ECLI:NL:RBOBR:2018:481
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor huisvesting en bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 2 februari 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze-Leende. Eiseres had in eerste instantie bezwaar gemaakt tegen een besluit van 16 oktober 2014, waarin de directeur van de Samenwerking A2-gemeenten meedeelde dat verweerder geen verantwoordelijkheid meer droeg voor de huisvesting van eiseres, omdat zij zelf huisvesting had gevonden. Eiseres heeft meerdere keren beroep ingesteld tegen de besluiten van verweerder, waarbij de rechtbank in eerdere uitspraken het beroep gegrond verklaarde en verweerder opdroeg om nieuwe besluiten te nemen.
Tijdens de zitting op 8 augustus 2017 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl verweerder niet aanwezig was. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 2 november 2017 verweerder de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Verweerder heeft echter aangegeven geen gebruik te maken van deze gelegenheid. In de einduitspraak oordeelt de rechtbank dat verweerder niet voldoende heeft gemotiveerd dat eiseres zelf in haar huisvesting heeft voorzien en dat de zorgplicht van verweerder is vervallen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, en veroordeelt verweerder tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.