ECLI:NL:RBOBR:2018:5155

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 oktober 2018
Publicatiedatum
16 oktober 2018
Zaaknummer
17_3001
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Maatwerkvoorschriften voor geluidsoverlast bij multifunctioneel gebruik van een monumentaal kerkgebouw

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil over maatwerkvoorschriften die zijn vastgesteld voor een café-dorpshuis met multifunctionele ruimte in een monumentaal kerkgebouw. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot, heeft striktere grenswaarden voor geluidsoverlast vastgesteld dan normaal op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm). Dit was noodzakelijk om te voorkomen dat een groot geluidscherm geplaatst moest worden, wat ongewenst zou zijn gezien de monumentenstatus van het gebouw. Eiseres, die in de nabijheid woont, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vreest voor geluidsoverlast van het gebruik van de kerk voor feesten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatwerkvoorschriften voldoende zijn onderbouwd en dat de verweerder de richtwaarden in het gemeentelijk geluidbeleid mocht afwijken. De rechtbank heeft echter ook geconstateerd dat de maatwerkvoorschriften 1.2.4 en 1.2.6 niet adequaat waren en heeft deze vernietigd. De rechtbank heeft zelf nieuwe maatwerkvoorschriften vastgesteld die de geluidsoverlast beter moeten reguleren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de geluidsoverlast die eiseres vreest, niet onaanvaardbaar is, en dat de maatwerkvoorschriften in lijn zijn met de geldende wetgeving.

De uitspraak heeft geleid tot de verplichting voor de verweerder om het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden en de proceskosten te vergoeden. De rechtbank heeft de zaak in het openbaar behandeld en de uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 17/3001

uitspraak van de meervoudige kamer van 17 oktober 2018 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. H. Gerritsen),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot, verweerder

(gemachtigden: mr. P.M.H.A. Bakermans en ir. M.J.G. Frankenmolen).

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen: Ambacht B.V. (gemachtigden: [naam] , [naam] en [naam] ).

Procesverloop

In het besluit van 10 oktober 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder maatwerkvoorschriften vastgesteld ten behoeve van het starten van een café-dorpshuis met een multifunctionele ruimte in het pand [adres] in [woonplaats] .
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 28 augustus 2018. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. De derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden.

