Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 november 2018 met producties, genummerd 1 tot en met 22;
- het herstelexploot van 9 november 2018;
- de brief van mr. Schakenraad van 14 november 2018 met producties, genummerd 1 tot en met 3;
- de brief van mr. Schakenraad van 23 november 2018 met producties, genummerd 4 en 5;
- de brief van mr. Vermeulen van 27 november 2018 met twee producties;
- de brief van mr. Schakenraad van 28 november 2018 tevens houdende eis in reconventie;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 29 november 2018;
- de pleitnota van mr. Vermeulen en mr. Vromen;
- de pleitnota van mr. Schakenraad.
2.De feiten
- twee executoriale derdenbeslagen doen leggen onder Zuidwal Holding B.V;
- twee executoriale derdenbeslagen doen leggen onder Stichting Administratiekantoor [gedaagde 1] ;
- executoriaal derdenbeslag doen leggen onder [gedaagde 1] ;
- twee executoriale derdenbeslagen doen leggen onder Dukewal B.V;
- executoriaal derdenbeslag doen leggen onder Van Lanschot NV mede handelende onder de naam F. van Lanschot Bankiers;
- executoriaal derdenbeslag doen leggen onder ABN AMRO Bank N.V.
3.Het geschil in conventie
€ 200.000,00. Ook de overigens door [eiser] geleden schade is vele malen lager dan thans door [eiser] begroot. Een voorschot van € 500.000,00 is dan ook buiten alle proportie. Wanneer [gedaagden] dit bedrag moet betalen, stort de aan de zijde van [gedaagden] opgebouwde aandelenconstructie in elkaar. Bovendien is sprake van een aanzienlijk restitutierisico. Afgezien van het voorgaande is [gedaagden] bereid de verschenen schade te vergoeden.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
980,00