I. de criminele organisatie (feit 4)
De rechtbank acht het dienstig om eerst te beoordelen of er sprake was van een criminele organisatie gericht op het plegen van (lading)diefstallen en/of heling, inclusief de vraag of verdachte daaraan heeft deelgenomen. Daarna zal de rechtbank beoordelen of verdachte zich aan één of meer van de overige tenlastegelegde feiten schuldig heeft gemaakt.
Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen moet uit de bewijsmiddelen blijken dat er sprake is geweest van een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen.
Onder een organisatie moet worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één ander persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon, om als deelnemer aan die organisatie te worden aangemerkt, moet hebben samengewerkt met of bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van meer misdrijven. Voor bewijs van het bestanddeel oogmerk zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Van deelneming aan een organisatie kan slechts dan sprake zijn, indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten die op zichzelf niet strafbaar zijn, zolang van bovenbedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken.
In het bestanddeel
deelneming aaneen organisatie ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Het opzet van de verdachte moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Voor deelneming aan een criminele organisatie is voldoende dat een verdachte in zijn algemeenheid – in de zin van onvoorwaardelijk opzet – weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Daarbij is niet vereist dat de verdachte enige vorm van opzet heeft op de door de criminele organisatie beoogde concrete misdrijven.
I.2 beoordeling rechtbank
De rechtbank stelt aan de hand van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen onder meer het volgende vast.
- panden
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [verdachte 1] en zijn broer [verdachte 3] vanaf medio december 2016 een koetshuis huurden aan de [adres 1] van de verhuurder [verhuurder] . Zij vragen daarbij aan de [verhuurder] ook toestemming om een vrachtwagen op het terrein te mogen stallen. Vanaf oktober of november 2017 zijn zij ook een loods op het terrein van de [verhuurder] gaan huren. De huur werd contant aan de verhuurder betaald en er is geen huurcontract opgesteld. [verdachte 1] noemde zichzelf tegenover de verhuurder [alias van verdachte] , een naam waarvan [verdachte 1] vaker gebruik maakte. Van enig legaal doel voor het huren van het koetshuis en de loods is niet gebleken.
Vanaf september 2017 zijn [verdachte 3] en [verdachte 1] het appartement aan de [adres 2] gaan huren. Ook hier werd de huur contant betaald en is er geen huurcontract opgemaakt. De verhuurder verklaart dat er vanaf oktober behalve [verdachte 3] en [verdachte 1] ook twee andere personen in de woning verbleven. Onderling werd Albaans gesproken. De personen waren soms enkele dagen afwezig en ook ’s nachts waren zij weleens weg.
- voertuigen
Naast het plaatsen van bakens, vinden er vanaf 14 november 2017 tot en met 29 november 2017 observaties plaats. De observatieteams nemen waar dat de verdachten gebruik maken van verschillende opleggers, trekkers en personenauto’s. Naar deze voertuigen is nader onderzoek gedaan.
De MB trekker werd op 17 januari 2017 aangekocht door [bedrijfsnaam] . Namens dat bedrijf is de MB trekker gekocht door twee personen: de echtgenote van [verdachte 3] , en de heer [betrokkene 1] . De witte Volvo trekker voorzien van [kenteken 3] is door voornoemde twee personen aangeschaft op 15 september 2017, ook namens [bedrijfsnaam] . De kentekens van beide voertuigen zijn niet op een andere naam overgeschreven. Onduidelijk is gebleven wie de bestuurders van [bedrijfsnaam] zijn.
Op 21 maart 2016 zat verdachte bij een controle door de politie samen met voornoemde [betrokkene 1] in een personenauto.
De oplegger met blauwwit zeil en de tekst ‘ [tekst] ’ met het [exportkenteken] is op 23 november 2017 gekocht. Bij die koop waren in ieder geval [verdachte 1] en [verdachte 5] aanwezig.
De oplegger is contant betaald en het kenteken is op naam van [verdachte 5] gezet.
De verdachten maken op 29 november 2017 gebruik van een oplegger met grijze zeilen waarop het [kenteken 4] is bevestigd. Na controle van het chassisnummer blijkt deze oplegger te zijn gestolen in Duitsland.
