Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
- A1) het proces-verbaal van verhoor van verdachte, afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris, d.d. 15 maart 2018;
- A2) het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2018, p. 91;
- A3) proces-verbaal aangifte door [pleegmoeder] d.d. 26 februari 2018, p. 245 ev;
- A4) proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte] ten overstaan van de rechter-commissaris op 24 augustus 2018;
- A5) proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] d.d. 12 maart 2018, p. 145 tm 148.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
gevangenisstrafvoor de duur van
12 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27
4 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.
bevel tot voorlopige hechtenismet ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde vrijheidsstraf.