Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 juni 2018 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., te Eindhoven, eiseres
de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de staatssecretaris
Procesverloop
Overwegingen
“Bescherm uzelf tegen vallen”, op een andere situatie dan de situatie die tot het arbeidsongeval heeft geleid. Het stuk luidt:
“Het vallen van een hoogte wordt beschouwd als een groot risico met ernstig letsel tot gevolg. Voor personeel dat op hoogte van meer dan 2,5 meter moet werken is uitrusting en gereedschap beschikbaar. Op de site wordt bepaald waar dergelijke uitrusting nodig is. Voor werk op lagere hoogte moeten goede trappen e.d. beschikbaar zijn. Dit onderwerp behandelt ook het vallen van een trap of opstap. In sommige gevallen worden kratten e.d. gebruikt om op te gaan staan als een order van een bepaalde hoogte moet worden gepakt. Hierdoor ontstaat extra gevaar voor vallen, omdat de materialen niet geschikt zijn om op te gaan staan. Zelfs een val van een kleine hoogte kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Als het nodig is om een trap of opstap te gebruiken, dan moet deze ook geschikt zijn voor dit gebruik. Dat kan betekenen dat er een leuning moet zijn aangebracht.”Dit onderdeel van het veiligheidsbeleid betreft naar het oordeel van de rechtbank dus veeleer een situatie waarin iemand een hoogte moet overbruggen om ergens bij te kunnen, en niet het klimmen in een container zoals hier is gebeurd.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- stelt de hoogte van de boete die eiseres moet betalen, vast op € 27.000,–;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat de staatssecretaris het griffierecht van € 333,– aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten, aan de zijde van eiseres begroot op