ECLI:NL:RBOBR:2018:830

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
23 februari 2018
Publicatiedatum
22 februari 2018
Zaaknummer
01/879976-17
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een leraar wegens poging tot seksuele verleiding en bezit en verspreiding van kinderporno

Op 23 februari 2018 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een leraar die beschuldigd werd van poging tot seksuele verleiding van drie minderjarige leerlingen, alsook van bezit en verspreiding van kinderporno. De verdachte, geboren in 1993 en werkzaam als leraar en mentor op een middelbare school, heeft in de periode van 1 januari 2017 tot en met 10 mei 2017 via WhatsApp seksuele handelingen voorgesteld aan zijn leerlingen in ruil voor hogere cijfers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie en dat zijn gedragingen een strafbare poging tot verleiding opleverden. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging, waaronder de stelling dat er geen begin van uitvoering was en dat er sprake was van vrijwillige terugtred.

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno, waarbij hij afbeeldingen en video's bezat waarop minderjarigen betrokken waren. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de bewijsmiddelen voldoende waren om de verdachte schuldig te verklaren. De verdachte werd verminderd toerekeningsvatbaar geacht, wat leidde tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een taakstraf van 200 uur. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van vertrouwen dat de leerlingen in hun leraar hadden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/879976-17
Datum uitspraak: 23 februari 2018
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1993] ,
wonende te [adres 1] , [postcode 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 september 2017 en 9 februari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij (voorlopige) dagvaarding van 14 augustus 2017.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 9 februari 2018 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij,
meermalen, althans eenmaal,
in of omstreeks de periode van 01 januari 2017 tot en met 10 mei 2017, te
Eindhoven en/of Best, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk,
door giften en beloften van goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht en/of misleiding, een of meer personen, te weten:
- [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1] ) en/of
- [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] ) en/of
- [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 3] ),
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat voornoemde
perso(o)n(en) de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
(telkens) opzettelijk te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen of
zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden,
te weten (onder meer):
- het verrichten van seksuele handelingen met hem, verdachte, en/of
- het tonen van zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of
- het maken van (een) afbeelding(en) van de penis (dickpics) en/of het
(ontblote) lichaam door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het verrichten van seksuele handelingen door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] met een medeleerling, in elk geval een ander,
en bestaande die giften en/of beloften van goed en/of dat uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding uit (onder meer):
- het feit dat hij, verdachte, de leraar en/of mentor is van die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- een groot leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het versturen van een of meer berichten (via Whatsapp) door hem, verdachte,
aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] met (onder meer) als inhoud:
"zou je seks met je docent hebben voor een 8?" en/of
"je wil mijn lul ook niet zien?" en/of
"waartoe ben je bereid? Zijn jullie bereid?" en/of
"maar voor een echt veel hoger cijfer is het niet genoeg haha" en/of
"Doe je alles voor een hoger punt?" en/of
"en dickpics uitwisselen voor 7,5?" en/of
"wil je ook geen 7? Nee maar voor filmpjes dacht ik" en/of
"je hebt een 6,5 voor de toets",
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
2. hij,
in of omstreeks de periode van 01 januari 2016 tot en met 06 juni 2017 te
Eindhoven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
- ( een) afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of
(een) film(s) en/of
- ( een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en),
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 1] en/of [afbeelding 2] )
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 13] .jpg en/of [afbeelding 4] en/of [afbeelding 5] )
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de
penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 6] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een
voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij
zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die
persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 7] en/of [afbeelding 8] en/of [afbeelding 9] );
3. hij,
in of omstreeks de periode van 01 december 2016 tot en met 31 maart 2017 te
Eindhoven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
- ( een) afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of
(een) film(s),
heeft verspreid,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
(onder meer):
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en/of
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [video] mp4 en/of [afbeelding 11] )
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 12] en/of [afbeelding 13] )
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de
penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 14] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een
voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij
zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die
persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
((onder andere) de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 15] en/of [afbeelding 16] en/of [afbeelding 17] ).
De geldigheid van de dagvaarding voor wat betreft feit 1.
De raadsman van verdachte stelt dat bij het ten laste leggen van ontuchtige handelingen de feitelijke gedragingen dienen te worden uitgeschreven in de tenlastelegging. Volgens de raadsman geven de feiten en omstandigheden die in de tenlastelegging zijn uitgeschreven, geen nadere invulling aan het begrip ‘ontuchtige handelingen’ zoals bedoeld in artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht. Daarom voldoet de dagvaarding met betrekking tot feit 1 niet aan de eisen die artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering daaraan stelt en dient de dagvaarding in zoverre nietig te worden verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank raakt hetgeen de raadsman heeft aangevoerd niet de geldigheid van de dagvaarding.
De rechtbank stelt vast dat het tenlastegelegde onder meer vermeldt als feitelijke gedragingen:
- het verrichten van seksuele handelingen met hem, verdachte,
- het tonen van zijn, verdachtes, penis aan personen,
- het maken van een afbeelding van de penis en/of het (ontblote) lichaam door die personen.
De rechtbank is van oordeel dat de tenlastelegging voldoende concreet is omschreven en voldoende specifiek is. Verdachte heeft er bij het onderzoek ter terechtzitting voorts blijk van gegeven te begrijpen waartegen hij zich diende te verweren.
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding geldig is.
De formele voorvragen voor het overige.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding ook voor wat betreft het onder feit 2 en feit 3 tenlastegelegde geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Inleiding.
Op verdachte rust de verdenking dat hij gepoogd heeft vanuit zijn positie als leraar en mentor, drie minderjarige leerlingen te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen of het dulden van zodanige handelingen van hemzelf (feit 1), dat hij (vijf) foto’s en (vier) filmpjes met kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad (feit 2) en dat hij (acht) kinderpornografische afbeeldingen (foto’s of filmpjes), deels dezelfde als onder feit 2 genoemd) heeft verspreid (feit 3).
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten met dien verstande dat ten aanzien van feit 2 als pleegperiode dient te gelden de periode van 1 januari 2016 tot en met 17 mei 2017.
Het standpunt van de verdediging.
Ten aanzien van feit 1.
De raadsman van verdachte stelt dat de poging tot verleiding niet kan worden bewezen, omdat er geen sprake is van een (daarvoor vereist) begin van uitvoering. Daartoe heeft hij aangevoerd dat verdachte slechts seksueel getinte vragen heeft geappt naar leerlingen in het kader van het onderwerp ‘sexting’. De intentie van verdachte was die leerlingen voor sexting te behoeden. Het verhogen van een cijfer van de toets van de leerlingen door verdachte was slechts bedoeld om de leerlingen te laten zwijgen over de app-conversaties. Beide gedragingen van verdachte leveren geen begin van uitvoering op zoals vereist voor een poging en daarom dient vrijspraak te volgen.
