ECLI:NL:RBOBR:2018:3613

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 juli 2018
Publicatiedatum
30 juli 2018
Zaaknummer
C/01/334924 / KG ZA 18-322
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gekraakte kerk en pastorie te Eindhoven

In deze zaak vordert de Rooms-Katholieke Parochie Sint Petrus' Stoel, gevestigd te Eindhoven, ontruiming van de kerk en pastorie aan de Vlokhovenseweg 43, 45 en 45a te Eindhoven. De parochie is eigenaar van deze onroerende zaken, die zijn gesloten en onttrokken aan de eredienst. De gedaagden, die zonder recht of titel in de pastorie verblijven, zijn op 3 juni 2018 in het pand getrokken. De parochie heeft hen herhaaldelijk verzocht het pand te verlaten, maar dit is niet gebeurd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de parochie een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de gedaagden inbreuk maken op het eigendomsrecht van de parochie. De gedaagden beroepen zich op hun huisrecht, maar de voorzieningenrechter stelt vast dat de belangen van de parochie zwaarder wegen. De ontruiming van de pastorie wordt toegewezen, met een termijn van drie dagen na betekening van het vonnis. Voor de kerk wordt een termijn van zes weken vastgesteld voor het verkrijgen van inlichtingen van de gemeente Eindhoven over de mogelijkheden voor de gedaagden om andere huisvesting te vinden. De beslissing over de ontruiming van de kerk wordt aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/334924 / KG ZA 18-322
Vonnis in kort geding van 30 juli 2018
in de zaak van
de rechtspersoon
DE ROOMS-KATHOLIEKE PAROCHIE SINT PETRUS' STOEL,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
advocaat mr. F.G.J. van der Kruis te Son en Breugel,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te Eindhoven,

2.[gedaagde 2] ,

wonende te Eindhoven,

3.[gedaagde 3] ,

wonende te Eindhoven,

4.[gedaagde 4] ,

wonende te Eindhoven,

5.[gedaagde 5] ,

wonende te Eindhoven,
6.
ZIJ DIE ZONDER RECHT OF TITEL VERBLIJVEN IN HET PAND STAANDE EN GELEGEN TE (5625 WT) EINDHOVEN AAN DE VLOKHOVENSEWEG 43 – 45 – 45A, VAN WIE DE NAMEN NIET ZIJN TE ACHTERHALEN,
gedaagden,
advocaat voor gedaagden sub 1, 2, 4 en 5 mr. M.F. van Hulst te Utrecht.
Eiseres zal de parochie worden genoemd, gedaagden tezamen [gedaagden] c.s. en de met name bekende gedaagden afzonderlijk bij hun achternaam.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 juni 2018 met producties 1 tot en met 10;
  • de brief van 27 juni 2018 van de parochie waarbij producties 11 tot en met 13 zijn overgelegd;
  • de brief van 6 juli 2018 van de parochie waarbij producties 14 tot en met 19 zijn overgelegd;
  • de mondelinge behandeling op 16 juli 2018;
  • de pleitnota van [gedaagden] c.s.
1.2.
Ten aanzien van gedaagden sub 6 heeft de parochie voldaan aan de eisen van artikel 61 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv). Tijdens de mondelinge behandeling is tegen de gedaagden sub 6 en [gedaagde 3] , verstek verleend.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald op uiterlijk 30 juli 2018.

