15-16, voor zover – kort en zakelijk weergegeven – inhoudende:
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en bijkomende straf.
- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van de duur die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht én;
- een ontzegging van de rijbevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaar met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd en ingehouden is geweest.
Toepasselijke wetsartikelen.
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
DE UITSPRAAK
taakstrafvoor de duur van
240 urensubsidiair 120 dagen hechtenis;
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen(bromfietsen daaronder begrepen) voor de duur van
18 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 179 lid 6 Wegenverkeerswet 1994,
waarvan 6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van
2 jaren.