ECLI:NL:RBOBR:2018:5447
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontucht gepleegd door beveiliger met patiënte in kliniek
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 7 november 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als beveiliger/medewerker veiligheid en logistiek werkzaam was in een kliniek. De verdachte is beschuldigd van ontucht met een patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd. De tenlastelegging omvatte verschillende seksuele handelingen die de verdachte met de patiënte heeft verricht in de periode van 6 tot en met 15 september 2017 te Eindhoven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Tijdens de zitting op 24 oktober 2018 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie achtte het feit wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte op basis van de functie van de verdachte als ongediplomeerd beveiliger.
De rechtbank heeft in haar oordeel overwogen dat de verdachte, ondanks zijn ongediplomeerde status, een zorgrelatie had met de patiënte en dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat in hem was gesteld. De rechtbank heeft de verklaringen van de patiënte en de verdachte gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur en een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 57 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en een ambulante behandeling. De uitspraak is gedaan met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn lichte verstandelijke beperking en de impact van het delict op de patiënte.