2.De feiten

2.1.
De parochie is eigenaar van de Onze-Lieve-Vrouwe van Lourdes-kerk aan de Vlokhovenseweg 43 te Eindhoven en de naastgelegen pastorie aan de Vlokhovenseweg 45 en 45a (hierna respectievelijk te noemen: ‘de kerk’ en ‘de pastorie’).
2.2.
De kerk is als gevolg van een parochiële herindeling bij Decreet van de Bisschop van ’s-Hertogenbosch d.d. 8 juli 2014 met ingang van 8 februari 2015 gesloten en onttrokken aan de eredienst.
2.3.
De parochie heeft in het verleden het gedeelte van de pastorie met als adres Vlokhovenseweg 45a verhuurd. De huurder(s) en de parochie hebben na een door de parochie tegen de huurders gestarte procedure voor deze rechtbank, kamer voor kantonzaken, locatie Eindhoven in februari/maart 2017 een vaststellingsovereenkomst gesloten ter zake onder meer de beëindiging van de huur en de ontruiming van het gehuurde deel van de pastorie per 1 maart 2018 en de beëindiging van de huur per die datum. Op 1 maart 2018 is het gedeelte van de pastorie aan de Vlokhovenseweg 45a weer ter beschikking gesteld aan de parochie.
2.4.
Op of omstreeks 3 juni 2018 hebben [gedaagden] c.s. zich toegang verschaft tot de pastorie en zijn daar ingetrokken. Bij brief van 5 juni 2018 heeft de gemachtigde van de parochie [gedaagden] c.s. voor zover relevant als volgt bericht:
“U heeft zonder recht of titel het onroerend goed van cliënte staande en gelegen te 5625 WT Eindhoven aan Vlokhovenseweg 45a betrokken en in gebruik genomen. Cliënte heeft u daar geen toestemming voor gegeven en gaat u daarvoor ook geen toestemming geven[…]
Ter toelichting bericht ik u dat cliënte haar onroerend goed ter beschikking heeft gesteld aan de leden van de Neocatechumenale weg (een internationale kerkelijke beweging, erkend door het Vaticaan). Dat is ook de reden dat gas, water en elektriciteit nog steeds op het adres beschikbaar is.
Daarnaast is het onroerend goed in gebruik ten behoeve van het welzijnswerk.
2.5.
Op 5 juni 2018 heeft de parochie bij deurwaardersexploot een sommatie om het pand aan de Vlokhovenseweg 45a te Eindhoven uiterlijk op 6 juni 2018 te ontruimen doen betekenen, bij gebreke waarvan aangifte zou worden gedaan bij politie en justitie. Aan de sommatie is niet voldaan.
2.6.
Bij e-mail van 6 juni 2018 heeft de heer [naam 1] het bestuur van de parochie voor zover relevant als volgt bericht:

Bij deze bevestigen wij conform eerdere afspraak dat eerwaarde heer [priester] , als priester verbonden aan de Neocatechumenale Weg, zijn intrek zal nemen in de pastorie van Vlokhoven.
Dat maakt het voor hem ook gemakkelijker om de vieringen die wij daar al enkele jaren houden te begeleiden en erin voor te gaan[…]”
2.7.
Bij e-mail van dezelfde datum heeft mevrouw [naam 2] het bestuur van de parochie als volgt bericht:

Hierbij bevestig ik dat schoenmaatjes Eindhoven (onderdeel van Edukans) elk jaar de pastorie van de O.L. Vrouw van Lourdes – Vlokhovenseweg 43 gebruikt om door het jaar heen spullen op te slaan voor de actie schoenmaatjes in november.”
2.8.
Eveneens op 6 juni 2018 heeft verzekeringsmaatschappij Donatus het bestuur van de parochie, voor zover relevant, als volgt bericht:

Wij hebben zojuist telefonisch contact gehad inzake de pastorie aan de Vlokhovenseweg 45 te Eindhoven. U gaf aan dat het pand sinds 03-06-2018 deze pastorie gekraakt is en dat de krakers vooralsnog niet van plan zijn om het pand te verlaten.
De pastorie is verzekerd onder bovengenoemd polisnummer, […]
[…]
Als verzekeraar zien wij deze situatie als zeer risico verhogend en derhalve zijn wij niet meer bereid het risico te dragen. Wij schorten daarom met ingang van heden degehele dekkingvoor dit risicoadres op totdat de krakers het pand hebben verlaten. Zodra deze situatie over is stemmen wij met u af tegen welke condities wij de dekking willen voortzetten.
[…]
2.9.
Op vrijdag 8 juni 2018 heeft ambtenaar van politie [naam 2] , werkzaam bij de eenheid Oost-Brabant, proces-verbaal opgemaakt van aangifte door de parochie. In dit proces-verbaal (PL2100-2018107552-3) staat, voor zover relevant:

