ECLI:NL:RBOBR:2018:5684

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2018
Publicatiedatum
16 november 2018
Zaaknummer
C/01/337992 / FA RK 18-4330
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot benoeming van een bijzondere curator voor minderjarige in voogdijkwestie

In deze zaak heeft een minderjarige, na het overlijden van haar moeder, verzocht om de benoeming van een bijzondere curator. De minderjarige woont bij haar oom en tante, maar haar vader heeft het gezag over haar. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat een bijzondere curator niet kan helpen bij het beëindigen van het gezag van de vader en het verkrijgen van voogdij door de oom en tante. Dit verzoek kan alleen door de raad voor de kinderbescherming worden ingediend. De kinderrechter heeft de beschikking in duidelijke taal geschreven, zodat deze begrijpelijk is voor de minderjarige. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige en haar wensen gehoord, maar benadrukt dat de rol van de bijzondere curator in deze context niet van toepassing is. De kinderrechter heeft de vader aangesproken op zijn verantwoordelijkheden als gezaghebbende ouder, met de hoop dat hij de belangen van de minderjarige in acht neemt. De beschikking is openbaar uitgesproken op 15 november 2018.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/337992 / FA RK 18-4330
Uitspraak : 15 november 2018
Beschikking op het verzoek van

[minderjarige]geboren op [geboortedatum] ,

wonende in [woonplaats]
verder te noemen: [minderjarige]
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende] ,

wonende in [woonplaats]
verder te noemen: de vader,

[belanghebbende] ,

wonende in [woonplaats] ,
verder te noemen: de tante moederszijde/pleegmoeder,
en

[belanghebbende]

wonende in [woonplaats] ,
verder te noemen: de oom moederszijde/pleegvader.
De procedure
[minderjarige] heeft een brief geschreven aan de kinderrechter. Deze brief is bij de rechtbank binnengekomen op 6 september 2018.
De kinderrechter heeft op 5 oktober 2018 met [minderjarige] gesproken.
Daarna heeft de kinderrechter de vader, pleegmoeder en pleegvader van [minderjarige] uitgenodigd voor een gesprek op 19 oktober 2018. Tijdens dit gesprek was alleen de pleegmoeder aanwezig. De kinderrechter heeft met haar gesproken.
De feiten
[De minderjarige] is na het overlijden van haar moeder in [datum] bij haar oom en tante moederszijde gaan wonen. De vader heeft het gezag over [minderjarige] heeft geen contact met hem.
Het verzoek van [minderjarige]
heeft in haar brief gevraagd om een bijzondere curator te benoemen. Zij hoopt dat deze haar kan helpen, omdat zij geen contact wil met haar vader en omdat haar oom en tante tegen problemen aanlopen doordat de vader alleen het gezag over [minderjarige] heeft.
De beoordeling van het verzoek van [minderjarige]
heeft verteld dat haar moeder in [datum] is overleden en dat zij daarna bij haar oom en tante is gaan wonen. Haar vader zoekt af en toe contact met haar, maar [minderjarige] vindt dat niet fijn. [minderjarige] heeft verteld dat zij in een lastige situatie zit, omdat haar vader het gezag over haar heeft en daarom zijn toestemming moet geven als er belangrijke beslissingen over haar moeten worden genomen. Zij vindt het lastig dat haar vader niet altijd wil tekenen voor zaken die voor haar belangrijk zijn. Zo heeft de vader bijvoorbeeld geen handtekening gezet voor haar stage en in het verleden heeft hij geen toestemming gegeven voor een vakantie van [minderjarige] met de moeder bij familie [in woonplaats] . [minderjarige] was daar erg verdrietig over.
vindt het beter dat haar oom en tante het gezag (gezag wordt in zo’n geval voogdij genoemd) over haar krijgen, omdat zij bij oom en tante woont.
[minderjarige] hoopt dat een bijzondere curator met alle betrokkenen gaat praten en daarna een advies aan de rechtbank geeft dat ertoe leidt dat oom en tante de voogdij krijgen.
De tante van [minderjarige] heeft in het gesprek met de kinderrechter verteld dat zij graag (mede)voogdij over [minderjarige] wil en dat zij daarom ook wil dat er een bijzondere curator wordt benoemd.
De kinderrechter heeft goed geluisterd naar de wens van [minderjarige] , maar een bijzondere curator kan hier niet bij helpen. Dit wordt hieronder uitgelegd.
Een bijzondere curator kan niet namens [minderjarige] een verzoek aan de rechtbank doen om het gezag van de vader te beëindigen en de voogdij bij oom en tante te leggen. Zo’n verzoek kan alleen worden gedaan door de raad voor de kinderbescherming.
Daarom heeft de benoeming van een bijzondere curator in dit geval geen zin en wordt het verzoek afgewezen.
Hopelijk zorgt de brief van [minderjarige] ervoor dat de vader begrijpt dat [minderjarige] er veel last van heeft als een stage of een vakantie niet kan doorgaan. De kinderrechter wijst de vader erop dat hij als gezaghebbende ouder in het belang van [minderjarige] moet denken en handelen.
Beslissing
De kinderrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.W. Brunt, rechter, tevens kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.