De rechtbank stelt ten aanzien van de trekkers en opleggers vast dat niet is gebleken van legale werkzaamheden die het aankopen en/of gebruiken van de genoemde trekkers en opleggers kunnen verklaren.
De personenauto merk Volvo type XC70 is eigendom van [verdachte 1] .
De Citroën C4 Picasso betreft een huurauto. In de auto zijn onder andere documenten aangetroffen op naam van [betrokkene 2] .
Verder is er in de loods in [gemeente] op 29 november 2017 een sleutelbos aangetroffen met daaraan een label met het opschrift [kenteken 3] . Deze sleutels passen op een tankdop van een witte Volvo Trekker voorzien van [kenteken 5] .
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat deze trekker op 14 april 2017 betrokken is geweest bij een ladingdiefstal. De dieven zijn die nacht op heterdaad betrapt en zijn vervolgens te voet gevlucht waarbij zij deze trekker op de parkeerplaats hebben achtergelaten. Diezelfde nacht is [verdachte 3] als bijrijder gezien in deze trekker. In de trekker is een drinkfles aangetroffen met daarop het DNA van [betrokkene 2] .
- samenwerking
De voertuigen en de bewegingen van deze voertuigen zijn van 14 november 2017 tot en met 29 november 2017 door middel van bakens en fysieke observaties gevolgd. Ook zijn er camerabeelden van parkeerplaatsen bekeken. De rechtbank stelt vast dat alle verdachten, zijnde [verdachte 1] en zijn medeverdachten [verdachte 3] , [verdachte 5] , [verdachte 2] en [verdachte 4] , in wisselende samenstellingen bij de diverse voertuigen en panden worden gezien. De personen die met de trekker-opleggercombinatie gaan rijden worden gebracht en/of gehaald door de Volvo XC70 of de Citroën C4. Ook is gezien dat deze personenauto’s meerijden met een trekker-opleggercombinatie in dezelfde richting en/of op dezelfde parkeerplaatsen stoppen. Er wordt dan in de nacht kort gestopt op verschillende parkeerplaatsen die door professionele chauffeurs worden gebruikt om in hun vrachtwagencombinatie te overnachten.
Ook wordt in beide trekkers en in beide personenauto’s een portofoon aangetroffen. Deze vier portofoons zijn afgesteld op dezelfde frequentie en staan dus in verbinding met elkaar.
Verdachte is op 29 november 2017 aangehouden in de nabijheid van medeverdachte [verdachte 5] en voornoemde Witte Volvo trekker.
- inbeslaggenomen goederen
Op 29 november 2017 is de verdachte en ook zijn medeverdachten aangehouden en hebben er doorzoekingen plaatsgevonden. In de loods te [gemeente] en in de woning te [gemeente 2] zijn diverse goederen aan getroffen waarvan is vast komen staan dat deze van diefstal afkomstig zijn. Ook zijn mobiele telefoons in beslag genomen met daarin relevante informatie.
Naast deze goederen zijn ook technische hulpmiddelen aangetroffen. In de jas die [verdachte 2] droeg ten tijde van de aanhouding worden een tweetal jammers aangetroffen. Ook in de woning te [gemeente 2] lag een jammer. Jammers kunnen onder andere worden gebruikt om opsporing door de politie te bemoeilijken. In de witte Volvo trekker wordt een RF-detector aangetroffen, waarmee onder andere zenders opgespoord kunnen worden.
- gepleegde ladingdiefstallen en heling
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat op 14 april 2017, in de nacht van 1 op 2 november 2017 en op 14 november 2017 ladingdiefstallen, dan wel een poging daartoe, zijn gepleegd. Bij deze feiten zijn de bij de organisatie in gebruik zijnde voertuigen en/of één of meer van de verdachten gezien. Gelet hierop kunnen deze feiten aan de organisatie worden toegeschreven. Ook zijn er in de loods te [gemeente] goederen aangetroffen die zijn weggenomen bij ladingdiefstallen die zijn gepleegd op 1 februari 2017 (diefstal Lucky Strike sigaretten), 22 februari 2017 (diefstal Lucky Strike sigaretten) en 29 november 2017 (diefstal iPads en iPhones).