Feit: Huisvredebreuk
Plaats delict: Vlokhovenseweg 45, 5625 WT Eindhoven
Pleegdatum/tijd: Tussen zondag 3 juni 2018 om 15:00 uur en vrijdag 8 juni 2018 om 8:05 uur […]
Ik doe aangifte van huisvredebreuk en/of kraken van het pand Vlokhovenseweg 43 (kerk), 45 (gedeelte pastorie) en 45a (woongedeelte pastorie) te Eindhoven[…]
Het pand is sinds enkele jaren ter beschikking gesteld aan de leden van de Neocatechumenale weg (een internationale kerkelijke beweging, erkend door het Vaticaan) welke in genoemd pand wekelijks kerkdiensten houdt.
Ook is de pastorie ter beschikking gesteld aan de eerwaarde [priester] , die als priester verbonden is aan de Neocatechumenale Weg. Genoemde priester kan de pastorie niet meer betreden omdat deze nu gekraakt is, hierover verklaar ik onderstaand nader.
Huisnummer 45a is altijd verhuurd/bewoond geweest maar is op 1 maart 2018 leeggekomen. Sinds die datum staat dit huisnummer ook ter beschikking aan de Neocatechumenale Weg.
Op zondag 3 juni 2018 omstreeks 15.00 uur kreeg ik een telefoontje van de koster van genoemde kerk te weten [koster] . Ik hoorde hem zeggen dat de kerk en de pastorie op bovengenoemd adres gekraakt waren.
[…]Na dit gesprek heb ik maandag 4 juni 2018 ergens in de middag de heer [gedaagden] gebeld en hem gezegd dat hij het pand direct moest verlaten omdat hij huisvredebreuk pleegde. […]
2.10.
Op 13 juni 2018 zijn de parochie en de Neocatechumenale Weg een overeenkomst van bewaring aangegaan. In de daartoe opgestelde akte staat onder meer:

OVERWEGENDE
I dat opdrachtgever de na te noemen onroerende zaak in afwachting van nadere herontwikkelingen of anderszins, tijdelijk voor leegstand wenst te behouden;
II dat Neocatechumenale Weg, gevestigd/wonende te Maastricht, vertegenwoordigd door [naam 1] , onder na te melden voorwaarden en bedingen een beschermingsdienst aanbiedt, waardoor leegstand wordt tegengegaan;
III dat opdrachtgever de onroerende zaak in bewaring geeft die gelegen is op het adres Vlokhovenseweg 43-45 en 45 a te Eindhoven;
IV dat opdrachtgever de onroerende zaak in bewaring geeft per reeds 2016 voor wat betreft Vlokhovenseweg 43 en 45, voor wat betreft 45 A per direct.[…]
Artikel 1 Aanvang en duur bewaring
1.1
Neocatechumenale Weg neemt jegens opdrachtgever op zich om met ingang van bovengenoemde datum en tijd de hierboven genoemde onroerende zaak te doen bewonen en/of gebruiken, zodanig dat met ingang van bovengenoemde datum en tijd de bovengenoemde onroerende zaak feitelijk wordt bewoond en/of gebruikt. Het aantal gebruikers wordt, al dan niet in onderling overleg met opdrachtgever, door Neocatechumenale Weg bepaald[…]
1.4
Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, doch met een minimum duur van twee maanden.[…]
Artikel 9 Betaling
9.1
Neocatechumenale Weg biedt opdrachtgever haar diensten voor de in bewaring gegeven onroerende zaak ‘om niet’ aan.
2.10.
De parochie wil de kerk en de pastorie verbouwen en daarin 16 appartementen maken en de sacristie slopen. Of deze plannen tot concrete uitvoering komen en wanneer dat zal gaan gebeuren is nog niet duidelijk. Op 29 mei 2018 is in verband met de voorgenomen verbouwing namens de parochie een conceptaanvraag omgevingsvergunning aan de gemeente Eindhoven gezonden.