Overwegingen

1.1
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. In [woonplaats] staat de voormalige Andreaskerk, een monumentaal gebouw. De derde-partij exploiteert dit gebouw. Het gebouw wordt gebruikt als dorpshuis en er worden ook feesten gehouden. In het gebouw zijn een zaal die voor meerdere doelen kan worden gebruikt en een ontmoetingsruimte aanwezig. Het nabijgelegen oude dorpscafé is gesloopt.
1.2
Voor het veranderde gebruik is het bestemmingsplan gewijzigd. Voor deze wijziging en voor de verplichte melding op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) heeft bureau Peutz BV een akoestisch onderzoek gedaan (verder: onderzoek Peutz).
1.3
Eiseres woont in een straat achter de voormalige kerk. Zij had overlast van het dorpscafé en heeft naar eigen zeggen ook geluidsoverlast door het gebruik van de kerk. Zij heeft beroep ingesteld bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) tegen de wijziging van het bestemmingsplan.
1.4
De gemeente Oirschot heeft een gemeentelijk geluidbeleid vastgesteld, het Geluidsbeleid Industrielawaai Gemeente Oirschot (verder: geluidbeleid). De kom van Oostelbeers is in dit geluidbeleid aangeduid als woongebied. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau geldt een richtwaarde van 45 dB(A) in de dagperiode, 40 dB(A) in de avondperiode en
35 dB(A) in de nachtperiode.
2. In het bestreden besluit zijn grenswaarden gesteld voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximale geluidniveau op gevels die lager zijn dan de grenswaarden in artikel 2.17 van het Abm. Als feesten worden gehouden op dagen dat een zaterdag, zondag of erkende feestdag volgt, dan mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau tussen 23:00 uur en 2:00 uur ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen 40 dB(A) bedragen. Verder zijn grenswaarden opgenomen voor het binnenniveau in de multifunctionele zaal en in de ontmoetingsruimte.
3.1
Eiseres is van mening dat verweerder ten onrechte is afgeweken van het geluidbeleid. Zij begrijpt niet waarom verweerder dit heeft gedaan. Zij zal geluidsoverlast ondervinden en de maatwerkvoorschriften zijn volgens haar te soepel. Dit blijkt volgens haar ook uit een meting van de omgevingsdienst van december 2017. Eiseres leidt uit het rapport Peutz af dat de grenswaarden alleen maar kunnen worden gehaald als ramen en deuren worden gesloten. Zij vreest dat het hiervoor opgenomen maatwerkvoorschrift niet kan worden gehandhaafd. Zij vraagt zich af waarom in het rapport Peutz staat dat zij in ‘gemengd gebied’ woont.
3.2
Verweerder wijst er op dat het rapport Peutz dient ter onderbouwing van de wijziging van het bestemmingsplan en als verplicht akoestische onderzoek bij de melding op basis van het Abm. De kwalificatie ‘gemengd gebied’ dient ter onderbouwing van de wijziging van het bestemmingsplan. Het klopt dat de maatwerkvoorschriften grenswaarden stellen die hoger liggen dan de richtwaarden van het geluidbeleid bij het gebruik van de multifunctionele ruimte in de nachtperiode voor feesten. Er wordt wel voldaan aan de grenswaarden die gelden op basis van het Abm. Verweerder heeft dit gedaan omdat aanvullende technische maatregelen niet mogelijk blijken te zijn. Verweerder heeft het aantal dagen waarop feesten mogen worden gehouden beperkt in het bestreden besluit. Die feesten mogen, zoals hiervoor al is gesteld, alleen worden gehouden op dagen die gevolgd worden door een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag.
3.3
De derde-partij geeft aan dat aan en in het kerkgebouw veel geluidbeperkende maatregelen zijn getroffen. De gemeten overtreding werd veroorzaakt doordat een bezoekende band tegen alle afspraken in een nooduitgang aan de achterzijde van de kerk opende. De derde-partij kan zich verenigen met een aanpassing van het desbetreffende maatwerkvoorschrift. Zij schakelt beveiligingspersoneel in bij feesten dat toeziet op het sluiten van alle deuren.
3.4
De Afdeling heeft in een uitspraak van 3 april 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ7533) geoordeeld dat het bevoegd gezag beleidsruimte heeft bij de beantwoording van de vraag of het gebruik zal maken van de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Wel zal een belangenafweging moeten worden gemaakt. Het bevoegd gezag heeft een zekere beoordelingsruimte bij de vaststelling van wat nodig is ter bescherming van het milieu.
