Een einddossier van de politie-eenheid Oost-Brabant, districtsrecherche Eindhoven, met BVH-nummers 2017232906 en 2017234043, afgesloten op 14 februari 2018, in totaal 203 doorgenummerde bladzijden, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , p. 8-10, in onderling verband en samenhang bezien met een proces-verbaal aanhouding d.d. 11 november 2017, opgemaakt en ondertekend door genoemde verbalisant, p. 2.
Op zaterdag 11 november 2017 kregen wij de melding te gaan naar de [supermarkt] , terzake een steekpartij in het filiaal. Op 11 november 2017, omstreeks 15.30 uur, kwamen wij ter plaatse bij de [supermarkt] , gelegen [adres] te Eindhoven. Wij hebben een medewerkster van de supermarkt gevolgd. Wij zagen dat er ter hoogte van de bakkerij in de supermarkt een persoon op zijn buik op de grond lag. Wij zagen dat hier een man of drie à vier bovenop zaten. Wij zagen dat deze personen waren gekleed in een zwart gekleurde blouse met als opschrift de letters [supermarkt] . Wij maakten hieruit op dat het ging om personeel van de [supermarkt] , dat de verdachte van de steekpartij onder bedwang hield. Bij de overname van deze persoon van het supermarktpersoneel zagen wij dat het een negroïde persoon met kort zwart gekleurd haar betrof. Wij zagen, toen beide armen en handen op de rug van de verdachte waren geplaatst, dat de handen waren gesloten. Ik, [verbalisant 2] , zag dat de middelvinger en wijsvinger van de rechterhand van de verdachte, was voorzien van een donkerkleurige rode substantie. Ik, [verbalisant 2] , zag verder dat de verdachte een voorwerp in zijn rechterhand vasthield. Ik, [verbalisant 2] , heb de rechterhand van de verdachte vinger voor vinger geopend. Wij zagen bij het openen van zijn rechterhand dat de verdachte een mintgroen gekleurd voorwerp vast had. Wij zagen dat het hier om een soort beschermhoesje van vermoedelijk een mes ging. Wij zagen dat het hoesje was voorzien van enkele rood gekleurde punten, vermoedelijk bloedsporen. Ik, [verbalisant 1] , vond tussen de locatie alwaar een slachtoffer en de locatie waar de verdachte op de grond lag, een lemmet van circa vijf à zes centimeters lang. Ik, [verbalisant 1] , vond rechts, op circa een meter of twee afstand van de verdachte, een mint gekleurd handvat. De aangetroffen goederen waren alle voorzien van dezelfde kleur.
De aangehouden verdachte betrof [verdachte] , geboren op [1976] in [geboorteplaats] .
Ik, [verbalisant 2] , hoorde bij de voorgeleiding dat de verdachte tegen de hulpofficier van justitie het volgende zei: “het mes was al afgebroken”.
Een proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 12 november 2017, opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , p. 35-37.
Ik ben op 11 november 2017 naar [supermarkt] aan de [adres] gegaan. Ik ben de gang met de kruiden in gelopen. Ik stond toen aan de rechterzijde van het gangpad, dit gezien vanuit mijn looprichting. Toen ik daar stond, voelde ik dat ik door iemand met zijn linkerarm volledig over mijn nek naar achter getrokken werd. Vervolgens voelde ik dat de persoon achter mij met zijn andere hand een mes over mijn nek haalde. Ik voelde dat ik gesneden werd. Ik voelde dat het bloedde. Vervolgens liet hij mij los. Vervolgens draaide ik om en toen kwam ik met mijn rug tegen het boodschappenrek. Toen ik keek, stond hij op twee stappen afstand van mij af. Toen de man mij had gesneden en ik me had omgedraaid, schreeuwde ik gelijk om hulp. Terwijl ik aan het schreeuwen was, kwam de man naar mij toe gelopen. Hij stak mij toen nog een paar keer. Volgens mij stak hij mij eerst in mijn linkerbeen en vervolgens nog vier keer in mijn linkerzijde. Ik voelde dat ik hevig bloedde. Ik voelde namelijk een warme gloed over mijn rug heen stromen.
Een proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 12 november 2017, opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , p. 39-41.
Ik ben werkzaam bij [supermarkt] , gevestigd aan de [adres] te Eindhoven. Op 11 november 2017, omstreeks 15.15 uur dan wel 15.20 uur, stond ik aan de kopse kant van de rijen. Ik hoorde eerst de vrouw schreeuwen en daarna de man. Ik ging kijken wat er aan de hand was. Ik zag dat er een vrouw op de grond lag. De man, die ik vanaf nu verdachte noem, stond tussen de vrouw en mij in. Toen ik de eerste gang inliep, zag ik dat de verdachte voorover gebogen over een vrouw stond. Vanaf nu noem ik de vrouw het slachtoffer. Het slachtoffer lag op de grond. Ze lag in een verdedigende houding met haar handen boven haar hoofd. Het slachtoffer schreeuwde om hulp. De verdachte liep weg in mijn richting, waarop hij mij gelijk een klap probeerde uit te delen. Hij deed dit met zijn rechterarm. Zijn hand had hij tot een vuist gebald. We stapten naar elkaar toe. Op dat moment greep de verdachte mij met beide armen om mijn middel vast. Door met mijn gewicht aan de verdachte te gaan hangen kwamen we ten val waarbij ik onderop lag. De verdachte lag deels met zijn lichaam op mij. Een collega van mij, genaamd [betrokkene] , kwam mij te hulp. Toen [betrokkene] rond zijn nek hing, ben ik ook snel overeind gekomen. Ik heb de verdachte toen ook bij zijn nek gepakt waarop we met zijn drieën op de grond vielen.
Plots voelde ik mijn rug warm en nat worden en ik voelde een stekende pijn. Ik ben in het ziekenhuis opgenomen. Ik heb twee steekwonden in mijn rug.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 5] , p. 63.
Op 13 november 2017 bekeek ik de camerabeelden die mij ter beschikking werden gesteld van het steekincident gepleegd op 11 november 2017 bij [supermarkt] te Eindhoven. Ik beschrijf mijn globale waarnemingen. Op de beelden zag ik dat een man een vrouw van achteren naderde, zijn linkerarm om de vrouw heen sloeg en met zijn rechterhand, waarin hij een voorwerp vast had, een snijdende beweging in haar hals maakte en haar gelijktijdig met kracht naar achteren trok. Ik zag dat de vrouw door haar knieën zakte en op de grond kwam te zitten. Ik zag dat de man enkele stappen van de vrouw vandaan zette waarna hij weer terugliep. Ik zag dat de man met zijn hand, waarin hij het voorwerp nog steeds vast had, vijf stekende bewegingen maakte naar de vrouw, die nog steeds op de grond zat, in de richting van haar linkerbeen en de linkerzijde van haar romp en arm. Ik zag dat de vrouw de man van zich af wilde trappen tijdens dat de man op haar instak. Ik zag dat de man wegliep en ik zag dat op dat moment een medewerker van [supermarkt] naar de man toeliep. Ik zag dat de man een stekende beweging in de richting van de linkerzijde hoofd/hals van de medewerker maakte en dat hij de medewerker aanvloog. Ik zag dat de medewerker de man vastpakte waarna de man nogmaals een stekende beweging naar het hoofd van de medewerker maakte.