In het geval poging wordt aangenomen, zo stelt de raadsman, is sprake van een vrijwillige terugtred omdat verdachte na het versturen van de app-berichten tot het inzicht kwam dat hij te daarin te ver was gegaan en heeft verzocht aan de desbetreffende leerlingen om deze berichten te verwijderen. Derhalve dient verdachte te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van feit 2 en 3.
De raadsman van verdachte bepleit vrijspraak, omdat het verkrijgen van de smartphone van verdachte, waarop kinderpornografische afbeeldingen aanwezig waren, onrechtmatig is geschied en zulks dient te leiden tot bewijsuitsluiting van die afbeeldingen en er overigens onvoldoende bewijs voorhanden is.
Het oordeel van de rechtbank.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1:
Poging tot verleiding.
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de verdachte in de periode van 1 januari 2017 tot en met 10 mei 2017 getracht heeft drie minderjarige leerlingen van de school waar verdachte als docent werkzaam was en voor wie hij als mentor optrad, te verleiden tot het plegen van ontuchtige handelingen of het dulden van ontuchtige handelingen van verdachte.
De rechtbank stelt het volgende vast.
De verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting van 9 februari 2018 bekend dat hij met elk van de desbetreffende leerlingen via hun privé-account heeft ge-appt in de tenlastegelegde periode. Hij heeft met alle drie de jongens afzonderlijk gesprekken gevoerd. Hij heeft onder meer in een app geschreven: “Je kan ook seks hebben met een leraar voor een cijfer 8.” Aan één van hen ( [slachtoffer 1] ) heeft hij gevraagd: “Wil je mijn lul ook niet zien?”.
Verdachte vroeg de leerlingen met hem dickpics uit te wisselen voor een cijfer 7,5. Verdachte verklaart dat hij daarmee foto’s van hun piemel bedoelde. Hij vroeg aan één van die leerlingen ( [slachtoffer 2] ): “en pics van jezelf?”. Ook heeft verdachte toegegeven dat hij (in elk geval één van) die leerlingen een hoger cijfer heeft gegeven, dat hij tegen [slachtoffer 2] heeft gezegd dat er onderhandeld kan worden over een hoger punt en dat hij met hen heeft afgesproken dat ze een hoger punt zouden krijgen als ze hun mond zouden houden.
Uit de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat verdachte op enig moment appt: “Jullie krijgen alle drie 0,2 erbij voor het leuke gesprek en de filmpjes”, dat hij heeft ge-appt: “Als ik vraag kom ff bij mij thuis langs voor je weet wel en je hebt een 8…dan zeg je nee?”. Uit de verklaringen van de desbetreffende leerlingen blijkt dat zij allen begrepen dat dit betekende het verrichten van seksuele handelingen.
De rechtbank neemt tevens de volgende omstandigheden in aanmerking:
  • verdachte handelde in zijn hoedanigheid van leraar en mentor van deze leerlingen;
  • uit hoofde van zijn functie had verdachte ook daadwerkelijk de mogelijkheid om een hoger punt aan de leerlingen toe te kennen;
  • verdachte heeft twee van de desbetreffende leerlingen ( [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) kort na het verzenden van de app-berichten gevraagd deze te verwijderen uit hun telefoon en
  • verdachte heeft die berichten zelf ook uit zijn telefoon verwijderd.
Gelet op deze vaststellingen komt de rechtbank tot het oordeel dat de bewezenverklaarde gedragingen van verdachte een strafbare poging tot verleiding opleveren. Deze gedragingen zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de voltooiing van het in de tenlastelegging beschreven delict en die gedragingen moeten dus worden aangemerkt als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht.
De stelling van verdachte dat hij de berichten niet stuurde om de jongens te verleiden, maar juist om hen te behoeden voor 'sexting' vindt geen steun in het dossier. Uit de berichten zelf blijkt hiervan op geen enkele wijze. Verdachte is er naar eigen zeggen na het appcontact ook niet meer met de jongens op teruggekomen. De rechtbank hecht daarom geen waarde aan de verklaring van verdachte.
Vrijwillige terugtred.
Verdachte stelt dat hij op enig moment besefte dat de door hem verstuurde berichten ongepast en onprofessioneel waren en dat hij daarom de door hem benaderde leerlingen verzocht heeft de over en weer verstuurde berichten te verwijderen uit hun telefoon.
Namens verdachte is aangevoerd dat het voornemen van verdachte tot het plegen van de tenlastegelegde handelingen ten gevolge van deze inkeer van verdachte niet tot uitvoering is gekomen.
De rechtbank stelt vast dat het verweer ziet op de strafbaarheid van verdachte. Vanwege de leesbaarheid van het vonnis zal de rechtbank het verweer hier bespreken.
De rechtbank stelt aan de hand van het onderzoek ter terechtzitting het volgende vast.
Verdachte heeft via de privé-accounts van in elk geval twee van de drie in de tenlastelegging genoemde leerlingen aan hen berichten verzonden met de vraag, kort gezegd, of zij bereid waren ontuchtige handelingen te verrichten of van verdachte te dulden. Verdachte heeft daarbij kenbaar gemaakt dat ze daarvoor een hoger cijfer konden krijgen.
De drie betrokken leerlingen hebben daar met elkaar over gesproken en waren eensgezind van mening dat verdachte ongepaste seksuele diensten van hen verlangde, zij hebben verdachte daar ook op gewezen (onder meer door verdachte op hun leeftijd te wijzen) en zijn niet ingegaan op het verzoek van verdachte. Zij hebben vervolgens van de app-conversatie melding gemaakt bij de schoolleiding.
Toen het voor verdachte duidelijk werd dat de leerlingen niet op zijn aanbod wilden ingaan heeft verdachte die leerlingen verzocht de over en weer verstuurde berichten uit hun telefoon te verwijderen en de berichten ook zelf verwijderd.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande en gelet op de inhoud van de door verdachte verstuurde berichten en de opbouw daarvan, niet aannemelijk dat aan het verzoek van verdachte om de berichten te verwijderen, een wilsbesluit ten grondslag ligt om zijn voorgenomen gedragingen niet te voltooien. Daarbij komt dat verdachte pas nadat de leerlingen te kennen hadden gegeven niet op zijn verzoeken in te willen gaan heeft gevraagd deze app-gesprekken te verwijderen en hierbij voor één van de leerlingen een hoger cijfer voor een toets in het vooruitzicht te stellen.