3.5
Maatwerkvoorschrift 1.2.6 in het bestreden besluit luidt als volgt: “
Tijdens het gebruik van de multifunctionele zaal voor feesten en partijen moeten alle deuren en ramen zoveel mogelijk gesloten blijven behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.Toelichting: hierbij worden naast de ramen en deuren in de buitengevel ook de binnendeuren zoals die van de multifunctionele ruimte naar de ontmoetingsruimte bedoeld. “
3.6
De rechtbank stelt vast dat eiseres de uitkomsten van het rapport Peutz niet betwist. Zij merkt wel op dat slechts is aangenomen dat het binnenniveau van 35 dB(A) in haar huis niet wordt overschreden, maar dat is in deze procedure niet relevant. Op basis van het Abm en de Handleiding meten en rekeningen industrielawaai (Handleiding) wordt de geluidbelasting van de inrichting niet bij haar binnen gemeten maar op de gevel.
3.7
De rechtbank stelt voorop dat in het bestreden besluit juist strengere grenswaarden zijn opgenomen dan de grenswaarden die normaal voor de inrichting gelden op basis van het Abm. Alleen bij feesten (die alleen mogen plaatsvinden op bepaalde dagen) gelden de grenswaarden van het Abm. Dit laatste is in afwijking van de richtwaarden in het geluidbeleid. De rechtbank is niet gebleken dat verweerder bij het nemen van het bestreden besluit het gebied rondom de kerk anders heeft gekwalificeerd dan is aangegeven in het geluidbeleid. De term ‘gemengd gebied’ is gehanteerd in de onderbouwing van de planologische wijziging.
Verweerder zal rekening moeten houden met de richtwaarden in het geluidbeleid. Dat wil niet zeggen dat verweerder de richtwaarden altijd moet toepassen. Maar als hij afwijkt van de richtwaarden zal hij dit moeten motiveren. Het is niet in geschil dat zeer forse extra maatregelen (een geluidscherm van 45 bij 6,5 meter) nodig zijn om het gebruik van de kerk voor feesten aan het gemeentelijke geluidbeleid te laten voldoen. Gelet op de monumentenstatus van het gebouw heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat plaatsing van zo’n scherm ongewenst is. Eigenlijk is eiseres tegen het gebruik van de kerk als locatie voor feesten, maar dat wordt niet in het bestreden besluit geregeld maar in het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan staat in deze procedure niet ter discussie. Bovendien was er voorheen in de buurt een dorpscafé en de functie daarvan wordt overgenomen door de exploitatie van de kerk en de ontmoetingsruimte. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank kunnen afwijken van de richtwaarden in het gemeentelijke geluidbeleid en heeft dit voldoende onderbouwd.
3.8
Dit zou anders zijn als verweerder grenswaarden zou stellen die nooit kunnen worden gehaald. Dat acht de rechtbank niet aannemelijk. De derde-partij heeft een goede verklaring gegeven voor de gemeten overtreding. De rechtbank is echter wel van oordeel dat verweerder hiervoor een gericht maatwerkvoorschrift had moeten stellen om herhaling van het incident te voorkomen. Voorschrift 1.2.6 verbiedt het openen van de deur aan de achterzijde van de kerk niet. De redactie van voorschrift 1.2.6 kan discussie opleveren en dat is niet bevorderlijk voor de handhaving. Dit is alleen het geval bij het gebruik van de nooduitgang aan de achterzijde. De rechtbank zal zelf voorschrift 1.2.6 als volgt wijzigen: “
Tijdens het gebruik van de multifunctionele zaal voor feesten en partijen moeten alle deuren en ramen, waarmee ook worden bedoeld de binnendeuren zoals die van de multifunctionele ruimte naar de ontmoetingsruimte gesloten blijven behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. De nooduitgang aan de achterzijde van het kerkgebouw moet gesloten blijven tenzij sprake is van een calamiteit.”
4.1
Eiseres is van mening dat er gedragsregels voor laad- en losactiviteiten zijn opgenomen die niet kunnen worden gehandhaafd. Ze zijn wel nodig om te voorkomen dat de grenswaarde voor het maximale geluidniveau met 2 dB(A) in de nachtperiode wordt overschreden.
4.2
Ter zitting heeft de derde-partij aangegeven dat er aan de [adres] (voorzijde) wordt geladen en gelost, niet aan de achterzijde. Het rapport Peutz is op dit onderdeel achterhaald door wijzigingen in de bedrijfsvoering. Laden aan de achterzijde is destijds niet opgenomen in de melding op basis van het Abm.
4.3
