In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 februari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot voornaamswijziging van een minderjarige. Verzoekers, de ouders van de minderjarige, stelden dat de huidige voornamen [X en Y] problemen opleveren bij de registratie bij het Marokkaanse consulaat. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de belangen van de minderjarige versus het algemeen belang van naamconsistentie. De ouders voerden aan dat de voornamen niet konden worden opgenomen in een Marokkaans paspoort en dat de minderjarige last had van zijn voornamen, die geassocieerd zouden worden met islamitische terroristen. De rechtbank oordeelde echter dat de stellingen van de verzoekers niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank benadrukte dat voor toewijzing van een voornaamswijziging zwaarwichtige redenen vereist zijn en dat de belangen van de minderjarige moeten worden afgewogen tegen het belang van consistentie in het rechtsverkeer. De rechtbank concludeerde dat het algemeen belang zwaarder weegt dan het belang van de minderjarige in deze situatie, en wees het verzoek tot voornaamswijziging af.