Enkele van de genoemde strafbare feiten zijn ook afzonderlijk aan verdachte ten laste gelegd. De vraag of de verdachte zich ook als pleger of medepleger aan één of meer van deze feiten heeft strafbaar gemaakt komt later aan de orde.
Op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen en hetgeen op grond daarvan hiervoor is vastgesteld, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte heeft behoord tot een op ladingdiefstallen en heling gericht samenwerkingsverband en dat hij daarnaast ook een aandeel heeft gehad in gedragingen die mede strekten tot de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk.
Tot het samenwerkingsverband behoorden blijkens de bewijsmiddelen ook zijn medeverdachten [verdachte 3] , [verdachte 2] , [verdachte 5] en [verdachte 4] . Uitgaande van de gebezigde bewijsmiddelen zijn de verdachten in elk geval tot het samenwerkingsverband gaan behoren, zij het dat dit voor ieder van hen vanaf een verschillend moment kan zijn geweest. Voor de periode waarin verdachte aan de criminele organisatie heeft deelgenomen neemt de rechtbank als startpunt de huur van het koetshuis, zodat de gehele periode bewezen kan worden verklaard. Hoewel het huren van een koetshuis op zich geen strafbaar feit is, kan deze handeling in dit geval niet anders worden gezien dan als een activiteit die is ondernomen om het plegen van de door de organisatie beoogde misdrijven mogelijk te maken.
Gelet op vorenstaande is bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
II de diefstal/heling van Dell laptops (feit 1)
Uit de aangifte blijkt dat in de nacht van 1 op 2 november 2017 dertig Dell laptops uit een oplegger zijn weggenomen. De oplegger stond geparkeerd op een truckersstandplaats aan de [parkeerplaats 2] . Op het moment dat de chauffeur om 01:00 uur zijn motor start en zijn verlichting aandoet, ziet hij in zijn spiegel vanuit de achterkant van zijn oplegger twee personen richting een rode Mercedes trekker rennen die is voorzien van een Portugees kenteken.
Uit de historische printgegevens blijkt dat de telefoon van verdachte en de telefoon van [verdachte 3] tussen 00:15 en 01:35 uur zendmasten in de omgeving van Tilburg aanstralen.
Door de raadsman is aangevoerd dat de telefoon die aan verdachte wordt toegerekend niet aan hem toebehoorde. De rechtbank acht deze verklaring gelet op de gebezigde bewijsmiddelen niet aannemelijk. De rechtbank stelt vast dat uit het onderzoek naar de inhoud van de telefoon is gebleken dat met deze telefoon op 2 november 2017 omstreeks 03:00 uur (oftewel zeer kort na de ladingdiefstal) websites zijn bezocht die in verband staan met Dell laptops. In deze telefoon zijn daarnaast meerdere foto’s aangetroffen van 2 november 2017 waarop onder andere een vrachtbrief van Dell en dozen met een Dell-logo te zien zijn.
De verdachten leggen geen verklaring af over waarom zij op dat tijdstip in Tilburg aanwezig waren.
Deze omstandigheden beziet de rechtbank in samenhang met hetgeen de rechtbank heeft opgemerkt ten aanzien van de deelname van verdachte aan de criminele organisatie. Daaruit blijkt dat verdachte ten tijde van deze diefstal reeds deel uitmaakte van de criminele organisatie die onder andere tot oogmerk had het plegen van ladingdiefstallen. Deze organisatie had de beschikking over een rode MB trekker met een Portugees kenteken.
