Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2016 tot en met 15 oktober 2016 te Son en Breugel, althans in Nederland, (telkens)
De formele voorvragen.
Bewijs
komen; rechtbank). Hij probeerde in mijn broek te komen tijdens een knuffel. Het bewuste incident stopte doordat ik hem losliet toen hij probeerde in mijn broek te komen en zei dat dit voor mij niet hoefde. Ik was geschrokken. Ik weet niet precies wat er gebeurde maar toen is het gestopt. Ik wist dat hij probeerde met zijn handen achter in mijn broek te steken doordat ik dat zo voelde. Ik was op dat moment alleen met [verdachte] . Ik denk dat als ik geen riem aan had gehad het hem wel was gelukt.
terwijlhij haar in een knuffel vasthield, wel sprake van dwang door middel van een feitelijkheid om een ontuchtige handeling te dulden zoals bedoeld in artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. Immers, aangeefster kon zich hierdoor niet verzetten tegen of onttrekken aan de ontuchtige handeling van verdachte.
De bewezenverklaring.
2. subsidiair in de periode van 08 augustus 2015 tot en met 31 augustus 2015 te Son en Breugel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een feitelijkheid, te weten door het vastpakken (in een knuffel) [slachtoffer 2] te dwingen tot het dulden van een ontuchtige handeling, zijn handen in de achterkant van de (paardrij)broek van die [slachtoffer 2] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank
T.a.v. feit 2 subsidiair:poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.