In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 30 januari 2018, wordt het wrakingsverzoek van de verzoeker afgewezen. De verzoeker had de rechters mr. H.M.H. de Koning, mr. E.C.P.M. Valckx en mr. T. van de Woestijne gewraakt, omdat hij meende dat hij niet eerlijk werd behandeld en geen proces-verbaal van een eerdere zitting had ontvangen. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat de verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechters. De rechtbank benadrukt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen rechters die een specifieke zaak behandelen en niet tegen alle rechters van een rechtbank. De rechtbank concludeert dat de verzoeker zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik van het wrakingsmiddel, wat leidt tot de beslissing dat toekomstige wrakingsverzoeken van de verzoeker tegen deze rechters niet in behandeling zullen worden genomen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.