De rechtbank stelt gelet op het voorgaande vast dat verdachte betrokken is geweest bij deze ladingdiefstal en dat hij daarbij in ieder geval één mededader had. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet direct welke rol de verdachte bij de diefstal exact heeft vervuld, maar dit staat niet aan een bewezenverklaring van het tezamen en in vereniging plegen van de ladingdiefstal in de weg. Op grond van de feiten en omstandigheden zoals hiervoor omschreven stelt de rechtbank namelijk vast dat de bijdrage van de verdachte aan de bewezenverklaarde diefstal van voldoende gewicht is geweest om van een nauwe en bewuste samenwerking met zijn mededader(s) en aldus van medeplegen aan de ten laste gelegde ladingdiefstal te kunnen spreken. Daarom acht de rechtbank het medeplegen van de diefstal met braak van 30 Dell laptops wettig en overtuigend bewezen.
III heling Lucky Strike / parfum (feit 2)
Op 29 november 2017 zijn in de loods te [gemeente] twintig sloffen sigaretten van het merk Lucky Strike aangetroffen en in de woning te [gemeente 2] één slof.
Er is onderzoek gedaan naar de herkomst van deze sloffen sigaretten. De rechtbank stelt op basis van dit onderzoek vast dat de inbeslaggenomen sloffen sigaretten gestolen zijn bij een tweetal ladingdiefstallen, die hebben plaatsgevonden in Asten op respectievelijk 1 februari 2017 en in de nacht van 22 op 23 februari 2017.
Op de beelden van de bewakingscamera’s van de hiervoor genoemde nachten, wordt op beide avonden een witte trekker met een oplegger gezien met dezelfde uiterlijke kenmerken als de oplegger [kenteken 2] , zijnde een oplegger waarover de criminele organisatie beschikte.
De rechtbank stelt vast dat zowel de loods als de woning, waar de sloffen sigaretten zijn aangetroffen, gehuurd werden door en in gebruik waren bij de verdachte en [verdachte 3] .
In de loods zijn eveneens 169 flessen parfum van het merk Dolce&Gabana en 20 flessen parfum van het merk Chanel zijn aangetroffen. Ook naar de herkomst van deze flessen parfum is nader onderzoek gedaan. Uit dat onderzoek is gebleken dat de parfum tussen 27 en 28 september 2017 in Stroe uit een vrachtwagen is gestolen.
Bij de doorzoeking in de loods in [gemeente] op 29 november 2017 zijn verder twee handgeschreven briefjes inbeslaggenomen met daarop een lijst met nummers. Dit blijken nummers te zijn die behoren bij de gestolen parfum. In de telefoon toebehorende aan de verdachte, is een foto van één van deze lijstjes met serienummers aangetroffen. Verder zijn in de telefoon zoekopdrachten teruggevonden die zijn ingevoerd op 14 oktober 2017 en op 15 oktober 2017. Als zoektermen zijn een aantal serienummers van de gestolen parfum ingevoerd.
De verdachte en [verdachte 3] hebben geen verklaring gegeven voor de aanwezigheid van de van de diefstal afkomstige sloffen sigaretten en parfum in de loods en de woning.
De rechtbank beziet deze feiten en omstandigheden in samenhang met het feit dat verdachte ten tijde van diefstal van deze goederen reeds behoorde tot de criminele organisatie en hij samen met [verdachte 3] huurder was van zowel de loods als de woning. Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat de goederen aan de verdachte en [verdachte 3] toebehoorden. De verdediging heeft terecht betoogd dat de parfum niet reeds op 29 november, maar pas op 5 december 2017 (nadat de verhuurder de politie had gewaarschuwd dat er ook nog andere goederen van de broers in de loods lagen) is aangetroffen, maar gelet op de in de telefoon van verdachte aangetroffen foto van het lijstje met serienummers verwerpt de rechtbank de stelling dat deze parfum door een andere huurder in de loods is opgeslagen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het medeplegen van opzetheling van eenentwintig sloffen sigaretten en een hoeveelheid parfum wettig en overtuigend bewezen.
IV heling Apple producten (feit 3)
Tot slot zijn op 29 november 2017 achtendertig dozen met in iedere doos tien iPhones gold en zestien dozen met in iedere doos vijf iPads Pro in beslag genomen. Uit onderzoek naar de herkomst van deze Apple producten is gebleken dat deze zijn gestolen uit een vrachtwagen, die via Duitsland onderweg was naar Waalwijk.
