Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte]
De tenlastelegging.
1. hij op of omstreeks 20 oktober 2016 te Roosendaal en/of Breda en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, in totaal ongeveer 8.210 gram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en), pillen/tabletten bevattende MDMA, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2. hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2017 tot en met 24 maart 2017 te Roosendaal en/of Lierop, gemeente Someren, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet,- in totaal ongeveer 6.096 gram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en), brokken bevattende MDMA en/of
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3. hij op of omstreeks 30 maart 2017 te Roosendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad- in de woning op/aan de [adres 1] te [woonplaats 1] :
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende cocaïne, zijnde MDMA en/of cocaïne (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
1. hij op of omstreeks 30 maart 2017 te Roosendaal, althans in Nederland, een vuurwapen van categorie III, te weten een pistool (merk Beretta 92SB, kaliber 9 mm) (BRE2AA.01), en/of munitie van categorie III, te weten in totaal 16, althans (een) hoeveelhe(i)d(en), scherpe kogelpatronen met kaliber 9 mm (BRE2A.03.05.021 en/of BRE2AA.02) en/of in totaal 88, althans (een) hoeveelhe(i)d(en), scherpe kogelpatronen met kaliber .22 lr (BRE2A.02.01.004), voorhanden heeft gehad;
2. hij op of omstreeks 30 maart 2017 te Roosendaal, althans in Nederland, (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten - een koolzuurgaswapen (merk Umarex, model X.B.G, kaliber 4,5 mm), voorzien van het serienummer 16E20030 (BRE2A.03.02.001) en/of - een koolzuurgaswapen (merk Umarex, model X.B.G, kaliber 4,5 mm), voorzien van het serienummer 16E19266 (BRE2A.03.05.001), (elk) zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en/of afmeting een sprekende gelijkenis vertoont/vertonen met (een) vuurwapen(s) en/of (aldus) voor bedreiging of afdreiging geschikt is/zijn, voorhanden heeft gehad.
De formele voorvragen.
Het rechtshulpverzoek.
Het relaas van de [verbalisant 1] m.b.t. de pseudokoop.
Het relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] m.b.t. het onderzoek naar de overgedragen partij.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut.
Het relaas van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , wijze van verpakken.
De relazen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] mb.t. het dactyloscopisch onderzoek.
Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut en rapporten van de politie.
De verklaringen van verdachte.
Het relaas van [verbalisant 16] met bijlagen m.b.t. de doorzoeking op de [adres 1] .
Het relaas van [verbalisant 17] m.b.t. het onderzoek naar de munitie.
De relazen van [verbalisant 18] m.b.t. de classificatie van de koolzuurgaswapens.
De verklaringen van verdachte.
De bewezenverklaring.
in de woning op de [adres 2] te [woonplaats 1] :
zijnde MDMA en cocaïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
zijnde voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertonen met een vuurwapen en aldus voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn, voorhanden heeft gehad.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
T.a.v. 01/993201-17 feit 1 subsidiair:Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.T.a.v. 01/993201-17 feit 2 primair:Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.T.a.v. 01/993201-17 feit 3:Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, eerste lid aanhef en onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.T.a.v. 01/993901-17 feit 1:Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.T.a.v. 01/993901-17 feit 2:Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. 01/993201-17 feit 1 subsidiair, feit 2 primair, feit 3:Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen, te weten: de geldbedragen van 1.000,- Euro en 270,- Euro.
Teruggave inbeslaggenomen goederen.