ECLI:NL:RBOBR:2018:6572

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 december 2018
Publicatiedatum
9 januari 2019
Zaaknummer
C/01/335913 / EX RK 18-119
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging lijst geldelijke regelingen in verband met schadevergoeding voor ecologische verbindingszone

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I.E. Duijts, heeft beroep ingesteld tegen de lijst der geldelijke regelingen (LGR) die door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant was vastgesteld. Dit besluit, dat betrekking had op het herverkavelingsblok 'Weerijs-Zuid', werd door verzoeker betwist op basis van een schadevergoeding van € 423.000,00 die voortvloeit uit de realisatie van een ecologische verbindingszone (EVZ) in de huiskavel.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 oktober 2018, waarbij verzoeker in persoon verscheen en werd bijgestaan door zijn advocaat. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. M.A.T.L. Thijssen, heeft een verweerschrift ingediend en diverse documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt. Tijdens de zitting is gebleken dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de wijziging van de LGR, waarbij een bedrag van € 10.000,00 voor schadevergoeding aan verzoeker zou worden opgenomen.

De rechtbank heeft het beroep van verzoeker gegrond verklaard en bepaald dat de LGR moet worden aangepast. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 834,00. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.K.B. van Daalen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/335913 / EX RK 18-119
Beschikking van 19 december 2018
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat voorheen mr. C.B.G.M. Foolen, thans mr. I.E. Duijts te Breda,
tegen
Het College van GEDEPUTEERDE STATEN van de provincie Noord-Brabant,
zetelend te 's-Hertogenbosch,
verweerder,
gemachtigde mr. M.A.T.L.Thijssen te ‘s-Hertogenbosch.

1.De procedure

1.1.
Bij besluit van 15 mei 2018 heeft verweerder de lijst der geldelijke regelingen, als bedoeld in artikel 62 Wet inrichting landelijk gebied (Wilg), voor het herverkavelingsblok ‘Weerijs-Zuid’ (hierna: LGR) vastgesteld. De LGR heeft ter inzage gelegen van 24 mei 2018 tot en met 4 juli 2018.
1.2.
Bij verzoekschrift van 4 juli 2018, ontvangen op de griffie van deze rechtbank op 4 juli 2018, heeft verzoeker beroep ingesteld tegen de LGR. De grief van verzoeker tegen de LGR luidt -zakelijk weergegeven- als volgt:
De schade ad € 423.000,00, als gevolg van de realisatie van de EVZ in de huiskavel, dient te worden vergoed.
1.3.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Verweerder heeft tevens algemene stukken in het geding gebracht. Daaronder bevinden zich de Nota van zienswijzen Lijst Geldelijke Regelingen landinrichting Weerijs-Zuid, de Nadere Regels voor de schatting als bedoeld in artikel 68 van de Wilg voor het herverkavelingsblok Weerijs-Zuid, voorbeeldbedrijven ten behoeve van de schatting, de algemene bepalingen bij de LGR Weerijs-Zuid, de voorlopige kostenopgave LGR Weerijs-Zuid, het besluit vaststelling ruilplan Weerijs-Zuid van 1 september 2015 en het besluit van verweerder van 18 september 2018, waarbij mr. M.A.T.L. Thijssen en mr. H.J.W. Leenen zijn gemachtigd om namens verweerder schriftelijk verweer te voeren en verweerder te vertegenwoordigen bij de mondelinge behandeling door de rechtbank. Op verzoek van de rechtbank is door
mr. Thijssen de ruilklassenkaart overgelegd.
1.4.
Het beroep van verzoeker is op 3 oktober 2018 op de zitting behandeld. Verzoeker is toen verschenen in persoon, bijgestaan door mr.I.E. Duijts. Verweerder is verschenen bij zijn gemachtigde mr. M.A.T.L. Thijssen. Deze werd bijgestaan door ing. [naam medewerker provincie] van de provincie en ing. [naam medewerker kadaster] van het Kadaster. Namens belanghebbende Waterschap Brabantse Delta is verschenen [naam medewerker Waterschap Brabantse Delta] .
1.5.
Na de behandeling is de zaak verwezen naar de zitting van 28 november 2018 voor (verdere) behandeling door de Meervoudige Kamer van de rechtbank.
1.6.
Bij brief van 19 november 2018, ontvangen op de griffie van de rechtbank op 20 november 2018, en in afschrift toegezonden aan mr. Duijts, is namens verweerder medegedeeld dat partijen overeenstemming hebben bereikt, met het verzoek hetgeen is overeengekomen op te nemen in een uitspraak.
1.7.
Vervolgens is uitspraak bepaald.

2.De LGR

2.1.
Het individuele overzicht LGR dat betrekking heeft op verzoeker, is aan deze beschikking gehecht.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen hebben, zo volgt uit de in rov. 1.6. genoemde brief, overeenstemming bereikt en verzoeken te bepalen dat de LGR dient te worden gewijzigd in die zin dat in de lijst van verzoeker een bedrag van € 10.000,00 wordt opgenomen in verband met vergoeding van schade als gevolg van de toewijzing en inrichting van de ecologische verbindingszone, welk bedrag ten laste van het blok zal worden gebracht.
3.2.
Dat betekent dat het ingestelde beroep van verzoeker gegrond is. Daarin ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Deze begroot de rechtbank op € 291,00 griffierecht en € 543,00 salaris gemachtigde.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
verklaart het beroep gegrond,
4.2.
bepaalt dat de lijst der geldelijke regelingen ten aanzien van verzoeker dient te worden gewijzigd in die zin dat daarin voor verzoeker een bedrag wordt opgenomen van
€ 10.000,00 voor schade in verband met toewijzing en inrichting van de ecologische verbindingszone,
4.3.
veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker, begroot op € 834,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.K.B. van Daalen en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2018.