4.4.Met betrekking tot de door [eiser] geleden schade heeft hij het volgende aangevoerd:
In 2003 had de woning nog een waarde van € 645.000,00 (productie 9 bij dagvaarding), terwijl de woning in 2014 is overgedragen voor een bedrag van € 544.536,25. Omdat deze prijs (nu de woning is overgedragen aan [naam voormalig echtgenote] ) aan de lage kant is (de makelaar spreekt van een reële waarde per december 2014 van € 620.000,00) gaat [eiser] uit van een waardedaling van € 20.000,00.
Als [eiser] de woning in december 2003 zou hebben verkocht, zou hij een overwaarde van € 478.614,11 hebben gerealiseerd. Hij had vervolgens rendement op deze overwaarde kunnen behalen, dan wel, als hij de overwaarde op een spaarrekening zou hebben gezet, rente kunnen ontvangen.
[eiser] stelt dubbele woonlasten te hebben gehad. [eiser] heeft zowel de woonlasten voor de woning aan de [adres] moeten voldoen, als de woonlasten van het appartement aan de [adres] . Over de periode 1 januari 2004 tot en met 2 december 2014 bedroegen de woonlasten voor de woning aan de [adres] € 82.898,29.
[eiser] stelt in de periode 1 januari 2004 tot en met 2 december 2014 onroerende zaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor de woning te hebben moeten betalen, welke betalingen achterwege waren gebleven als hij de woning eerder had kunnen verkopen. De schade betreft een bedrag van € 11.875,43.