3.Het geschil

3.1.
De parochie vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
1. [gedaagden] c.s. te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het vonnis met al het hunne en de hunnen het onroerend goed kadastraal bekend als Woensel M990 en staande en gelegen te 5625 WT Eindhoven aan de Vlokhovenseweg 43, 45 en 45a te ontruimen en ontruimd te houden onder afgifte van de sleutels en deze ter vrije en algehele beschikking te stellen aan de parochie;
2. te bepalen dat de door de parochie in te schakelen deurwaarder gemachtigd is om de ontruiming, zo nodig met behulp van justitie en politie, ten uitvoer te leggen indien [gedaagden] c.s. in gebreke blijven aan de veroordeling onder 1 te voldoen en [gedaagden] c.s. te veroordelen om de daarmee gepaard gaande kosten aan de parochie te voldoen;
3. [gedaagden] c.s. te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 500,--, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom voor elke dag of deel daarvan dat [gedaagden] c.s. niet voldoen aan het gevorderde onder 1;
4. te bepalen dat deze veroordeling binnen de termijn van een jaar als bedoeld in artikel 557a lid 3 Rv, danwel een nader door de voorzieningenrechter vast te stellen termijn, ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
5. met veroordeling van [gedaagden] c.s. in de proceskosten met wettelijke rente en nakosten.
3.2.
[gedaagden] c.s. voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Niet in geschil is dat [gedaagden] c.s. zonder toestemming van de parochie zich begin juni 2018 toegang tot de kerk en de pastorie hebben verschaft en daar, in ieder geval in de kerk, nog steeds verblijven. Daarmee maken [gedaagden] c.s. inbreuk op het eigendomsrecht van de parochie. Het eigendomsrecht wordt tot uitdrukking gebracht in artikel 5:1 Burgerlijk Wetboek. Blijkens lid 2 van dat artikel staat het de eigenaar, met uitsluiting van ieder ander, vrij om van zijn eigendom gebruik te maken zoals hij dat wenst. Ingevolge artikel 5:2 BW is de eigenaar bevoegd zijn eigendom terug te eisen van een ieder die de zaak zonder recht onder zich houdt. Het uitgangspunt is dus dat de parochie het recht heeft om vrijelijk over de kerk en de pastorie te beschikken. Strafrechtelijk is de bescherming van de eigenaar van gebouwde onroerende zaken, zoals in dit geval de kerk en pastorie, tot uitdrukking gebracht in de artikelen 138 en 138a Wetboek van Strafrecht. Inbreuken op het eigendomsrecht zoals in die strafbepalingen beschreven, en daarvan is hier in beginsel sprake, hebben ook als onrechtmatige daad te gelden in de zin van artikel 6:162 BW, zoals de parochie terecht heeft aangevoerd. Uitgangspunt in dit kort geding is dat de parochie de wet aan haar zijde heeft.
4.2.
Een vordering tot ontruiming in kort geding is evenwel slechts toewijsbaar indien de eigenaar van de onroerende zaak daarbij een spoedeisend belang heeft. Het gaat hier om een gestelde en zelfs feitelijk vaststaande en nog steeds voortdurende inbreuk op het eigendomsrecht van de parochie. Die inbreuk beperkt de parochie in de mogelijkheden om van de onroerende zaken gebruik te maken op de wijze die haar goeddunkt. De parochie heeft zodoende een spoedeisend belang om een beslissing op haar ontruimingsvordering te krijgen.
4.3.
[gedaagden] c.s. beroepen zich echter op het “huisrecht”, zoals dat onder meer wordt beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de zogenoemde horizontale werking daarvan. Het gedwongen verlies van iemands huis kan worden aangemerkt als de meest vergaande vorm van inmenging in de uitoefening van het huisrecht en [gedaagden] c.s. stellen dat moet worden getoetst of de door de parochie beoogde vergaande inmenging in de uitoefening van hun huisrecht die het gevolg zal zijn van de ontruiming, als proportioneel moet worden aangemerkt en of deze noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. In het bijzonder aan die laatste noodzakelijkheidseis is volgens [gedaagden] c.s. niet voldaan.
4.4.
