Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 april 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2018 in deze zaak en in zes andere zaken
- de faxberichten van 14 mei 2018 van mrs. Menu en Teerink en mr. Pieterse (mede namens mr. Jacobse) waarin zij hun opmerkingen naar aanleiding van het (buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte) proces-verbaal kenbaar maken
- de akte uitlaten van WDD
- de antwoordakte van [eiseres] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
WDD heeft gesteld dat bij de laatste watersysteemtoets in 2013 werd voldaan aan de NBW-normen. [eiseres] heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die tot de conclusie kunnen leiden dat het watersysteem ten tijde van de wateroverlast niet (meer) aan die normen voldeed.
4.26. WDD heeft de A-watergangen waaraan de betrokken percelen grenzen conform de maaiplanning onderhouden en heeft ten dele vervroegd gemaaid. Alle betrokken watergangen zouden volgens planning, voor zover hier relevant, worden gemaaid in periode 3 (1 juni t/m 15 juli). De watergang waaraan perceel [naam] grenst (de GA13) is vervroegd gemaaid op 17 mei 2016. De watergangen GA26 (bij perceel [naam] ), GA1 (bij de percelen [naam] , [naam] , [naam] en [naam] ), GA24 (bij perceel [naam] ) en GA42 (bij perceel [naam] ) zijn volgens planning in periode 3 gemaaid. Waterloop KD33 (bij perceel [naam] ) is vervroegd gemaaid op 25 april 2016.
de oorzaak daarvan was gelegen in de meanderende waterloop De Buulder AA die ruim een week vol water heeft gestaan….’en op de zitting is door [eiseres] in zijn verklaring wel vermeld dat de meandering in 2016 net voordat het heel hard ging regenen klaar was, maar in punt 36 van de dagvaarding waar de onrechtmatige handelingen van/schendingen van de zorgplicht door WDD worden opgesomd, wordt de meandering niet vermeld. Dat ook de meandering als zodanig als schadeoorzaak moet worden aangemerkt en als zodanig ten grondslag wordt gelegd aan de vordering blijkt naar het oordeel van de rechtbank nergens uit. Het niet-ontvankelijkheidsverweer kan daarom onbesproken blijven.
Wat het (eventueel) dicht zitten van die duiker voor gevolgen heeft gehad voor dit perceel, is door [eiseres] niet toegelicht. Ook overigens heeft [eiseres] niet onderbouwd waar haar stelling op is gebaseerd. Deze stelling slaagt dan ook niet.
1.357,50(2,5 punten × tarief € 543,00)