De stelling dat verdachte tot inkeer kwam, wordt op geen enkele wijze onderbouwd door de inhoud van het dossier.
Op grond van de hiervoor vermelde omstandigheden verwerpt de rechtbank het beroep op vrijwillige terugtred. De verdachte is daarom strafbaar voor de onder 1 tenlastegelegde gedragingen.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2 en feit 3.
Namens verdachte is aangevoerd dat de smartphone van verdachte op onrechtmatige wijze is verkregen en daarom de daarop aangetroffen afbeeldingen niet kunnen bijdragen aan het bewijs.
De rechtbank dient te beoordelen of er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs.
De rechtbank stelt vast dat de smartphone (Samsung S7) van verdachte op 17 mei 2017 in beslag is genomen. Verbalisanten zijn naar de woning van verdachte gegaan om de gegevensdragers van verdachte voor onderzoek in beslag te nemen. Verdachte heeft de verbalisanten bij hun aankomst in zijn woning toegelaten, waarna verdachte is meegedeeld dat de politie bezig was met een onderzoek waarin verdachte was aangemerkt als verdachte van een zedendelict. Aan verdachte is daarbij meegedeeld dat verbalisanten op dat moment niet inhoudelijk op de zaak zouden ingaan en dat verdachte niet tot antwoorden verplicht was. Verdachte overhandigde zijn gsm (Samsung S7). Vervolgens is verdachte meegedeeld dat zijn gsm op grond van artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering in beslag werd genomen. Verdachte tekende daarop een toestemmingsverklaring voor doorzoeking van mobiele gegevensdragers.
Verdachte heeft verklaard dat verbalisanten hem mededeelden dat “wanneer hij niet vrijwillig mee zou werken aan de afgifte van zijn smartphone, de verbalisanten dan de volgende morgen terug zouden komen om de telefoon alsnog op te halen en dat de hele buurt dan zou kunnen meegenieten. ” De raadsman stelt dat daarmee ongeoorloofde druk is uitgeoefend op verdachte en dat daarom van vrijwillige afgifte geen sprake is.
Naar het oordeel van de rechtbank kan worden vastgesteld dat verdachte is meegedeeld dat hij als verdachte was aangemerkt, dat verdachte in de gelegenheid is gesteld zijn gsm vrijwillig ter beschikking te stellen voor onderzoek, dat verdachte zijn gsm aan de verbalisanten heeft overhandigd, dat de gsm van verdachte op grond van artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering in beslag is genomen en dat verdachte vervolgens toestemming heeft gegeven voor het uitlezen van deze gegevensdrager.
De rechtbank is, uitgaande van de verklaring van verdachte over de feitelijke gang van zaken rond de inbeslagname van zijn telefoon, van oordeel dat de verbalisanten hebben gehandeld binnen hun strafvorderlijke bevoegdheid en dat daarbij geen ongeoorloofde druk op verdachte is uitgeoefend. De inbeslagneming van de gsm van verdachte is rechtmatig geschied en de daarop aangetroffen bestanden kunnen voor het bewijs worden gebezigd.
De rechtbank verwerpt het verweer.
Bewijsmiddelen [1] .
De rechtbank baseert haar oordeel op de volgende bewijsmiddelen.

Ten aanzien van feit 1:

- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 9 februari 2018:
Ik was tussen november 2015 en 10 mei 2017 leraar op het [school] te Best en mentor van de in de tenlastelegging genoemde leerlingen die in MAVO-2 zaten, te weten [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] . Die leerlingen waren toen 13 jaar oud. Ik onderhield via hun privé account contact met hen en heb via mijn smartphone app-berichten verstuurd naar die drie jongens. Ik ben de docent die in de berichten is genoemd.
Ik heb omstreeks februari 2017 via WhatsApp met alle drie die jongens afzonderlijk gesprekken gevoerd. Ik heb in de door mij aan die leerlingen verstuurde berichten de in de tenlastelegging genoemde teksten geschreven, onder meer: “zou je seks hebben met je docent voor een 8”. Ik heb aan [slachtoffer 1] gevraagd: “wil je mijn lul ook niet zien”. Ik vroeg aan [slachtoffer 2] : “en pics van jezelf ?”. Ik ben daarmee over de grens gegaan. Ik heb inderdaad in de chatberichten aan [slachtoffer 2] geschreven dat er onderhandeld kan worden over een hoger punt. In één van die berichten staat: “en dickpics uitwisselen voor een 7,5”. Ik bedoelde hiermee foto’s van je piemel. Ik heb ook gevraagd of ze mij filmpjes konden sturen.
Ik ontving toen een filmpje van één van hen waarna ik berichten heb gestuurd met de vraag hoe ik ze kon belonen en met de inhoud: “als ik een zak autodrop geef…” en: “alles wat IK wil mag of kan niet” en ”van de wet of school niet”.
Ik heb [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gevraagd de gesprekken te verwijderen. Ze hebben dat gedaan.
Ik heb er later tegenover hen niet meer over gesproken. Ik heb ervoor gekozen geen gesprek met hen aan te gaan. Ik heb die berichten ook uit mijn smartphone verwijderd.
Ik heb van één van hen een cijfer voor een toets verhoogd. Ik heb toen gezegd: “als je je mond houdt, krijg je een hoger cijfer.” Met de bedoeling om het gesprek te laten verwijderen. Ik betwist de feitelijk op de telefoons van de jongens aangetroffen berichten niet.
- het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , teamleider mavo-afdeling van het
[school] , op 16 mei 2017 [2] :
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] , allen leerlingen van Mavo-2 en dertien jaar oud, vertelden mij dat ze via een docent, [verdachte] , middels WhatsApp benaderd waren om seksuele dingen te doen voor een hoger cijfer. Er werd onder andere gevraagd om foto’s te sturen, foto’s uit te wisselen en op het laatst werd ook om seks gevraagd. De jongens hebben op de duur aangegeven dat zij dit niet wilden en dat ze die vragen ook raar vonden. Door de docent werd gevraagd om deze WhatsApp gesprekken te wissen. Dat hebben ze ook gedaan nadat ze eerst screenshots gemaakt hadden van die gesprekken. Zij moesten ook aan die docent laten zien dat zij die gesprekken ook daadwerkelijk verwijderd hadden.
De leerlingen hebben verteld dat zij ook beloond zijn met een hoger cijfer. Er zijn ook screenshots van de gesprekken overhandigd waarin staat dat cijfers aangepast zijn.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben mij verteld dat aan hun expliciet gevraagd is of dat zij seks met die docent wilde hebben. De screenshots van de gesprekken zijn afkomstig van de telefoon van [slachtoffer 2] .