Wat er zij van de vraag of de bepaling van artikel 8 EVRM al dan niet zogenoemde horizontale werking heeft, via onder meer artikel 3:13 BW (misbruik van bevoegdheid) wordt in de Nederlandse wet een beperking gesteld aan de uitoefening van aan het eigendomsrecht verbonden bevoegdheden. Aldus wordt een proportionaliteitstoetsing in vorenbedoelde zin mogelijk gemaakt. De voorzieningenrechter volgt [gedaagden] c.s. niet in hun kennelijke standpunt, dat de toelaatbaarheid van een inbreuk op dit huisrecht in een geschil zoals hier aan de orde op dezelfde, strikte, wijze moet worden getoetst als in een geschil tussen een burger en een overheid. In deze procedure komt het uiteindelijk aan op een belangenafweging. Bij die belangenafweging geldt dat, gelet op de vaststaande schending door [gedaagden] c.s. van het eigendomsrecht van de parochie (en dat aspect moet in beginsel het zwaarst wegen), geen sprake kan zijn van een volledige afweging van de wederzijdse belangen, maar wel een afweging waarbij alle omstandigheden van het geval een rol kunnen spelen.
4.5.
Voor wat betreft de pastorie (Vlokhovenseweg 45 en 45a) heeft de parochie zeker voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een tegenover het belang van [gedaagden] c.s. voldoende zwaarwegend belang heeft bij de ontruiming en dat zij er alle belang bij heeft dat zij daar zo spoedig mogelijk weer de vrije beschikking over krijgt. In dit verband overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.6.
De parochie heeft aannemelijk gemaakt dat zij de pastorie ter beschikking stelt dan wel wenst te stellen van de Neocatechumenale Weg, de daaraan verbonden eerwaarde [priester] en aan Edukans in verband met het ‘schoenmaatjes’-project. Dat ten aanzien van de pastorie een toestand van leegstand ontstaat, is niet aannemelijk. Ook is voldoende aannemelijk dat de parochie een onaanvaardbaar financieel risico loopt, nu haar opstalverzekeraar de dekking voor de pastorie tot nader order heeft opgeschort vanwege het feit dat de pastorie is gekraakt. Het is niet aan [gedaagden] c.s., zoals zij bij pleidooi lijken te suggereren, om van de parochie te verlangen in gesprek te gaan met de verzekeraar om te bezien onder welke voorwaarden de dekking kan worden hervat uitgaande van bewoning van de pastorie door [gedaagden] c.s.
4.7.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben [gedaagden] c.s. met zoveel woorden verklaard dat zij inmiddels niet langer de pastorie bewonen, maar inmiddels enkel hun intrek hebben genomen in de kerk. Hieruit leidt de voorzieningenrechter af dat [gedaagden] c.s. voor wat betreft de pastorie ook nauwelijks enig belang meer hebben op bescherming uit hoofde van hun aan artikel 8 EVRM ontleende huisrecht. Reden om de gevorderde ontruiming ten aanzien van de pastorie (Vlokhovenseweg 45 en 45a) af te wijzen ziet de voorzieningenrechter dan ook niet. Bij deze stand van zaken dienen de belangen van de parochie bij de uitoefening van haar eigendomsrecht en het spoedig ontruimd krijgen van de pastorie zwaarder wegen dan het belang van [gedaagden] c.s. bij het voortgezet of hernieuwd gebruik van het pand. [gedaagden] c.s. willen zich voor wat betreft de pastorie in wezen ook niet (langer) tegen de ontruiming verzetten, zo leidt de voorzieningenrechter af uit de conclusie aan het slot van hun pleidooi.
4.8.
De gevorderde ontruiming zal ten aanzien van de pastorie worden toegewezen. Enige nadere afweging of termijnbepaling als bedoeld in artikel 557a leden 1 en 2 Rv is hier niet meer aan de orde. Deze zou, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, ook onverenigbaar zijn met het belang van de parochie als degene op wier vordering de ontruiming wordt bevolen. Ten aanzien van de pastorie is de vordering als bedoeld in artikel 557a lid 3 Rv ook toewijsbaar op de wijze als in het dictum te melden. De pastorie mag dit vonnis ook gebruiken om de pastorie te ontruimen als daar in de komende maanden opnieuw krakers worden aangetroffen.
4.9.