Uit de bakengegevens van de verschillende voertuigen blijkt dat de MB trekker met daaraan gekoppeld de oplegger met de tekst ‘ [tekst] ’ en voorzien van [exportkenteken] , de witte Volvo trekker, en de C4 op 27 november 2017 vanaf [parkeerplaats 3] in Rucphen een gelijke route in de richting van Duitsland rijden. De Volvo blijft geparkeerd staan op de parkeerplaats in Rucphen. Op 29 november 2017 passeren de MB trekker en de C4 rond 09:30 uur weer de Duits-Nederlandse grens. Achter de MB trekker hangt nu een oplegger met grijze zeilen voorzien van het [kenteken 4] . Deze oplegger is gestolen in Duitsland. De MB trekker heeft tegelijk met de vrachtwagen waaruit de Apple-producten zijn weggenomen op dezelfde parkeerplaats gestaan.
De telefoons van alle verdachten stralen op 27 november 2017 tot 18:22 uur masten aan, onder andere in [gemeente 2] en bij de grensovergang richting Duitsland. Op 29 november 2017 stralen ze vanaf 09:24 uur masten aan vanaf de grensovergang, richting [gemeente] en [gemeente 2] . In de tussenliggende periode stralen de telefoons van de verdachten (althans in Nederland) geen masten aan.
Op 29 november 2017 vinden er observaties plaats. Gezien wordt dat de MB trekker met daarachter de oplegger met grijze zeilen om 11:22 uur het terrein van de loods in [gemeente] op komt rijden. [verdachte 2] is op dat moment de bestuurder van de MB trekker. Een paar minuten later wordt [verdachte 3] samen met [verdachte 4] op het terrein gezien. Om 11:56 uur wordt de Volvo op het terrein geparkeerd en stappen [verdachte 1] en [verdachte 5] uit. De observanten zien dat er veel heen er weer wordt gelopen tussen de oplegger en de loods en dat daarbij met dozen wordt gesjouwd. Gezien wordt dat alle verdachten in de loods aanwezig zijn geweest en dat ze omstreeks 12:45 uur het terrein verlaten met de Volvo en de C4.
In de telefoon van [verdachte 1] worden foto’s aangetroffen die zijn gemaakt op 29 november 2017 rond 12:00 uur. Het gaat om foto’s van iPads en iPhones die nog in hun originele verpakking zitten. De serienummers op die dozen komen overeen met de serienummers van de gestolen Apple producten. Verder zijn op 29 november 2017 om 12:30 uur op google zoekopdrachten uitgevoerd met de zoekterm ‘Ipad apple 32gb’.
In de telefoon van [verdachte 4] wordt een gesprek via Viber aangetroffen dat heeft plaatsgevonden op 29 november 2017 vanaf 14:44 uur. [verdachte 4] geeft in dit gesprek onder andere aan dat hij net terug is en dat hij voor diverse personen een iPhone gold heeft.
De rechtbank stelt op grond van vorenstaande vast dat de verdachte en zijn mededaders kort na de diefstal van een partij iPhones en iPads de beschikking over die gestolen goederen hebben gehad. De verdachte en zijn medeverdachten zijn ten tijde van het uitladen van dozen met daarin de gestolen goederen allen op het terrein van de loods aanwezig. Op het moment dat de goederen de loods zijn ingeladen zijn alle verdachten enige tijd in de loods aanwezig en verlaten zij gelijktijdig het terrein. Verder zijn in zowel de telefoon van [verdachte 1] als [verdachte 4] bestanden aangetroffen die betrekking hebben op de Apple producten.
Deze feiten en omstandigheden beziet de rechtbank in samenhang met het feit dat de verdachte deel uitmaakte van een criminele organisatie die onder andere heling tot oogmerk had. De rechtbank stelt op grond van vorenstaande vast dat de verdachte en zijn medeverdachten de Apple producten voorhanden hebben gehad en dat zij wisten dat deze goederen van diefstal afkomstig waren. De rechtbank acht gelet op het voorgaande het medeplegen van opzetheling van 380 iPhones en 80 iPads wettig en overtuigend bewezen.