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] op 17 mei 2017 [3] :
Wat heb je aan [aangever] over [verdachte] verteld?
Dat hij ons had gevraagd om foto’s te sturen van onze penis en hij vroeg of we een hoger punt wilden voor het proefwerk. Hij vroeg: Zou je dat doen voor een hoger punt. Iets daarna vroeg hij of we ook seks zouden hebben met een docent, voor een 8 voor een proefwerk.
Hij zei uiteindelijk van: zullen we een deal maken. Als jullie niets zeggen kan ik kijken of ik nog iets voor jullie kan doen. We hielden onze punten in de gaten en zagen dat de punten die eerst wat lager waren nu wat hoger waren. We besloten we om naar een teamleider te gaan. We hebben hem de screenshots van het gesprek laten zien.
Vroeg hij om foto’s van jullie eigen penissen of überhaupt foto’s van een penis?
Ja, hij vroeg het meer in de zin van, wat zou je er voor over hebben. Maar ik wist wel dat hij bedoelde dat het om onze eigen penis zou gaan. Hij zei zoiets van: Zou je een foto van je penis sturen voor een hoger punt? Zoiets vroeg hij.
Wat hebben [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] met jou hierover besproken?
We waren met zijn drieën bij elkaar toen het gebeurde.
Op welke manier is het seksuele gesprek tot stand gekomen?
Via de telefoon/WhatsApp van [slachtoffer 2] zocht hij contact met ons. De dag erna heeft hij ons benaderd, ieder op onze eigen WhatsApp.
Waar zijn deze app gesprekken nu?
We moesten ze verwijderen van hem, zodat we er niets mee konden doen. Maar we hebben er wel screenshots van gemaakt. [slachtoffer 2] heeft van bijna zijn hele gesprek screenshots gemaakt en deze zijn aan [aangever] gegeven. [verdachte] zei dat de deal was dat als wij het zouden wissen, een hoger punt zouden krijgen.
- een kopie van een geboorteakte betreffende [slachtoffer 1] , inhoudende dat hij op 14 april 2013 is geboren. [4]
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] op 18 mei 2017:
[verdachte] appte mij en vroeg of we leuke filmpjes hadden. Toen begon [verdachte] te vragen om spannendere filmpjes en dat hij dan het punt kon aanpassen. [slachtoffer 1] zei dat hij vragen kreeg van [verdachte] of hij bereid was om met hem te kussen en dat soort vragen. Toen vroeg [verdachte] hoe ver we zouden gaan voor een punt. Hij zei “wat zou je doen als je naar mijn huis zou kunnen komen, voor een 8”. [slachtoffer 1] schreef toen iets van: ‘ja om te schaken of zo’? [verdachte] schreef toen iets van ‘ja zonder schaakbord, meteen schaakmat’. We wisten dat hij iets seksueels bedoelde en we hadden zoiets van ‘dit gaat niet goed’. [verdachte] schreef of wij zijn lul niet wilden zien.
En of we dickpics wilden uitwisselen voor een cijfer 7.5. We zeiden dat we zoiets niet wilden doen en pas 13 jaar zijn. Hij zei toen van ‘oke maar kunnen we het wel tussen ons houden?’ En hij stuurde toen een foto waarbij hij ons oude punt had doorgestreept en een nieuw punt had gegeven. Omdat we onze mond zouden houden. Ik had in ieder geval een 6,5. Dit was het punt nadat hij het veranderd had. Ik had eerst een 5,6. Ik zie op de foto van het punt die [verdachte] stuurde, dat hij dit punt op 29 maart 2017 gegeven heeft.
Hoe komt het dat je alles verwijderd hebt?
Hij schreef iets van ‘verwijder alles en stuur een screenshot van een lege app.’ Hij stuurde dit op 30 maart 2017.
- een kopie van een geboorteakte betreffende [slachtoffer 2] , inhoudende dat hij op [geboortedatum 2] is geboren. [5]
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] op 18 mei 2017 [6] :
Volgens mij heb ik één keer samen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met [verdachte] geappt. Hij appte dan niet hetzelfde bericht door aan de anderen, maar wij hadden allen individueel via ons app-account contact met hem. Hij vroeg via een appgesprek met [slachtoffer 1] aan [slachtoffer 1] om seks te hebben voor een 8. [slachtoffer 1] vroeg toen aan [verdachte] of hij daarmee ook [slachtoffer 2] en mij bedoelde. [verdachte] appte toen dat hij het liefst met [slachtoffer 1] deed maar dat hij [slachtoffer 2] en mij er ook bij wilde hebben.
Wat voor soort vragen stelde [verdachte] dan?
Sowieso om voor een 8 seks te hebben met hem. Om dickpics uit te wisselen voor een 7,5. In het begin was het ook zo dat wij het niet konden handelen allemaal. [verdachte] vroeg ook of dat wij naar zijn huis kwamen. [slachtoffer 1] vroeg toen om te “schaken”, waarop [verdachte] zei “maar niet als bordspel”. Toen begrepen wij wat hij bedoelde. We begrepen dat hij seks met ons wilde hebben.
Wat zijn Dickpics?
Dat wij foto’s van onze penis naar hem zouden sturen en hij zou dan een foto van zijn penis naar ons sturen en dit voor een hoger punt. In het begin vroeg hij aan ons of wij naaktfoto’s van ons zelf hadden. [verdachte] zei uiteindelijk tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] dat wij een hoger punt zouden krijgen als wij die berichten zouden verwijderen. Wij hebben alle drie wel een hoger punt gekregen.
- een kopie van een geboorteakte betreffende [slachtoffer 3] , inhoudende dat hij op [geboortedatum 3] is geboren. [7]
- de afdrukken van prints van screenshots [8] , inhoudende onder meer:
"zou je seks met je docent hebben voor een 8?"
"je wil mijn lul ook niet zien?"
"waartoe ben je bereid? Zijn jullie bereid?"
"maar voor een echt veel hoger cijfer is het niet genoeg haha"
"Doe je alles voor een hoger punt?"
"en dickpics uitwisselen voor 7,5?"
"wil je ook geen 7?
“Nee maar voor filmpjes dacht ik"
"je hebt een 6,5 voor de toets".

Ten aanzien van feit 2:

- het proces-verbaal van verhoor van verdachte op 14 september 2017 [9] :
Ik ga geen verhaal ophangen over dat ik niet wist dat ik kinderporno had want we weten allemaal dat ik dat wel had.
