ECLI:NL:RBOBR:2019:1692

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 maart 2019
Publicatiedatum
27 maart 2019
Zaaknummer
01/820407-16 en 01/820220-17
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. dr. T. Kraniotis
  • mr. R.J. Bokhorst
  • mr. A.C. Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het leksteken van autobanden in Oss

Op 27 maart 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk leksteken van autobanden van geparkeerde voertuigen in Berghem, gemeente Oss. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar. De taakstraf is gematigd met 20 uur vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van artikel 6 van het EVRM met acht maanden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere feiten van vernieling en beschadiging van voertuigen, waarbij hij op verschillende momenten autobanden heeft lekgestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig waren en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte is vrijgesproken van één van de ten laste gelegde feiten wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de schade die hij heeft veroorzaakt aan de benadeelde partijen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld tot betaling van schadevergoedingen aan de benadeelden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/820407-16 en 01/820220-17 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 27 maart 2019
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 maart 2019.
Op 13 maart 2019 heeft de rechtbank de tegen verdachte onder de hiervoor genoemde parketnummers aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaken zijn aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 1 februari 2019.
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/820407-16 ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 26 juni 2016 te Berghem, gemeente Oss, op één of meer tijdstippen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk één of meer (personen)auto('s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, in elk geval aan een ander dan aan verdachte heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, door (telkens) één of meer autoband(en) lek te steken, te weten:
De op of aan de openbare weg (Pachthoeve) geparkeerd staande
- Hyundai Getz ( [kenteken 1] ), toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of;
De op of aan de openbare weg (Eventer) geparkeerd staande
- Mazda 2 ( [kenteken 2] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of;
2.
hij in of omstreeks de periode van 13 december 2015 tot en met 15 december 2015 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk één of meer autoband(en) van (een) (personen)auto (merk Toyota Aygo, [kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, en/of weggemaakt;
3. hij op of omstreeks 25 april 2015 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk één of meer autoband(en) van (een) (personen)auto (merk Ford KA, [kenteken 4] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, en/of weggemaakt;
4. hij op of omstreeks 25 januari 2015 te Berghem, gemeente Oss, op één of meer tijdstippen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk één of meer (personen)auto('s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, in elk geval aan een ander dan aan verdachte heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, door (telkens) één of meer autoband(en) lek te steken, te weten:
De op of aan de openbare weg (Pachthoeve) geparkeerd staande
- Audi A3 ( [kenteken 5] ), toebehorende aan [benadeelde partij 5] en/of;
De op of aan de openbare weg (Laanderhof) geparkeerd staande
- Renault Megane ( [kenteken 6] ), toebehorende aan [benadeelde partij 6] .
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/820220-17 ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 7 mei 2017 tot en met 9 mei 2017 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk één of meer autoband(en) van (een) (personen)auto (merk Suzuki Alto), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, en/of weggemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak feit 2.

