Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding, tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties, van 27 januari 2017
- de conclusie van antwoord in incident tevens conclusie van antwoord in hoofdzaak,
- het vonnis in incident van 5 april 2017,
- het tussenvonnis van 3 mei 2017, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 24 oktober 2017 en de brief van 8 november 2017 met opmerkingen over het proces-verbaal van de zijde van [eiseres] .
2.De feiten
3.Het geschil
- een veroordeling van de gemeente om binnen twee dagen na dit vonnis de bij brief van 15 november 2016 aan [eiseres] opgelegde maatregelen op te heffen en opgeheven te houden, met veroordeling van de gemeente tot verbeurte van een dwangsom,
- een verklaring voor recht dat de gemeente volledig aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] geleden heeft en nog zal lijden ten gevolge van de in de brief van 15 november 2016 genoemde maatregelen,
- een veroordeling van de gemeente tot vergoeding van de door [eiseres] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
4.De beoordeling
“Onder agressie verstaan we iedere vorm van gedrag dat gericht is op het teweeg brengen van onlustgevoelens bij medewerkers of bestuurders van de gemeente Boxmeer. Het gedrag kan gepaard gaan met geweld of geweldsdreiging. De agressie staat in relatie tot de functie of het functioneren van de gemeente / integriteit.”.
De rechtbank is van oordeel dat het uitmaken van een medewerker van de gemeente voor pias in de gegeven omstandigheden was gericht op het teweeg brengen van onlustgevoelens bij de betrokken medewerker. Dat is voldoende om dit gedrag aan te merken als agressie in de zin van het agressieprotocol. De rechtbank merkt hierbij op dat het protocol een ruime definitie van agressie hanteert.
De gemeente kan burgers die zich ernstig misdragen hebben beperkte toegang tot gemeentelijke gebouwen of instellingen geven. Het agressieprotocol onderscheidt twee vormen van toegangsbeperking. De eerste vorm is de toegangsbeperking met een mild regime. De burger dient zijn komst tenminste één uur voordat hij de gemeente wil bezoeken aan de agressiecoördinator te melden. Deze zal altijd instemmen met het bezoek nadat hij zich ervan heeft overtuigd dat de omstandigheden dit toelaten. De tweede vorm is de toegangsbeperking met een zwaar regime. De burger dient per email of telefonisch te laten weten welke dienst wordt verlangd. Hij wordt vervolgens uitgenodigd op een tijdstip dat de gemeente uitkomt.
De gemeente kan, zo volgt uit het agressieprotocol, de dienstverlening opschorten zo lang iemand die niet gegarandeerd heeft dat hij niet opnieuw een bedreiging zal vormen voor de integriteit van de dienstverlening of voor de veiligheid en het welzijn van medewerkers.
5.De beslissing
7 maart 2018voor het nemen van een akte door [eiseres] over hetgeen is vermeld onder 4.9, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,