- het proces-verbaal beschrijving onderzoek naar kinderpornografische
afbeeldingen [10] :
Op 17 mei 2017 is op het adres [adres 2] te Eindhoven, in de woning van verdachte [verdachte] , binnengetreden en werd onder meer smartphone Samsung S7, eigendom van verdachte, in beslag genomen met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170.
Na verricht onderzoek zijn (kopieën van) de in de gegevensdrager aanwezige bestanden aan mij, [verbalisant 1] gecertificeerd zedenrechercheur en gecertificeerd voor het beoordelen van kinderpornografische afbeeldingen, aangeboden.
Door mij zijn 10 unieke kinderpornografische afbeeldingen waarvan 6 unieke fotobestanden en 4 unieke videobestanden gezien. Ik heb enkele fotobestanden tweemaal of meer gezien. Ik zag dat alle kinderpornografische afbeeldingen, foto- en videobestanden, op de gegevensdrager, de smartphone Samsung S7 stonden.
Hier volgt een kort beschrijving van de kinderpornografische fotobestanden.
Bij elk fotobestand staat de bestandsnaam en, indien vermeld, de maakdatum.
1.
Bestandsnaam:
[afbeelding 7]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 14 jaren oud. Ik zie de penis van de jongen. Hij heeft een erectie.
2.
Bestandsnaam:
[afbeelding 13]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik drie naakte jongens in de geschatte leeftijden van 10 tot 14 jaren oud. Ze liggen naast elkaar op een bed. Ik zie dat ze alle drie hun penissen vasthouden. Ogenschijnlijk masturberen ze.
3.
Bestandsnaam:
[afbeelding 8]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 14 jaren oud. Hij ligt op zijn rug met zijn benen ver gespreid waardoor zijn stijve penis nadrukkelijk in beeld is gebracht.
4.
Bestandsnaam:
[afbeelding 18]
Maakdatum: 11-4-2016
Ik zie een jongen in de geschatte leeftijd van 13 tot 15 jaren oud. Ik zie links onder in de hoek de tekst “Grindr”. Ik zie dat de jongen geen broek aan heeft. Ik zie een klein deel van zijn naakte onderlichaam. Ik zie zijn penis. Ik zie dat hij een erectie heeft.
5.
Bestandsnaam:
[afbeelding 5]
Maakdatum: 12-1-2017
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 14 tot 16 jaren oud. Hij zit op een bed en ik zie dat hij zijn stijve penis vasthoudt. Ogenschijnlijk masturbeert de jongen.
Video
Hier volgt een kort beschrijving van toegankelijke kinderpornografische videobestanden.
Bij elk videobestand staat de bestandsnaam en, indien vermeld, de maakdatum.
1.
Bestandsnaam:
[afbeelding 1]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 16 jaren oud. Hij zit op zijn knieën voor een man. Ik zie de benen en de stijve penis van de man. De man heeft zijn linkerhand op het hoofd van de jongen. Ik zie dat de jongen de penis van de man in zijn mond heeft. Ik zie dat de jongen de man pijpt.
2.
Bestandsnaam:
[afbeelding 4]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 14 tot 16 jaren oud. Hij zit op een bed en ik zie dat hij zijn stijve penis vasthoudt. Ik zie dat de jongen masturbeert en af en toe naar de camera kijkt.
3.
Bestandsnaam:
[afbeelding 2]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Ik zie een klein deel van een toetsenbord waarbij heel even een vinger in beeld is. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 11 tot 14 jaren oud. Hij ligt op zijn rug. Ik zie dat de camera naar beneden beweegt naar het onderlichaam van de jongen. Ik zie dat de jongen met zijn hand zijn scrotum betast en zijn wijsvinger in zijn anus duwt. Hierna beweegt de camera weer naar boven zodat het hoofd van de jongen in beeld is.
4.
Bestandsnaam:
[afbeelding 6]
Maakdatum: 14-1-2017
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik twee jongens in de geschatte leeftijd van 12 tot 16 jaren oud. Ze zitten beiden in het water. Een meer of de zee. Ik zie dat een jongen op zijn knieën zit en de andere jongen zit tegenover hem. Deze jongen heeft een grote vis in zijn hand. Ik zie dat de jongen die op zijn knieën zit de kop van de vis vasthoudt en deze vis op en neer beweegt. Ik zie dat de knielende jongen zijn penis in de bek van de vis heeft. Ogenschijnlijk zuigt de vis aan de penis van die jongen.

Ten aanzien van feit 3:

- het proces-verbaal van verhoor van verdachte op 14 september 2017 [11] :
Ik heb een foto van J. verstuurd.
- het proces-verbaal verhoor van [getuige 1] op 20 juni 2017 [12] :
Sinds begin 2016 had ik contact met [verdachte] via Grindr, snapchat en WhatsApp. Tijdens dat chatten had [verdachte] het voornamelijk over jongeren. [verdachte] heeft mij daar verteld dat hij contact had met mensen van school, met 15 jarigen. Daar heeft hij toen ook een foto van gestuurd. Ik heb meerdere foto’s en filmpjes van [verdachte] ontvangen.
- het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] [13] :
Ik kan me een (WhatsApp)gesprek herinneren waarin [verdachte] naar mij schrijft over seks met een leerling van zijn school. [verdachte] heeft me een foto gestuurd van een leerling van zijn school.
- proces-verbaal beschrijving onderzoek naar verspreiding kinderpornografische
afbeeldingen [14] :
Ik, verbalisant, heb een nader onderzoek ingesteld naar de aangetroffen afbeeldingen op de smartphone Samsung S7 van verdachte [verdachte] . Gedurende dat onderzoek heb ik meerdere chats gelezen die de gebruiker van die smartphone middels WhatsApp gevoerd heeft. Ik zag meerdere chats met de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] Deze chats vonden plaats in de periode van 20 maart 2016 tot 10 mei 2017. Ik zag dat gedurende de chats meerdere “attachments” (bijlagen) over en weer verzonden werden.
Ik zag dat door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 meerdere afbeeldingen naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] gestuurd had. Ik zag onder meer een kinderpornografische afbeelding, een fotobestand, met de bestandsnaam [afbeelding 19] . In het proces-verbaal met nummer PL2100-2017097592-17 is deze afbeelding beschreven onder bestandsnamen [afbeelding 19] en [afbeelding 20] .
Beschrijving:
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 14 jaren oud. Ik zie de penis van de jongen. Hij heeft een erectie.
- proces-verbaal beschrijving onderzoek naar communicatie middels chats met
[getuige 2] [15] :
Gedurende het onderzoek van de smartphone Samsung S7 van [verdachte] heb ik meerdere chats gelezen die de gebruiker van die smartphone middels WhatsApp gevoerd heeft. Ik zag meerdere chat ‘s met de gebruiker van de Whatsapp account [whatsapp account 1]
Deze chats vonden plaats in de periode van 20 maart 2016 tot 10 mei 2017.