Verdachte ontkent het leksteken van één of meer autobanden van de onder feit 2 genoemde auto. Als bewijs voor het onder 2 ten laste gelegde bevat het dossier slechts een aangifte. De door de officier van justitie als ondersteuning voor het bewijs gebezigde modus operandi (ook de overige ten laste gelegde en ad informandum gevoegde feiten, waarvan sommige door verdachte zijn erkend, zijn begaan door met een mes of scherp voorwerp autobanden lek te steken) acht de rechtbank niet toereikend om de aangifte te ondersteunen nu het leksteken van autobanden met een mes niet een zodanig specifieke handeling is dat die handeling uitsluitend of met een grote mate van waarschijnlijkheid aan verdachte kan worden toegeschreven.
De rechtbank acht bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
in de zaak met parketnummer 01/820407-16:
1. op 26 juni 2016 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk personenauto's,
toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, heeft beschadigd en onbruikbaar gemaakt, door telkens één of meer autoband(en) lek te steken, te weten:
- de op of aan de openbare weg (Pachthoeve) geparkeerd staande Hyundai Getz
( [kenteken 1] ), toebehorende aan [benadeelde partij 1] en;
- de op of aan de openbare weg (Eventer) geparkeerd staande Mazda 2
( [kenteken 2] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] ;
3. op 25 april 2015 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk één autoband van een personenauto (merk Ford KA, [kenteken 4] ), toebehorende aan [benadeelde partij 4] , heeft vernield;
4. op of omstreeks 25 januari 2015 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk personenauto's, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, heeft beschadigd en onbruikbaar gemaakt, door telkens één autoband lek te steken, te weten:
- de op of aan de openbare weg (Pachthoeve) geparkeerd staande Audi A3
( [kenteken 5] ), toebehorende aan [benadeelde partij 5] en;
- de op of aan de openbare weg (Laanderhof) geparkeerd staande Renault Megane
( [kenteken 6] ), toebehorende aan [benadeelde partij 6] ;
in de zaak met parketnummer 01/820220-17:
in de periode van 8 mei 2017 tot en met 9 mei 2017 te Berghem, gemeente Oss, opzettelijk en wederrechtelijk twee autobanden van een personenauto (merk Suzuki Alto), toebehorende aan [benadeelde partij 7] , heeft vernield.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen.
Indien tegen dit verkort vonnis beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis.
Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten en vordert een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Bij deze eis heeft de officier van justitie in aanmerking genomen dat verdachte de onder nummers 5 tot en met 33 in de dagvaarding genoemde ad informandum gevoegde feiten heeft begaan en verdachte deze feiten heeft bekend.
Ook vordert de officier van justitie toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, voor de bedragen zoals vermeld in het door hem overgelegde overzicht, telkens met toepassing van de maatregel tot schadevergoeding.
Dit door de officier van justitie overgelegde overzicht is in verband met de leesbaarheid van het vonnis hieraan gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich binnen een lange periode (van 25 januari 2015 tot en met 9 mei 2017) op vier momenten schuldig gemaakt aan het leksteken van een groot aantal autobanden, waardoor een groot aantal eigenaren van auto’s is benadeeld.
De door verdachte gepleegde strafbare feiten hebben grote materiële schade veroorzaakt en de benadeelden hebben daarvan ook hinder en belemmeringen in hun dagelijkse bezigheden ondervonden.
Verdachte, die verklaard heeft te hebben gehandeld uit frustratie en jaloezie, voortkomende uit spanningen als gevolg van zijn financiële omstandigheden en woonomstandigheden, heeft zich niets aangetrokken van het financiële nadeel voor betrokkenen en het door hem aan de benadeelden veroorzaakte ongemak. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten met politie of justitie in aanraking is geweest, zoals blijkt uit een hem betreffende uittreksel justitiële documentatie.
Uit het door de reclassering op 20 februari 2019 omtrent verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport blijkt dat het risico dat verdachte opnieuw soortgelijke feiten als bewezen verklaard zal begaan, door de reclassering als laag wordt ingeschat.
Ten tijde van het begaan van de bewezen verklaarde feiten was er sprake van een ongunstige woonomgeving voor verdachte en zijn partner. Ook had verdachte schulden. Dit leverde spanningen op bij verdachte.
Momenteel is sprake van financiële stabiliteit en hebben verdachte en zijn partner een baan en inkomen. Dit maakt dat stress veroorzakende factoren zijn verdwenen.
De reclassering adviseert om aan verdachte een taakstraf op te leggen en acht reclasseringstoezicht of interventies niet geboden.
De rechtbank neemt in aanmerking dat nadat de bewezen verklaarde feiten zijn begaan, geruime tijd is verstreken, terwijl verdachte, voor zover nu bekend, in de periode daarna geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat verdachte er blijk van heeft gegeven dat hij inmiddels de ernst van het door hem begane strafbare handelen inziet en dat verdachte zich bereid heeft verklaard de door hem veroorzaakte schade te vergoeden.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een taakstraf van na te melden duur.
Daarnaast acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden gepast en geboden uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij.
De rechtbank zal deze gevangenisstraf geheel voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal een taakstraf van kortere duur opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde taakstraf, nu de rechtbank van oordeel is dat de taakstraf die de rechtbank zal opleggen in combinatie met de voorwaardelijke gevangenisstraf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Bij de strafoplegging is door de rechtbank rekening gehouden met de ad informandum gevoegde feiten die in de dagvaarding zijn vermeld onder de nummers 5 tot en met 33 en die door verdachte zijn erkend.
Overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank overweegt ambtshalve het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat in art. 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie op 15 juli 2016 kan als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsvrouw op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het procesverloop in deze zaak het volgende.
De dagvaardingen zijn uitgebracht op 1 februari 2019. De rechtbank wijst in deze zaak vonnis op 27 maart 2019. Van bijzondere omstandigheden die aan het tijdsverloop tussen 15 juli 2016 en 27 maart 2019 hebben bijgedragen is niet gebleken.
Daarmee is de redelijke termijn in aanzienlijke mate, te weten met ruim acht maanden overschreden.
De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de hierna te vermelden op te leggen taakstraf tot gevolg moet hebben.
De rechtbank acht, alles afwegende in beginsel een taakstraf voor de duur van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden passend en geboden, maar zal deze taakstraf, gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn matigen tot een taakstraf voor de duur van 180 uur.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] .

De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. Er is derhalve geen sprake van rechtstreeks door de handelingen van verdachte veroorzaakte schade.
De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.

De vorderingen van de overige benadeelde partijen.

