ECLI:NL:RBOBR:2018:5460
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand van meer dan drie maanden
In deze zaak heeft de stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl, gevestigd te Eindhoven, een vordering ingesteld tegen een huurster wegens huurachterstand. De huurster is niet verschenen op de comparitie van partijen en heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op de wijziging van eis. De huurovereenkomst betreft een woning in Eindhoven met een maandelijkse huurprijs van € 1.033,15. Woonbedrijf vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van een totaalbedrag van € 5.923,55, inclusief rente en kosten.
De huurster heeft erkend dat er een huurachterstand is, maar voert aan dat deze is ontstaan door gezondheidsproblemen en andere persoonlijke omstandigheden. De kantonrechter oordeelt dat de huurachterstand van € 5.705,20, die meer dan drie maanden bedraagt, een tekortkoming is die niet onder de uitzondering van artikel 6:265 lid 1 BW valt. De rechter overweegt dat het woonbelang van de huurster niet opweegt tegen de huurachterstand en dat de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gerechtvaardigd zijn.
De kantonrechter heeft de huurster veroordeeld om het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten, en om het verschuldigde bedrag aan Woonbedrijf te betalen. Tevens is de huurster veroordeeld in de kosten van de procedure. Het vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2018 door mr. G.J. Roeterdink.