Uitspraak
1.De procedure
2.De LGR
3.De inbreng en de toedeling
4.De beoordeling
Grief 1 (als nihil aangemerkte grond onder het Smokstraatje)
.
“Het grootste gedeelte van kavel [kavelnummer] is ingedeeld in ruilklasse 3, omdat de bodem-grondwatertrapcombinatie voor dit gedeelte van de kavel een cZg35kv IIIb betreft. Dat betekent een sterk lemige, fijnzandige Beekeerdgrond met cultuurdek, met een GHG van 30-maaiveld en een GLG van 110- cm maaiveld. Tijdens een nadere beschouwing in het veld op 14 september 2012, naar aanleiding van een zienswijze tegen het ruilplan is geconstateerd dat het iets droger is dan de grondwatertrappenkaart weergeeft en dat de locatie van de voormalige beekbedding in deze kavel is opgevuld met materiaal afkomstig uit de nieuwe beek. De ontwateringstoestand en de vochtvoorziening zijn echter beter dan de ingebrachte kavel [perceelnummer] . Reclamant verwijst naar de uitspraak van de rechtbank inzake het beroepschrift tegen het ruilplan. Alterra heeft echter noch in haar onderzoek noch in haar conclusies, onderzoek gedaan of uitspraken gedaan over de bodemgeschiktheidsverschillen tussen kavel [kavelnummer] en de nabijgelegen inbrengkavels. Het onderzoek zag enkel toe op verschillen in ijzergehalten en mogelijke consequenties voor teelten. Daarnaast zijn er kavelaanvaardingswerken uitgevoerd op de kavel die de bodemgeschiktheid verbeteren. Derhalve is indeling in ruilklasse 3 correct.”
“Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechtbank volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?”
“Het oordeel zou niet gebaseerd dienen te zijn op verschillen in ijzergehalte, maar op teeltaspecten, zoals bewerkbaarheid, voortbrengend vermogen en mogelijkheden om gewassen te oogsten (draagkracht). Deze aspecten zijn gebruikt bij de geschiktheidsbeoordeling voor weidebouw, akkerbouw, tuinbouw en boomteelt door Kiestra (2007).”