In deze zaak heeft de minderjarige [A] een verzoek ingediend bij de kinderrechter om haar hoofdverblijf te wijzigen naar haar vader en om de kinderalimentatie aan te passen. De minderjarige heeft in haar brief aan de kinderrechter aangegeven dat zij sinds 19 september 2018 bij haar vader woont en dat zij de komende zes maanden bij hem wil blijven wonen om een betere band met haar moeder op te bouwen. De ouders van [A] hebben gezamenlijk het gezag over haar en zijn het erover eens dat het in het belang van [A] is dat zij bij haar vader woont. De rechtbank heeft op 21 december 2018 geoordeeld dat het hoofdverblijf van [A] bij haar vader zal zijn, omdat dit in haar belang is. De rechtbank heeft geen termijn aan deze beslissing verbonden, wat betekent dat deze beslissing geldig blijft totdat er een nieuw verzoek wordt ingediend. Het verzoek van [A] om de kinderalimentatie te wijzigen is afgewezen, omdat de wet minderjarigen niet toestaat om een dergelijk verzoek in te dienen. De rechtbank heeft [A] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie en heeft de ouders aangeraden om samen afspraken te maken over de financiën. De beschikking is gegeven door mr. J.W. Brunt en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.