Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.Het geschil in de hoofdzaak
“This Loan Agreement shall be governed by, construed and performed in accordance with Dutch law. Any dispute, disagreement or claim, arising out of, relating to, or regarding the interpretation and/or execution of any of its provisions shall, at the sole discretion of Lender, be submitted tot he District Court of ’s-Hertogenbosch (The Netherlands) or any other court having jurisdiction on the matter.”
“This Agreement shall be governed by and construed in accordance with the laws of the Federal Republic of Germany. The Mannheim courts shall have exclusive jurisdiction over any disputes arising from or in connection with this Agreement.”
3.Het geschil en de beoordeling in het incident
“all other provisions of the underlying Loan Agreement shall remain valid”.Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat artikel 11 van de geldleningsovereenkomst is blijven gelden en dat de bevoegdheidsbepaling in de Aandelenovereenkomst niet geldt voor de geldleningsovereenkomst. Op grond van het bepaalde in artikel 25 EEX-Vo II is deze rechtbank dan ook als de door de partijen bij de geldleningsovereenkomst aangewezen rechter bevoegd om kennis te nemen van vorderingen uit hoofde van die geldleningsovereenkomst.
4.De beoordeling in de hoofdzaak
5.De beslissing
21 februari 2018voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een comparitie.