From:
Timestamp: 26-9-2016 Source App: WhatsApp
Attachments: #1: chats [afbeelding 16]
[De rechtbank stelt vast dat de bestandsnamen [afbeelding 7] ,
[afbeelding 20] .jpg. en [afbeelding 16] .jpg steeds dezelfde afbeelding betreffen.]
- het proces-verbaal beschrijving onderzoek verspreiding kinderpornografische
afbeeldingen [16] .
Ik zag dat de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 meerdere afbeeldingen naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 2] . gestuurd had. Deze chats vonden plaats in de periode van 1 september 2016 tot 9 mei 2017. Ik zag dat gedurende de chats meerdere “attachments” (bijlagen) over en weer verzonden werden. Ik zag dat het onder meer een aantal kinderpornografische afbeeldingen waren.
Foto.
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een fotobestand, bestandsnaam
[afbeelding 15] .
Beschrijving:
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 14 jaren oud. Hij ligt op zijn rug met zijn benen ver gespreid waardoor zijn stijve penis nadrukkelijk in beeld is gebracht. Ik zag dat deze afbeelding op 03 maart 2017 door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 verzonden is naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 2]
Video
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een videobestand, bestandsnaam
[video]
Beschrijving:
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 16 jaren oud. Hij zit op zijn knieën voor een man. Ik zie de benen en de stijve penis van de man. De man heeft zijn linkerhand op het hoofd van de jongen. Ik zie dat de jongen de penis van de man in zijn mond heeft. Ik zie dat de jongen de man pijpt.
Ik zag dat deze kinderpornografische afbeelding op 03 maart 2017 omstreeks 10.44 uur door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 verzonden is naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 2]
Video
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een videobestand, bestandsnaam
[afbeelding 12] .
Beschrijving:
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 14 tot 16 jaren oud. Hij zit op een bed en ik zie dat hij zijn stijve penis vasthoudt. Ik zie dat de jongen masturbeert en af en toe naar de camera kijkt.
Ik zag dat deze kinderpornografische afbeelding op 03 maart 2017 door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 verzonden is naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 2]
-
proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3]
- het proces-verbaal beschrijving onderzoek verspreiding kinderpornografische
afbeeldingen [18] :
Op 17 mei 2017 is, de woning van verdachte [verdachte] , binnengetreden en werd onder meer smartphone Samsung S7, eigendom van verdachte, in beslag genomen met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170.
Ik heb de smartphone onderzocht. Gedurende dat onderzoek heb ik meerdere chats gelezen die de gebruiker van de smartphone middels WhatsApp gevoerd heeft. Ik zag meerdere chats met de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] Deze chats vonden plaats in de periode van 20 maart 2016 tot 10 mei 2017. Ik zag dat gedurende de chats meerdere “attachments” (bijlagen) over en weer verzonden werden.
Ik zag dat door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 meerdere afbeeldingen naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] gestuurd had. Ik zag dat het onder meer een klein aantal kinderpornografische afbeeldingen waren.
Foto.
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een fotobestand, bestandsnaam
IMG-20170114-WA0039. Ik heb deze afbeelding ook gezien met de bestandsnaam
[afbeelding 15] .
Beschrijving:
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 12 tot 14 jaren oud. Hij ligt op zijn rug met zijn benen ver gespreid waardoor zijn stijve penis nadrukkelijk in beeld is gebracht.
Ik zag dat deze kinderpornografische afbeelding op 14 januari 2017 door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] verzonden was.
Foto.
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een fotobestand, bestandsnaam [afbeelding 13] .
Beschrijving:
Ik zie een foto van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik drie naakte jongens in de geschatte leeftijden van 10 tot 14 jaren oud. Ze liggen naast elkaar op een bed. Ik zie dat ze alle drie hun penissen vasthouden. Ogenschijnlijk masturberen ze. Ik zag dat deze kinderpornografische afbeelding op 14 januari 2017 door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] verzonden was.
Video
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een videobestand, bestandsnaam [afbeelding 11] .
Beschrijving:
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 11 tot 14 jaren oud. Hij ligt op zijn rug. Ik zie dat de camera naar beneden beweegt naar het onderlichaam van de jongen. Ik zie dat de jongen met zijn hand zijn scrotum betast en zijn wijsvinger in zijn anus duwt. Hierna beweegt de camera weer naar boven zodat het hoofd van de jongen in beeld is.
Ik zag dat deze kinderpornografische afbeelding op 14 januari 2017 door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 naar de gebruiker van de WhatsApp account [whatsapp account 1] verzonden was.
- proces-verbaal beschrijving onderzoek naar communicatie middels chat over J. [19] :
Door de gebruiker van de smartphone met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170 is op 9 januari 2017 een afbeelding met bestandsnaam [afbeelding 21] verzonden naar het WhatsApp account [whatsapp account 3] .
Gedurende het onderzoek heb ik, verbalisant, gezien dat door de gebruiker van de smartphone Samsung S7, in beslag genomen met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170, eigendom van [verdachte] , meermalen een kinderpornografische afbeelding van leerling J. naar anderen is gestuurd in de periode van 29 maart 2016 tot 17 januari 2017.
Deze kinderpornografische afbeelding is door mij beschreven [20] als:
Ik zie een jongen in de geschatte leeftijd van 13 tot 15 jaren oud. Ik zie links onder in de tekst “Grindr”. Ik zie dat de jongen geen broek aan heeft. Ik zie een klein deel van zijn naakte onderlichaam. Ik zie zijn penis. Ik zie dat hij een erectie heeft.
-
het proces-verbaal beschrijving onderzoek verspreiding kinderpornografische
afbeeldingen [21] :
Op 17 mei 2017 is op het adres [adres 2] te Eindhoven, de woning van verdachte [verdachte] , binnengetreden en werd onder meer smartphone Samsung S7, eigendom van verdachte, in beslag genomen met de beslagcode PL2100-2017097592-1189170.
Ik, verbalisant, heb een nader onderzoek ingesteld naar de aangetroffen afbeeldingen op de smartphone Samsung S7 van verdachte [verdachte] . Door mij zijn meerdere kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen.
Ik heb de smartphone onderzocht. Gedurende dat onderzoek heb ik meerdere chats gelezen die de gebruiker van de smartphone middels WhatsApp gevoerd heeft. Ik zag meerdere chats met de gebruiker van de WhatsApp [whatsapp account 4] . Ik zag dat gedurende de chats meerdere “attachments”(bijlagen) over en weer verzonden werden.
