ECLI:NL:RBOBR:2018:3851
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot brandstichting in basisschool door minderjarige verdachte met molotovcocktails
Op 3 augustus 2018 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2000, die werd beschuldigd van het plegen van een poging tot brandstichting in een basisschool. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen in de periode van 18 tot en met 19 november 2017 meerdere molotovcocktails naar de basisschool heeft gegooid, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. De rechtbank legde een taakstraf op van 150 uren, waarvan 100 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en onder toezicht van de jeugdreclassering. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van de directeur van de basisschool, die melding maakte van brandstichting en vernieling. Tijdens de rechtszaak werd het bewijs gepresenteerd, waaronder verklaringen van medeverdachten en proces-verbalen van de politie. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een wezenlijke bijdrage had geleverd aan de poging tot brandstichting en dat er voldoende bewijs was voor medeplegen. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het voorhanden hebben van een namaakwapen en munitie, wat eveneens bewezen werd verklaard. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de positieve ontwikkelingen in zijn leven, maar benadrukte de ernst van de gepleegde feiten.