De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een materiële schadevergoeding van een bedrag als hierna in het dictum is vermeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank acht, kort gezegd, de afzonderlijke vorderingen in het geheel toewijsbaar, voor zover de schade betreft de vervanging van de door verdachte lek gestoken autoband(en), vermeerderd met de bijkomende kosten voor zover de onderbouwing van die bijkomende kosten blijkt uit het voegingsformulier.
Indien de kosten van vervanging van de band(en) zelf niet blijken uit een onderbouwing van die kosten in het voegingsformulier, schat de rechtbank de kosten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid op het gevorderde bedrag, voor zover op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de schade rechtstreeks een gevolg is van het bewezen verklaarde. Dit impliceert in een enkel geval dat de rechtbank slechts een vergoeding voor één band toewijsbaar acht indien uit de desbetreffende aangifte blijkt dat in de bewezen verklaarde periode/op de bewezen verklaarde datum slechts één band is lek gestoken.
De rechtbank zal de benadeelden van wie slechts een deel van de vordering wordt toegewezen voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, omdat niet eenvoudig is vast te stellen of de schade voor het overige rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit is toegebracht, onder meer aangezien de bewijstukken thans ontbreken. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering (in zoverre) zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van (dit deel van) de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De benadeelde partijen kunnen hun vordering voor zover die niet is toegewezen slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil in het geval de vordering (geheel of gedeeltelijk) wordt toegewezen.
Indien de vordering niet wordt toegewezen, zal de rechtbank de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
Waar het gaat om vorderingen van benadeelde partijen van ad info gevoegde feiten, overweegt de rechtbank dat met de op 1 januari 2011 in werking getreden Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer (Stb. 2010, 1) slachtoffers van ad informandum gevoegde feiten de mogelijkheid hebben zich als benadeelde partij in het strafproces te voegen (art. 361 lid 2 onder b Sv) en ter zake van die feiten een schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd (art. 36f lid 1 Sr).
Deze voeging is mogelijk indien de ad informandum gevoegde feiten in de dagvaarding zijn vermeld en ter kennis van de rechtbank worden gebracht en zij door de verdachte zijn erkend, én waarmee door de rechtbank bij de strafoplegging rekening is gehouden. Aan die vereisten is voldaan.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36f, 57, 63, 350.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert de misdrijven:
T.a.v. 01/820407-16 feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen en onbruikbaar maken, meermalen gepleegd. T.a.v. 01/820407-16 feit 3: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen. T.a.v. 01/820407-16 feit 4: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen en onbruikbaar maken, meermalen gepleegd. T.a.v. 01/820220-17: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen en maatregelen:
t.a.v. 01/820407-16 feit 1, feit 3, feit 4, 01/820220-17:
- een
taakstrafvoor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis;

t.a.v. 01/820407-16 feit 1, feit 3, feit 4, 01/820220-17:- een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van

2 jaren;

t.a.v. 01/820407-16 feit 1:- de maatregel van schadevergoeding van EUR 65,00 subsidiair 1 dag hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] van een bedrag van EUR 65,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 feit 1:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] van een bedrag van € 200,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 feit 3:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 81,52 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 4] van een bedrag van € 81,52, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 feit 4:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 220,00 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 5] van een bedrag van € 220,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 feit 4:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 90,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 6] van een bedrag van € 90,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 65,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 8] van een bedrag van € 65,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 225,57 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 9] van een bedrag van € 225,57
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 230,99 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 10] van een bedrag van € 230,99, hij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 70,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 11] van een bedrag van € 70,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 105,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 12] van een bedrag van € 105,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 46,39 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 13] van een bedrag van € 46,39, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 100,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 14] van een bedrag van € 100,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 90,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 15] van een bedrag van € 90,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 119,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 16] van een bedrag van € 119,00, hij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 74,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 17] van een bedrag van € 74,00, hij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 129,95 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 18] van een bedrag van € 129,95, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 160,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 19] van een bedrag van € 160,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 80,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 20] van een bedrag van € 80,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820407-16 ad informandum gevoegd:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 80,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 21] van een bedrag van € 80,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
T.a.v. 01/820220-17:
-
maatregel van schadevergoedingvan € 120,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 7] van een bedrag van € 120,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.

Benadeelde partijen.

Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] :

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] in de vordering niet ontvankelijk.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 65,00 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 200,00 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 81,52 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 220,00 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 90,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 8] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 65,00 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 9] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 225,57 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 10] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 230,99 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 11] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 70,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 12] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 105,00 als materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 13] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 46,39.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 14] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 100,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 15] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 90,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 16] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 119,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van liet delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 17] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 74,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 18] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 129,95.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 19] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 160,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 20] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 80,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 21] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 80,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7] :

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 120,00.
Het bedrag betreft materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. dr. T. Kraniotis, voorzitter,
mr. R.J. Bokhorst en mr. A.C. Bosch, leden,
in tegenwoordigheid van J.F.A. Verhagen, griffier,
en is uitgesproken op 27 maart 2019.