Ik zag een kinderpornografische afbeelding, een videobestand, met de bestandsnaam
[afbeelding 14] .
Ik zie een video opname van een beeldscherm. Op het beeldscherm zie ik twee jongens in de geschatte leeftijd van 12 tot 16 jaren oud. Ze zitten beiden in het water. Een meer of de zee. Ik zie dat een jongen op zijn knieën zit en de andere jongen zit tegenover hem. Deze jongen heeft een grote vis in zijn hand. Ik zie dat de jongen die op zijn knieën zit de kop van de vis vasthoudt en deze vis op en neer beweegt. Ik zie dat de knielende jongen zijn penis in de bek van de vis heeft. Ogenschijnlijk zuigt de vis aan de penis van die jongen.
Ik zag dat deze kinderpornografische afbeelding op 15 januari 2017 door de gebruiker van de smartphone met beslagcode PL2100-2017097592-1189170 naar de gebruiker van
de WhatsApp [whatsapp account 4] verzonden was.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
1.
in de periode van 01 januari 2017 tot en met 10 mei 2017, in het arrondissement
Oost-Brabant, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
- [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1] ) en
- [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] ) en
- [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 3] ),
waarvan verdachte wist dat voornoemde personen de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
telkens opzettelijk te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden, te weten:
- het verrichten van seksuele handelingen met hem, verdachte, en
- het tonen van zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en
- het maken van (een) afbeelding(en) van de penis (dickpics) en/of het (ontblote) lichaam
door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ,
door het versturen van berichten (via Whatsapp) door hem, verdachte, aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] met als inhoud:
"zou je seks met je docent hebben voor een 8?" en
"je wil mijn lul ook niet zien?" en
"waartoe ben je bereid? Zijn jullie bereid?" en
"maar voor een echt veel hoger cijfer is het niet genoeg haha" en
"Doe je alles voor een hoger punt?" en
"en dickpics uitwisselen voor 7,5?" en
"wil je ook geen 7? Nee maar voor filmpjes dacht ik" en
"je hebt een 6,5 voor de toets",
en bestaande dat uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht uit:
- het feit dat hij, verdachte, de leraar en mentor is van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en

[slachtoffer 3] en

- een groot leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en
[slachtoffer 3] ,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
2.
in de periode van 01 januari 2016 tot en met 17 mei 2017 te Eindhoven een gegevensdrager bevattende afbeeldingen in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 1] en [afbeelding 2] ),
en/of
het betasten van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 13] .jpg en [afbeelding 4] en [afbeelding 5] )
en/of
het door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt met de
penis oraal penetreren van een dier (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 6] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn leeftijd past en waarbij de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van die persoon in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 7] en
[afbeelding 8] en [afbeelding 9] );
3.
in de periode van 01 december 2016 tot en met 31 maart 2017 te Eindhoven afbeeldingen, te weten foto's en films heeft verspreid, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [video] mp4 en [afbeelding 11] )
en/of
het betasten van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 12] en [afbeelding 13] )
en/of
het door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt met de
penis oraal penetreren van een dier (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 14] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn leeftijd past en waar bij de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van die persoon in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling (te weten: de afbeelding onder vermelding van: [afbeelding 15] en
[afbeelding 16] en [afbeelding 17] ).
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van de feiten.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren en bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het adviesrapport van de Reclassering Nederland van 5 februari 2018, met uitzondering van een contactverbod.
Ook vordert zij de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte bij einduitspraak, dan wel de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Zij vordert onttrekking aan het verkeer van de onder verdachte inbeslaggenomen smartphone.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte verzoekt een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen waarvan de duur van het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de duur van het voorarrest. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de op te leggen bijzondere voorwaarden en de eventuele bepaling tot dadelijke uitvoerbaarheid daarvan, evenals ten aanzien van de gevorderde onttrekking aan het verkeer van een smartphone.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft bij het begaan van de tenlastegelegde feiten zoals onder feit 1 bewezen verklaard, misbruik gemaakt van de omstandigheid dat hij de leraar en mentor was van die jonge (tweedejaars)leerlingen.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij het vertrouwen dat leerlingen, de ouders en de schoolleiding in hun leraar en mentor moeten kunnen hebben, ernstig heeft beschaamd. Verdachte heeft geprobeerd zijn leerlingen te verleiden tot seksuele handelingen. Dat het bij een poging is gebleven is te danken aan de alerte en assertieve houding van zijn leerlingen.
Wat betreft het onder feit 3 bewezenverklaarde rekent de rechtbank het verdachte zwaar aan dat hij zonder aarzelen meermalen een compromitterende foto van een leerling van de school waar hij werkzaam was heeft verspreid. Die leerling had nooit bedoeld en niet gewild dat die foto op het internet zou gaan circuleren.
Voor de productie van kinderpornografische afbeeldingen worden kinderen misbruikt, aangezien zij hiervoor moeten poseren en seksuele handelingen moeten verrichten en ondergaan. Buiten kijf staat dat kinderen, als zij op jeugdige leeftijd worden misbruikt, daardoor grote psychische, lichamelijke en emotionele schade kunnen oplopen die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. Ook kunnen zij nog geruime tijd geconfronteerd worden met de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is het vrijwel onmogelijk gebleken om een afbeelding die eenmaal op internet is aangetroffen, blijvend van het internet te verwijderen, zodat deze nog jarenlang kan opduiken. Kinderen dienen beschermd te worden tegen de praktijken en handelingen die gepaard gaan met de vervaardiging en verspreiding van kinderpornografische afbeeldingen. Deze praktijken en handelingen komen er immers op neer dat kinderen door derden geëxploiteerd, misbruikt en/of mishandeld worden. De belangen van de (misbruikte) kinderen zijn door de vervaardiging en verspreiding grovelijk veronachtzaamd. Verdachte heeft daarbij kennelijk niet stilgestaan en slechts aandacht gehad voor zijn eigen seksuele behoefte. Verdachte heeft meegewerkt aan de instandhouding van voormelde praktijken en daarmee aan het misbruik van jonge kinderen.
Het aantal afbeeldingen van kinderporno dat verdachte in zijn bezit had en heeft verspreid is weliswaar relatief gering doch dit laat onverlet dat de verdachte voor de productie en alle kwalijke gevolgen medeverantwoordelijk is te achten, omdat zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderpornografie.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte de ernst van het door hem aan zijn slachtoffers aangedane leed kennelijk niet inziet. Verdachte neemt maar zeer ten dele verantwoordelijkheid voor zijn gedrag.