Als [gedaagden] c.s. zich niet vrijwillig aan het ontruimingsvonnis houden, geschiedt de gedwongen ontruiming op de voet van het bepaalde in artikel 555 e.v. Rv door een deurwaarder. De deurwaarder kan op basis van zijn eigen bevoegdheden zonodig de hulp van politie en justitie inroepen. Een machtiging van de voorzieningenrechter is daarvoor niet nodig. Deze wordt daarom afgewezen. Voor wat betreft de ontruiming van de pastorie zijn waarschijnlijk, gelet op het door [gedaagden] c.s. ingenomen standpunt in dit kort geding, ook geen problemen te verwachten die de verwachting wettigen dat politie inzet nodig zal zijn.
4.10.
Ook de aan de ontruiming te verbinden dwangsom wordt afgewezen. Indien [gedaagden] c.s. niet aan de veroordeling tot ontruiming voldoen, kan de parochie, zoals gezegd, dit vonnis in handen stellen van een gerechtsdeurwaarder die dan de tenuitvoerlegging ter hand kan nemen en, eenvoudig gezegd, [gedaagden] c.s. met hun hele hebben en houden op straat kan zetten. De kosten van een gedwongen ontruiming kunnen op basis van dit vonnis ten laste van [gedaagden] c.s. worden gebracht. Daar is ook geen afzonderlijke veroordeling voor nodig.
4.11.
Gelet op de in artikel 555 Rv gestelde termijn zal aan [gedaagden] c.s. een termijn worden gegeven om de pastorie te ontruimen binnen drie dagen na de betekening van het vonnis in plaats van de gevorderde 48 uur.
4.12.
Resteert de vordering tot ontruiming van de kerk, Vlokhovenseweg 43. Ook hier geldt dat de parochie vooralsnog als eigenares op grond van de wet de sterkste rechten heeft, maar ook ten aanzien van de kerk moet de beperkte belangenafweging in verband met het beroep door [gedaagden] c.s. op de bescherming van hun huisrecht worden uitgevoerd.
4.13.
Uit de door de parochie ter onderbouwing van haar belangen overgelegde stukken blijkt dat deze vrijwel uitsluitend zien op de nadelige gevolgen van het kraken van de pastorie, maar niet op de gevolgen van het kraken van de kerk. Ten aanzien van de kerk hebben [gedaagden] c.s. zelfs met zoveel woorden aangevoerd dat de toestand waarin zij deze begin juni 2018 hebben aangetroffen erop wijst dat de kerk sinds jaren in het geheel niet meer is gebruikt.
4.14.
De opschorting van de dekking door de opstalverzekeraar (
productie 9) betreft de pastorie aan de Vlokhovenseweg 45. Uit de verklaring van Edukans (
productie 5) blijkt naar de voorlopige bevinding van de voorzieningenrechter dat Edukans voor haar project jaarlijks enige tijd gebruikt maakt van de pastorie; over het gebruik van die kerk meldt de verklaring niets. In de sommatie van 5 juni 2018 (
productie 10) door de advocaat van de pastorie wordt enkel geprotesteerd tegen het ‘kraken’ van de pastorie (nr. 45a). De advocaat van de pastorie stelt daarin dat de onroerende zaak in gebruik is gegeven aan de Neocatechumenale Weg. De e-mail van de Neocatechumenale Weg van 6 juni 2018 (
productie 4) wijst eerder in de richting dat deze geloofsgemeenschap haar kerkelijke vieringen houdt in de pastorie dan dat zij dat (ook) in de kerk doet. Volgens de Neocatechumenale Weg maakt het intrekken van haar priester in de pastorie
[…]
het voor hem ook gemakkelijker om de vieringen die wijdaar[onderstr., vz]
al enkele jaren houden te begeleiden en erin voor te gaan.” Namens de parochie is ter zitting met zoveel woorden verklaard dat de Neocatechumenale Weg een (betrekkelijk) kleine geloofsgemeenschap is, zodat gebruik van enkel de pastorie en niet ook de veel grotere kerk niet onaannemelijk is. Deze voorlopige conclusie strookt ook met hetgeen staat vermeld in het proces-verbaal van aangifte van 8 juni 2018. Volgens de kop van het proces-verbaal is de plaats van delict Vlokhovenseweg 45. Dat is de pastorie, en niet de kerk (Vlokhovenseweg 43). Daartegenover staat wel dat waar in het proces-verbaal de term ‘pand’ wordt gebezigd dit alle drie de adressen kan omvatten: “
Ik doe aangifte van huisvredebreuk en/of kraken van het pand Vlokhovenseweg 43 (kerk), 45 (gedeelte pastorie) en 45a (woongedeelte pastorie) te Eindhoven[…]”. Kortom: veel van de door de parochie aangevoerde omstandigheden die bij de beperkte belangenafweging het standpunt van de parochie versterkten, lijken wel voor de pastorie maar niet voor de kerk te gelden.