In het bestreden besluit is maatwerkvoorschrift 1.2.10 opgenomen. Dit voorschrift luidt als volgt:
“Voor het laden en lossen aan de achterzijde van de multifunctionele ruimte zijn voor de nachtperiode de volgende gedragsvoorschriften van toepassing:
  • een bestelbus moet zover mogelijk achteruit rijden naar de laad- en loslocatie;
  • het laden en lossen mag alleen handmatig plaatsvinden;
  • de laaddeuren en portieren van de voertuigen moeten rustig gesloten worden;
  • het laden en lossen van goederen moet rustig plaatsvinden (niet stoten, botsen, en laten vallen van materialen / goederen en ook niet roepen);
  • de inrichtinghouder dient toezicht te houden op het naleven van deze gedragsvoorschriften.”
4.4
Het geluidbeleid stelt geen bijzondere richtwaarden voor het maximale geluidniveau. De richtwaarden in de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening worden toegepast. Dat is hier ook gebeurd. De rechtbank kan zich moeilijk voorstellen dat eiseres last heeft van laden en lossen, indien dit gebeurt aan de voorzijde van de kerk. De gedragsvoorschriften in maatwerkvoorschrift 1.2.10 zijn voldoende concreet om, zo nodig, op te handhaven. Verweerder heeft dit maatwerkvoorschrift ter beperking van de mogelijke geluidsoverlast van bewoners mogen stellen. De rechtbank gaat er bij dit oordeel wel van uit dat alleen wordt geladen en gelost aan de voorzijde en niet aan de achterzijde van de kerk. In verband hiermee ziet de rechtbank aanleiding om de zinsnede ‘aan de achterzijde van de multifunctionele ruimte’ in genoemd voorschrift 1.2.10 te wijzigen in ‘aan de [adres] (voorzijde)’. Als desondanks in de toekomst toch wordt geladen en gelost aan de achterzijde van de kerk is dat een wijziging van de werking van de inrichting en zal een nieuwe melding op basis van het Abm moeten worden ingediend. Deze beroepsgrond slaagt.
5.1
Eiseres wijst op een verschrijving in voorschrift 1.2.4.
5.2
Verweerder heeft aangegeven dat er inderdaad sprake is van een verschrijving. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien en voorschrift 1.2.4 als volgt aanpassen:
“Bij gebruik van de multifunctionele zaal mag het optredende muziekgeluidsniveau in deze ruimte niet meer bedragen dan
  • 91 dB(A) en 97 dB(C) tussen 07:00 en 19:00 uur
  • 86 dB(A) en 92 dB(C) tussen 19:00 en 23:00 uur
  • 81 dB(A) en 87 dB(C) tussen 23:00 en 07:00 uur”.
6.1
Eiseres vraagt zich nog af waarom niet een geluidbegrenzer in de multifunctionele zaal verplicht is gesteld.
6.2
De derde-partij heeft aangegeven dat er niet alleen versterkte muziek wordt gespeeld in de kerk maar ook niet-versterkte muziek (bijvoorbeeld een drumtoestel) en dat muziekbands soms hun eigen apparatuur meenemen.
6.3
De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden verweerder heeft kunnen afzien van het opleggen van een extra maatwerkvoorschrift dat verplicht tot een verzegelde muziekbegrenzer. Deze beroepsgrond faalt.
7.1
Volgens eiseres is het terras bij de kerk niet ingericht op de manier die is aangegeven in het rapport Peutz. Zij begrijpt bovendien de verwijzing in maatwerkvoorschrift 1.2.14 naar het gemeentelijke terrassenbeleid niet, omdat dit beleid alleen maar ziet op de terrassen bij de Markt in Oirschot. Er zouden ’s nachts passanten of personeel op het terras zitten.
7.2
Voorschrift 1.2.14 luidt als volgt: “
Het terras mag in gebruik zijn van 11.00 tot 24.00 uur. Er mag dan geen muziekgeluid hoorbaar zijn buiten de inrichting.Toelichting: met betrekking tot de eindtijd dienen in ieder geval de algemeen geldende regels die gelden voor het terrasgebruik binnen de gemeente Oirschot in acht genomen te worden”.Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat daarmee bedoeld is dat het terras om 24.00 uur ook echt leeg is.
7.3
De derde-partij heeft aangegeven dat het terras aan de voorzijde van het perceel ligt. Het is omsloten door een laag hek. Het gebeurt niet dat personeel na afloop nog even gezellig op het terras gaat zitten.
7.4
De rechtbank is van oordeel dat voorschrift 1.2.14 duidelijk is. Het is kennelijk ook duidelijk genoeg voor de derde-partij. Het voorschrift is voldoende om geluidsoverlast te beperken, mede gelet op de door de derde-partij getroffen maatregelen. De toelichting met de verwijzing naar de algemene regels voor terrasgebruik maakt geen onderdeel uit van het maatwerkvoorschrift. De rechtbank merkt overigens op dat het geluid van personen op een terras dat geen binnenterrein is, niet meetelt bij de geluidsbelasting van de inrichting gelet op artikel 2.18, eerste lid onder a, van het Abm en dat het maatwerkvoorschrift 1.2.14 voor eiseres dus wel een toegevoegde waarde heeft omdat het terrasgebruik na 24:00 uur effectief is verboden.
