In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 26 maart 2019, worden meerdere zaken behandeld die betrekking hebben op de weigering van de gemeente Valkenswaard om informatie openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank heeft in eerdere uitspraken de gemeente al opgedragen om bepaalde informatie openbaar te maken, maar constateert dat de gemeente hieraan niet volledig heeft voldaan. In de zaak SHE 18/3201 is de gemeente opgedragen om binnen twee weken de gevraagde informatie te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- per week bij overschrijding van de termijn. Ook in de zaak SHE 19/335 moet de gemeente de gevraagde informatie openbaar maken onder dezelfde dwangsomvoorwaarden. In de zaken SHE 19/336 en SHE 19/408 heeft de gemeente uiteindelijk de gevraagde informatie verstrekt.
De rechtbank behandelt het procesverloop waarin eiser bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van de gemeente om het verzoek om openbaarmaking af te wijzen. De partijen hebben ingestemd met rechtstreeks beroep, en de gemeente heeft na het indienen van een verweerschrift laten weten dat de gevraagde informatie inmiddels is verstrekt. Tijdens de zitting op 22 februari 2019 is de zaak gelijktijdig behandeld met andere zaken. Eiser heeft verzocht om digitale toezending van logboeken van wedstrijden op het Eurocircuit, maar de gemeente heeft het verzoek afgewezen, waarna eiser in beroep is gegaan.
De rechtbank overweegt dat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat de gevraagde logboeken onder de gemeente berusten. De rechtbank oordeelt dat de gemeente niet ongeloofwaardig is in haar stelling dat alle informatie is verstrekt. Eiser is er niet in geslaagd om aan te tonen dat de logboeken (deels) onder de gemeente berusten. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, maar draagt de gemeente wel op om het griffierecht van € 174,- aan eiser te vergoeden, aangezien de informatie pas in de beroepsfase is verstrekt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 maart 2019.