4.15.
Specifiek ten aanzien van de kerk (Vlokhovenseweg 43) is enkel sprake van de gestelde, en aannemelijk gemaakte, wens van de parochie om ook de kerk op langere termijn te herontwikkelen tot een complex van woningen met zorg en het daartoe tegenover de gemeente Eindhoven kenbaar gemaakte voornemen. Daartegenover hebben [gedaagden] c.s. hun belang van het (voorlopig) niet aantasten van hun huisrecht gesteld, geconcretiseerd in hun stelling dat bij ontruiming dakloosheid voor hen dreigt, nu zij voorlopig geen alternatief hebben en stellen niet in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning.
4.16.
Laat nu reeds duidelijk zijn dat het belang van [gedaagden] c.s. het uiteindelijk zal gaan afleggen tegen het harde eigendomsrecht en eigenaarsbelang van de parochie, maar de beoogde herontwikkeling zal, gezien de prille stand waarin de plannen zich lijken te bevinden, vermoedelijk nog de nodige tijd in beslag nemen.
4.16.
Ten aanzien van de gevorderde ontruiming van de kerk is het niet onverenigbaar met het belang van de parochie dat de voorzieningenrechter toepassing geeft aan het wettelijk voorschrift van artikel 557a, eerste en tweede lid, Rv. Ook ten aanzien van de kerk zal te zijner tijd in het eindvonnis de ontruiming van de kerk worden bevolen, maar de voorzieningenrechter dient omtrent het al dan niet bepalen van een termijn waarbinnen de te bevelen ontruiming van de kerk niet ten uitvoer kan worden gelegd (alsmede de eventuele duur van die termijn) inlichtingen in te winnen bij burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven. In die inlichtingen kunnen aan de orde komen de mogelijkheid voor [gedaagden] c.s. om andere huisvesting te vinden en de verwachtingen bij de gemeente ten aanzien van een toekomstige bestemming van de kerk en - uiteraard - al hetgeen burgemeester en wethouders zelf nuttig mochten achten om te melden. De voorzieningenrechter zal hiertoe bepalen dat burgemeester en wethouders binnen een termijn van zes weken na de datum van dit vonnis hun schriftelijk bericht ter griffie dienen in te leveren.
4.17.
Vervolgens zullen partijen nog een korte termijn krijgen om daar schriftelijk op te reageren.
4.18.
Iedere verdere beslissing, ook die omtrent de proceskosten, wordt aangehouden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagden] c.s. om binnen drie dagen na de betekening van dit vonnis met al het hunne en al de hunnen de
pastoriegelegen aan de Vlokhovenseweg 45 en 45a te Eindhoven te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels deze ter vrije en algehele beschikking te stellen aan de parochie;
5.2.
bepaalt dat de veroordeling onder 5.1 binnen de termijn van een jaar, als bedoeld in art. 557a lid 3 Rv, ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in de pastorie bevindt of daar binnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
5.3.
verklaart de veroordeling onder 5.1 en 5.2 uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
beveelt burgermeester en wethouders van de gemeente Eindhoven om uiterlijk op 10 september 2018 aan de griffier te doen toekomen hun schriftelijk bericht omtrent het al dan niet bepalen van een termijn waarbinnen het door de voorzieningenrechter op vordering van de parochie te geven bevel tot ontruiming van de
kerkaan de Vlokhovenseweg 43 te Eindhoven niet ten uitvoer kan worden gelegd;
5.5.
bepaalt dat de griffier daartoe een afschrift van dit vonnis rechtstreeks aan burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven zal toezenden;
5.6.
bepaalt dat de griffier na ontvangst van het schriftelijk bericht van burgemeester en wethouders een afschrift aan partijen zal zenden en hen de gelegenheid zal geven daar desgewenst binnen twee weken op te reageren, waarna, tenzij partijen anders verlangen, eindvonnis zal worden gewezen;
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.L. Roosmale Nepveu en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2018.