ECLI:NL:RBOBR:2018:6743
Rechtbank Oost-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beperking van bewegingsvrijheid van een TBS-patiënt in een psychiatrische instelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 december 2018 uitspraak gedaan in een klachtprocedure van een TBS-patiënt, vertegenwoordigd door mr. M.J.J. Spieringhs. De klacht betreft de intrekking van een tuinpas, die de betrokkene het recht gaf om zich vrij te bewegen in de binnentuin van de instelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene op 11 oktober 2018 een beperking van zijn bewegingsvrijheid is opgelegd, nadat er aanwijzingen waren van drugshandel en drugsgebruik. De betrokkene heeft aangevoerd dat de intrekking van de tuinpas disproportioneel en onzorgvuldig was, en dat er geen individuele afweging is gemaakt. De behandelaar heeft echter verklaard dat de tuinpas een privilege is dat kan worden ingetrokken indien niet aan bepaalde criteria wordt voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beperking van de bewegingsvrijheid van de betrokkene niet in strijd is met de Wet Bopz, omdat hij nog steeds dezelfde bewegingsvrijheid heeft als andere patiënten op de afdeling. De klacht is ongegrond verklaard.