8.1
Eiseres vreest dat zij nog steeds geluidsoverlast van de kerk zal hebben en stelt dat zij geen overlast kan melden bij verweerder of de omgevingsdienst.
8.2
De klacht van eiseres vindt de rechtbank niet terecht. De omgevingsdienst heeft immers op verzoek van eiseres gemeten. De rechtbank deelt ook de vrees van eiseres niet. Geluidsoverlast is een subjectief begrip. De een heeft meer last van geluidhinder dan de ander. De wetgever heeft in het Abm normen bedacht die voor heel veel bedrijven in Nederland gelden. In dit geval worden grenswaarden in de maatwerkvoorschriften gesteld die strenger zijn dan de normen in het Abm, met uitzondering van de grenswaarden tijdens feesten. Ook in deze uitzonderingssituatie wordt nog steeds voldaan aan de grenswaarden in het Abm. Eiseres zal last kunnen hebben van feesten in de kerk, maar de rechtbank is van oordeel dat verweerder dit geen onaanvaardbare geluidsoverlast heeft behoeven te vinden.
9. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt de maatwerkvoorschriften 1.2.4 en 1.2.6 van het bestreden besluit. De rechtbank zal zelf het bestreden besluit aanvullen met de hierboven geformuleerde nieuwe maatwerkvoorschriften en bepalen dat deze uitspraak de vernietigde maatwerkvoorschriften vervangt.
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.002,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van
€ 501,- en een wegingsfactor 1 ).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt maatwerkvoorschriften 1.2.4, 1.2.6 en 1.2.10 van het bestreden besluit;
  • verbindt de volgende maatwerkvoorschriften aan het bestreden besluit:
1.2.4. Bij gebruik van de multifunctionele zaal mag het optredende muziekgeluidsniveau in deze ruimte niet meer bedragen dan
-
91 dB(A) en 97 dB(C) tussen 07:00 en 19:00 uur
-
86 dB(A) en 92 dB(C) tussen 19:00 en 23:00 uur
-
81 dB(A) en 87 dB(C) tussen 23:00 en 07:00 uur.
1.2.6. Tijdens het gebruik van de multifunctionele zaal voor feesten en partijen moeten alle deuren en ramen, waarmee ook worden bedoeld de binnendeuren zoals die van de multifunctionele ruimte naar de ontmoetingsruimte gesloten blijven behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. De nooduitgang aan de achterzijde van het kerkgebouw moet gesloten blijven tenzij sprake is van een calamiteit.
1.2.10 Voor het laden en lossen aan de [adres] (voorzijde) zijn voor de nachtperiode de volgende gedragsvoorschriften van toepassing:- een bestelbus moet zover mogelijk achteruit rijden naar de laad- en loslocatie;- het laden en lossen mag alleen handmatig plaatsvinden;- de laaddeuren en portieren van de voertuigen moeten rustig gesloten worden;- het laden en lossen van goederen moet rustig plaatsvinden (niet stoten, botsen, en laten vallen van materialen / goederen en ook niet roepen);- de inrichtinghouder dient toezicht te houden op het naleven van deze gedragsvoorschriften.
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde (gedeelte van het) bestreden besluit;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiseres te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.002,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Heijerman, voorzitter, en mr. M.J.H.M. Verhoeven en mr. H.M.J.G. Neelis, leden, in aanwezigheid van mr. J.F.M. Emons, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2018.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.

Bijlage

2.17
lid 1 Abm
Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau LAmax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:
a
.de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;
Tabel 2.17a
07:00–19:00 uur
19:00–23:00 uur
23:00–07:00 uur
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
b
.de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;
(…)
2.18
lid 1 Abm
Bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20, blijft buiten beschouwing:
a.het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, tenzij dit terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein;