Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
het pv van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt door [verbalisant] , d.d. 21 december 2017 [2] , onder meer inhoudende:
Rechtbank Oost-Brabant
Op 14 september 2018 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een jeugdige verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het bedreigen van de burgemeester van de gemeente Laarbeek. De verdachte, geboren in 1999 en wonende in Beek en Donk, werd beschuldigd van bedreiging met de dood en zware mishandeling. De bedreiging vond plaats op 21 december 2017, toen de verdachte tijdens een gesprek in het gemeentehuis dreigende woorden richtte aan de burgemeester. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft de bedreiging gedaan in een emotionele opwelling, wat de rechtbank heeft meegewogen in haar oordeel.
De rechtbank oordeelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de ernst van de bedreiging en de impact op de burgemeester en de gemeenschap in overweging genomen. De verdachte is als jeugdige beoordeeld, en er zijn rapportages over zijn geestelijke gezondheid gepresenteerd, waaruit bleek dat hij lijdt aan ontwikkelingsproblematiek en een verstandelijke beperking. De rechtbank besloot om het jeugdstrafrecht toe te passen en legde een jeugddetentie op van 12 weken, waarvan 10 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De bijzondere voorwaarden omvatten deelname aan ambulante behandeling en reclasseringstoezicht.
De rechtbank benadrukte het belang van behandeling voor de verdachte om recidive te voorkomen en gaf hem de kans om aan zijn problematiek te werken in een ambulant kader. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee leden betrokken waren, en is openbaar gemaakt op 14 september 2018.