Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Datum uitspraak: 20 augustus 2018
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 augustus 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van afpersing en meerdere diefstallen van mobiele telefoons, waarbij geweld en bedreiging met geweld zijn gebruikt. De verdachte is op 21 april 2018 te Nuenen beschuldigd van het afpersen van personeel van een telefoonwinkel door hen te bedreigen met een mes en hen te dwingen 22 telefoons af te geven. Daarnaast zijn er drie andere feiten ten laste gelegd, waaronder diefstal met geweld van twee telefoons op 10 april 2018 te Best, diefstal van twee telefoons op 4 april 2018 te Veldhoven, en diefstal met geweld van twee telefoons op 17 april 2018 te Veghel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft tijdens de zitting bekend dat hij het feit in Nuenen heeft gepleegd, maar ontkent een mes te hebben getoond. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en camerabeelden geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 36 maanden opgelegd, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringscontact. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen voor de gestolen telefoons.