ECLI:NL:RBOBR:2018:3291

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 juli 2018
Publicatiedatum
9 juli 2018
Zaaknummer
6861466 CV EXPL 18-2591
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en bedrog bij telefonische acquisitie

In deze zaak vordert Trademark Office B.V. betaling van € 425,10 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die op 15 november 2017 tot stand is gekomen, waarbij de gedaagde een TLD domeinnaam zou afnemen. Trademark Office heeft een factuur van € 359,98 gestuurd, maar de gedaagde heeft niet betaald, ondanks aanmaningen. De gedaagde voert als verweer aan dat hij is misleid door een telefonische acquisitie, waarbij hem onjuiste informatie is gegeven over de beschikbaarheid van de domeinnaam. Hij stelt dat hij onder druk is gezet om de overeenkomst aan te gaan en dat dit een verkooptruc was. De kantonrechter oordeelt dat Trademark Office niet heeft weersproken dat er sprake is van bedrog, zoals bedoeld in artikel 3:44 lid 3 BW. De rechter concludeert dat de overeenkomst vernietigbaar is, omdat de gedaagde tijdig heeft aangegeven dat hij van de overeenkomst afziet. De vordering van Trademark Office wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 6861466
Rolnummer : 18-2591
Uitspraak : 12 juli 2018
in de zaak van:
Trademark Office B.V.,
gevestigd te Groningen en kantoorhoudend te Heerhugowaard,
eiseres,
gemachtigde: Norrad Incasso B.V.,
t e g e n :
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonende en zaakdoende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen verder worden aangeduid als ‘Trademark Office’ en ‘ [gedaagde] ’.

1.De procedure

Trademark Office heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. [gedaagde] is in rechte verschenen en heeft schriftelijk gereageerd op de vordering. Vervolgens heeft Trademark Office een conclusie van repliek genomen, waarop [gedaagde] schriftelijk heeft gereageerd. Daarna is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Trademark Office vordert betaling van € 425,10, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.
Zij legt daaraan het volgende ten grondslag.
Op 15 november 2017 heeft [gedaagde] met Trademark Office een overeenkomst gesloten met betrekking tot het leveren van een TLD Domeinnaam. De verzochte domeinnaam is geleverd. Trademark Office heeft een factuur ten bedrage van € 359,98 aan [gedaagde] gezonden. Ondanks aanmaning heeft [gedaagde] dit bedrag niet betaald.
De incassokosten bedragen € 54,-. De verschuldigde wettelijke rente tot en met 8 maart 2018 bedraagt € 11,12.
2.2.
[gedaagde] heeft, kort weergegeven, het volgende verweer gevoerd.
Ik ben een uur voor het opgenomen telefoongesprek gebeld door Trademark Office met het verhaal dat een andere onbekende partij de gebruikersnaam [domeinnaam] .com had geclaimd en dat ze daarom mij belde om hem voor mij veilig te stellen. Ik heb toen gezegd dat ik die domeinnaam liever niet naar een ander zag gaan en toestemming gegeven om hem voor mij vast te leggen.
Ik heb toen wat navraag gedaan en op internet gekeken en daar bleek dat dit een verkooptruc is waar ik ben ingetrapt. De maandag erop heb ik direct Trademark Office laten weten ervan af te zien en dat ik niet bereid ben te betalen voor een verkooptruc.
2.3.
Trademark Office heeft daarop, kort weergegeven, het volgende aangevoerd.
De overeenkomst is rechtsgeldig tot stand gekomen, aangezien [gedaagde] akkoord is gegaan met het aanbod van Trademark Office.
[gedaagde] stelt dat er sprake is van een verkooptruc. Hij onderbouwt dit niet. Trademark Office laat de uitspraken van derden voor degenen die ze hebben gedaan.
2.4.
[gedaagde] is vervolgens gebleven bij zijn verweer.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat hij akkoord is gegaan met het aanbod van Trademark Office voor het registreren van de domeinnaam [domeinnaam] .com voor een periode van tien jaar en het doorlinken van deze domeinnaam naar de website [naam website] .nl tegen betaling van € 297,50 (exclusief btw), zoals blijkt uit de niet betwiste transcriptie van het (opgenomen) telefoongesprek tussen partijen op 3 oktober 2017. Dat staat derhalve vast.
3.2.
Trademark Office heeft echter niet weersproken dat zij [gedaagde] een uur voor het opgenomen telefoongesprek heeft gebeld met het verhaal dat een andere, onbekende partij de gebruikersnaam [domeinnaam] .com had geclaimd en dat zij hem belde om deze domeinnaam voor hem veilig te stellen, en dat daarna de overeenkomst tot stand is gekomen. Voorts heeft zij niet betwist dat er sprake is van een verkooptruc. Zij heeft slechts medegedeeld dat zij de uitspraken van derden laat voor degenen die ze hebben gedaan.
3.3.
Van algemene bekendheid is tegenwoordig dat er veel fraude in het kader van telefonische acquisitie plaatsvindt. Met name kleine ondernemers en middenstanders zijn het slachtoffer van deze fraude. Van algemene bekendheid is dat zij in een dergelijk geval telefonisch worden benaderd, dat hen dan een (opzettelijk) onjuiste mededeling wordt gedaan en hen vervolgens, naar aanleiding van die onjuiste mededeling, een aanbod wordt gedaan om een overeenkomst te sluiten, en dat het slachtoffer op basis van die onjuiste mededeling wordt bewogen om die overeenkomst te sluiten, waarna slechts een bandopname wordt gemaakt van het akkoord gaan door het slachtoffer met het aanbod. Dat heet bedrog (artikel 3:44 lid 3 BW).
3.4.
Omdat Trademark Office niet heeft weersproken dat zij een ‘verkooptruc’ heeft toegepast om [gedaagde] te bewegen de overeenkomst te sluiten, door hem de onjuiste mededeling te doen dat een andere, onbekende partij de gebruikersnaam [domeinnaam] .com had geclaimd (en dat zij deze voor hem kon veiligstellen), is er sprake van bedrog. Een rechtshandeling die als gevolg van bedrog is tot stand gekomen, is vernietigbaar.
Trademark Office heeft niet weersproken dat [gedaagde] de maandag na het tot stand komen van de overeenkomst reeds aan haar heeft gemeld dat hij ervan af wenst te zien. De kantonrechter begrijpt dat als een beroep op de vernietigbaarheid van de overeenkomst. Dat beroep wordt gehonoreerd.
3.5.
De vordering wordt daarom afgewezen.
3.6.
Trademark Office wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Trademark Office in de kosten van de procedure, aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2018.