Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
aan de [adres 2] in [gemeente] . In verband met een feest waren er ongeveer 30
mensen aanwezig op genoemd perceel. Ik zag dat één van de jongens welke zich aan de statafel bevond een speciaalbierglas in zijn hand had. Ik zag dat hij dit glas voor expres op de grond kapot liet vallen. Ik liep hierop naar de jongen toe. Ik pakte met beide handen de jongen bij zijn schouders vast. Ik was voornemens om de jongen uit het pand te plaatsen. Ik duwde de jongen richting de woonkamer. In de woonkamer aangekomen zag ik dat de jongen meerdere malen met gebalde vuist uithaalde in de richting van mijn gelaat. Ik wist deze klappen te ontwijken. Ik zag dat er een tweede jongen tussen ons in kwam staan en die jongen trachtte ons uit elkaar te halen, uiteindelijk werden wij door meerdere personen uit elkaar gehaald. Ik stond op dat moment met mijn rug tegen de muur in de woonkamer van genoemde woning. Ik zag dat er vanuit een groepje welke ongeveer twee meter voor mij stond iets mijn richting werd uitgegooid. Ik voelde een harde klap tegen mijn aangezicht ter hoogte van mijn voorhoofd. Ik voelde en zag dat er bloed langs mijn gezicht begon te lopen. Ik voelde dat iets in mijn rechteroog zat. Ik voelde een stekende pijn in mijn rechteroog. Ik ben zojuist geopereerd aan mijn oog. De schade aan mijn oog is op dit moment niet in
te schatten. Ik heb verder meerdere hechtingen in mijn voorhoofd.
Zijn gezondheid was nog steeds twijfelachtig omdat er nog steeds kans was op complicaties, hij moet om de tijd naar het ziekenhuis voor controle, over een paar maanden mogen zijn hechtingen er uit en dan kunnen ze kijken hoe het verder moet, hij moet rust houden en hij heeft met het oog nog maar 50% zicht.
[gemeente] . Op dit feestje waren ongeveer 30 man aanwezig, diverse vrienden groepen. Ik hoorde dat er glas gevallen was en ik maakte me zorgen. Toen ik van boven kwam gelopen beneden de woonkamer in zag ik dat er 2 groepen waren. [persoon] hield op dat moment [slachtoffer] vast, ik zag dat [slachtoffer] boos was en ik kreeg sterk het vermoeden dat als [persoon] hem niet vasthield er gevochten zou gaan worden met groep 2. Op dat moment had [slachtoffer] geen verwondingen in zijn aangezicht. Vervolgens zag ik dat [verdachte] een Dommelsch glas in zijn handen had en dit opzettelijk en met kracht in de richting van [slachtoffer] gooide. Ik herkende het glas omdat er op de zijkant het kenmerkende logo van Dommelsch stond.
te duwen van groep 1. Ik kreeg de groep 2 redelijk naar achteren. De afstand tussen
groep 1 en 2 was ongeveer 3 a 4 meter. Ik keek vervolgens [verdachte] aan. Ik zie dat hij
zijn hand omhoog haalt, en naar achteren haalt. Ik zie dat hij in zijn hand, een glas heeft. Ik zie dat hij dit glas richting groep 1 gooit. Hij gooide het glas niet op de grond, hij gooide het glas echt door de lucht.
hoofd van [slachtoffer] kwam. Omdat ik naar [slachtoffer] keek, had ik niet gezien wie dit gooide omdat dit buiten mijn zichtveld gebeurde. Ik keek wel meteen naar rechts vanwaar dit gegooid werd. Aan de houding van de mensen die daar stonden, dacht ik meteen dat [verdachte] de meest waarschijnlijk moet zijn die dit gegooid zou moeten hebben. Dit was namelijk omdat [verdachte] de enige persoon was die echt specifiek gericht was op [slachtoffer] terwijl de rest bezig was om [verdachte] tegen te houden. Het kwam goed hard op [slachtoffer] af. Het was niet met een boogje maar meer een streep. [verdachte] stond zo’n 2,5 a 3 meter van [slachtoffer] af.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
€ 10.000,00 vanaf 8 juli 2017 en over € 3.633,40 vanaf 26 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank ziet geen aanleiding de vervangende hechtenis te bepalen op één dag, nu verdachte de vordering ook in termijnen kan betalen.