In strafmatigende zin neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte zelf is getroffen door de gevolgen van de door hem gepleegde strafbare feiten in die zin dat hij zijn baan als leraar heeft moeten opgeven.
Omtrent de geestvermogens van verdachte zijn rapporten uitgebracht door dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater (rapportdatum 8 januari 2018) en drs. M. van Heteren, GZ-psycholoog (rapportdatum 11 januari 2018).
De genoemde rapporten van de psychiater en de psycholoog houden elk voor zich onder meer in, dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een parafiele stoornis. Deze stoornis was aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Die stoornis beïnvloedde zijn handelen dusdanig dat hij er verminderd weerstand tegen kon bieden. Verdachte had ten tijde van het ten laste gelegde volledig inzicht in de wederrechtelijkheid van de begane feiten.
Door de aanwezigheid van deze parafiele stoornis kon verdachte zijn wil verminderd bepalen. De psychiater en de psycholoog adviseren om aan betrokkene het tenlastegelegde indien bewezen, verminderd toe te rekenen.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen en hun advies over en conformeert zich daaraan. Op grond daarvan komt de rechtbank tot het strafmatigende oordeel dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
De rechtbank is alles afwegende van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden passend en geboden is.
De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden, gericht op het verkleinen van de kans op herhaling, worden gekoppeld.
De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de inhoud van de hierboven genoemde rapporten van de psycholoog en de psychiater en het rapport en het advies van de Reclassering Nederland (rapportdatum 5 februari 2018).Uit deze rapporten blijkt dat een langer durende ambulante zedenspecifieke behandeling wordt geadviseerd.
In het psychiatrisch rapport wordt in dat verband onder meer gesteld dat de kans op herhaling van delicten zoals tenlastegelegd als laag tot matig wordt ingeschat wanneer verdachte een behandeling ondergaat waarmee het risico laag gehouden kan worden, maar dat dit afhankelijk is van de ontwikkeling van de behandelmotivatie bij verdachte. De kans op herhaling, als die zich voordoet, wordt op langere termijn na enkele jaren verwacht met name omdat dan de door hem ervaren juridische stok achter de deur mogelijk minder is. Geconcludeerd wordt dat verdachte een behandeling nodig heeft voor zijn seksuele problematiek en gericht op de delictanalyse.
In het psychologisch rapport wordt in dat verband concluderend gesteld dat verdachte weinig probleembesef heeft en het hem ontbreekt aan reflexieve vermogens ten aanzien van inzicht. De risicotaxatie voor verdachte komt uit op een matig-hoge score. Er wordt geadviseerd betrokkene een ambulante zedenbehandeling bij een forensische
polikliniek te laten volgen.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat het van groot belang is dat verdachte een behandeling ondergaat voor zijn stoornis en dat hij deze behandeling ook afmaakt. Mede gelet hierop en op de prognose van de deskundigen dat dit een langdurige behandeling zal zijn, is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan de duur van het voorarrest niet wenselijk is. Immers daarmee zou de noodzakelijk geachte behandeling worden uitgesteld en het risico ontstaan dat de motivatie van verdachte voor het volgen en afmaken van die behandeling zal afnemen.
De rechtbank zal daarom een gevangenisstraf opleggen van kortere duur dan de door de officier van justitie gevorderde straf. Uit een oogepunt van vergelding en normhandhaving acht de rechtbank het wel noodzakelijk om naast de gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf een aanzienlijke taakstraf op te leggen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen/gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten de in de tenlastelegging onder feit 1 genoemde minderjarigen.
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting en de inhoud van de omtrent de persoon van verdachte uitgebrachte rapportages, waarin wordt geconcludeerd dat er recidivegevaar bestaat, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen smartphone vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is met betrekking tot welke de feiten zijn begaan en het gelet op het daarop opgeslagen kinderpornografisch materiaal van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 9, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 36b, 36c, 45, 57, 240b, 248a.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Verklaart het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1: poging tot: door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een persoon, waarvan de dader weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd. T.a.v. feit 2: een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben. T.a.v. feit 3: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen en maatregel.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
- gevangenisstrafvoor de duur van 9 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het
Wetboek van Strafrecht waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen
van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de
medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen twee werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis tussen 09.00 uur
en 12.00 uur (telefonisch) meldt bij Reclassering Nederland, regio Zuid, telefoonnummer
[telefoonnummer] . Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de
reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden
gegeven door de reclassering;
- meewerkt aan een intake, afname diagnostiek en eventueel hieruit voortvloeiende
behandelingen bij " [psychiatische afdeling] ) of soortgelijke ambulante
forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich
zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens
de instelling / behandelaar zullen worden gegeven;
- zich onthoudt van:
* het op digitale wijze met een seksuele tint communiceren met minderjarigen;
* gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch
materiaal kan worden bekeken, uitgewisseld en/of verkregen;
* gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen
met kinderen wordt gecommuniceerd,
terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controle van zijn telefoon(s), computer(s) en/of andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd;
waarbij de Reclassering Nederland, Regio Zuid, [adres 3] , [postcode 2] , opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3: -
taakstrafvoor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis.
Beslissing met betrekking tot het inbeslaggenomen voorwerp.
Onttrekking aan het verkeer van een mobiele telefoon, Samsung S67, goednummer 1189170.
Beslissing met betrekking tot de voorlopige hechtenis.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 25 september 2017 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. R.H. van Marle, leden,
in tegenwoordigheid van J.F.A. Verhagen, griffier,
en is uitgesproken op 23 februari 2018.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een dossier, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een eindproces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren van de politie Oost-Brabant, afdeling Dienst Regionale recherche Zeden, nummer 2017097592 – OBRBC17064 (onderzoek “Move”), afgesloten op 14 september 2017, aantal pagina’s: 757. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen opgenomen in genoemd einddossier.
2.Dossier p. 182 t/m 184.
3.Dossier p. 212 t/m 216.
4.Dossier p. 217.
5.Dossier p. 226.
6.Dossier p. 228 t/m 230.
7.Dossier p. 256.
8.Dossier p. 187, 188, 198, 199, 203, 204 t/m 207.
9.Dossier p. 172.
10.Dossier p. 343 t/m 348.
11.Dossier p. 171.
12.Dossier p. 304 t/m 308.
13.Dossier p. 312.
14.Dossier p. 534, 535, 537.
15.Dossier p. 427, 433.
16.Dossier p. 452 t/m 457.
17.Dossier p. 507.
18.Dossier p. 534 t/m 539.
19.Dossier p. 676 t/m 678, 700, 706.
20.Dossier p. 346.
21.Dossier p. 548, 549, 552, 553.