Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij
hij
hij
De formele voorvragen.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie ten aanzien van feit 1.
nu achteraf denkt dat hij(verdachte: toevoeging rechtbank)
op die manier misbruik van haar heeft gemaakt omdat zij niet goed in haar vel zat” en “
dat zij in Salou in 2016 tot het besef is gekomen dat het niet goed was wat er was gebeurd tussen haar en [verdachte]” “
dat zij in 2016 mentaal sterker was”. Op 4 mei 2017 heeft [slachtoffer 1] via de mail meegedeeld dat zij naar aanleiding van het gesprek geen aangifte wenste te doen. Zij had geen zin in de vele gesprekken, had juist een hele vervelende tijd achter de rug en had het gevoel één en ander nu niet aan te kunnen. Na de aanhouding van verdachte is [slachtoffer 1] nogmaals gevraagd of zij aangifte wilde doen. [slachtoffer 1] gaf toen opnieuw aan dat zij het erg moeilijk vond en dat zij niet wist of zij het geestelijk en lichamelijk aan zou kunnen. Zij wilde met haar ouders overleggen. Op 7 juni 2017 liet de moeder van [slachtoffer 1] weten dat [slachtoffer 1] , in overleg met haar ouders, had besloten geen aangifte te doen. Niet omdat zij dit niet wilde, maar omdat zij het, gelet op haar voorgeschiedenis en gelet op de omstandigheden waarin zij op dat moment verkeerde, niet aan kon. Het onder feit 1 ten laste gelegde betreft geen klachtdelict. Het openbaar ministerie was dan ook bevoegd om verdachte ambtshalve en zonder een aangifte te vervolgen. Uit de stukken leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 1] zich heeft uitgelaten over de feiten en dat zij wel aangifte wilde doen maar hiervan heeft afgezien, omdat zij het niet aan kon. De rechtbank is van oordeel dat artikel 167a van het Wetboek van Strafvordering niet is geschonden, zodat het verweer van de raadsman niet slaagt.
wtf is er mis met je
erin te krijgen”.
de strook” bedoel ik het open stuk onder de deur. Ik weet zeker dat het een telefoon was. Toen ik de telefoon zag, heb ik er drie seconden naar gekeken. Ik zag de camera en de zilvergrijze achterkant van de telefoon. Ik zei tegen [verdachte] dat ik zijn gsm wilde zien. Volgens mij deed hij eerst iets op zijn telefoon en daarna mocht ik het zien.
Ben je nu al klaar?”. De deur van de scheidsrechterkamer was dicht maar daar zit een ruimte van ongeveer vijftien tot twintig centimeter onder. Mij is niet verteld dat ik werd gefilmd en ik zou daar ook nooit toestemming toe hebben gegeven.
- [slachtoffer 3] wonende [adres slachtoffer 3] ;
- [slachtoffer 4] wonende [adres slachtoffer 4] .
bewezenverklaring’onder feit 2 wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De bewezenverklaring.
subsidiair
op tijdstippen in de periode van 01 mei 2016 tot en met 9 maart 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente 2] en/of Texel en/of Salou telkens gebruik makende van een technisch hulpmiddel, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van personen, te weten van op 9 maart 2017 [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum slachtoffer 2] ) en in de periode 1 januari 2017 tot en met 9 maart 2017 [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 3] ) en
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
Betrokkene lijdt aan een voyeurismestoornis. Als uit te sluiten diagnose wordt pedofilie benoemd. De voyeurismestoornis heeft geleid tot een beperkte impulscontrole: wanneer betrokkene de drang ervaart om te gaan filmen is hij niet in staat om deze te controleren of te reguleren. Hoewel hij het wel probeert gaat hij al snel over tot het gedrag. Deze drang is zeer intensief en voor betrokkene moeilijk te doorstaan.
Beslag (kopie van de beslaglijst aan het vonnis gehecht).
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
ten aanzien van feit 1 subsidiair:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.Ten aanzien van feit 2:gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet opduidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd.De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen en maatregel.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair, feit 2:taakstraf voor de duur van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair, feit 2:gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Ten aanzien van feit 2:maatregel van schadevergoeding van € 875,00 subsidiair 17 dagen hechtenis.
Ten aanzien van feit 2:Verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen, te weten:
Teruggavein beslag genomen goederen, aan de rechthebbende, te weten: - een USB stick G1155427; - een SD-kaart Lexar G1155431; - een 16Gb geheugenkaart G1155434; - een 16Gb geheugenkaart G1155436; - een harddisk Western Digital G1155439; - een harddisk Western Digital G1155440.