ECLI:NL:RBOBR:2018:5462
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand en herhaalde tekortkomingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 oktober 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl en een huurder. De eiser, Woonbedrijf, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de huurder wegens een huurachterstand van meer dan drie maanden. De huurder had een huurachterstand opgebouwd van € 1.772,28 en had eerder al een gerechtelijke procedure tegen zich lopen vanwege een huurachterstand. De huurder voerde aan dat zijn financiële problemen voortkwamen uit een ernstig ongeval en een relatiebreuk, en vroeg om een betalingsregeling.
De kantonrechter oordeelde dat de huurder niet voldoende had gemotiveerd dat de huurachterstand niet zijn schuld was en dat de vordering van Woonbedrijf toewijsbaar was. De rechter overwoog dat de herhaalde tekortkomingen van de huurder, in combinatie met de aanzienlijke huurachterstand, de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigden. De rechter stelde de termijn voor ontruiming op veertien dagen na betekening van het vonnis en gaf aan dat Woonbedrijf de mogelijkheid had om het vonnis niet ten uitvoer te leggen, mits de huurder zijn verplichtingen nakwam. De huurder werd ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de kosten van de procedure.
De beslissing van de kantonrechter was dat de huurovereenkomst werd ontbonden, de huurder werd veroordeeld tot ontruiming van de woning, en dat hij een bedrag van € 1.986,39 moest betalen, vermeerderd met rente en kosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.